■IBnRa De Olympus, de legendarische berg titer ytttlen. rijst indrukwekkend uil hel (Irieksche landschap op. I)e Grieken echter stroomen van nacht, naar een anderen hen vel: Pa- tissia. Hier branden in de tuinen kleine petroleumlampjes, die het hart beter verwarmen dan het stekende neonlicht van de groote stad. Aan kraampjes en karren hangen groote bloemkransen, die van vandaag af tot St. Jan aan eiken gevel opgehangen worden: in Athene is het Pasehen. Op mijn kalender stond het feest al voor zes weken aangegeven. Maar waarom niet? Paschen is altijd mooi, ook als men het tweemaal viert. In de hal van het hotel ben ik het slachtoffer van een gebaarden Athe- ner geworden. Griekenland, zoo heeft hij besloten, moet het hoogtepunt van mijn reis om de wereld worden. Kn ..Boven", heelemaal „boven" is het immers altijd mooi weer laat ik dat, als ik weer beneden kom, nooit meer vergeten Nu schijnt de zon in alle hoeken van onze cabine. Ik zit heelemaal achter aan. Als ik door de loopgang kijk, die in de afdeeling voor de piloten ein digt, duikt af en toe een hoofd achter een leuning op. dat zich omkeert en glimlacht. Dit doet ook mijn naaste buurman. Het is 'n Engelsche officier met een kinderlijk gezicht, dat straalt van plezier. „Singapore," zegt hij, bij wijze van kennismaking, en ik ant woord „Bangkok' Hier noemt men in plaats van zijn naam in de eerste plaats het doel van de -reis. Dat is practisch. Men weet dan meteen, hoe lang men met dien sympathieken lieer of dien vervelenden kerel samen zal blijven. Het is erg mooi boven het blinkende wolkenveld, maar ik ben toch blij, als ik weer „vasten grond" onder me zie. We liggen dan echter al boven Hon garije en halen net den- Oriënt-expres in. die juist de hoofdstad binnen- stoomt. Even later schiet de schaduw van onzen lueht-expres met een vaart van 300 km. per uur door de straten, suist over den Donau. Boedapest: een kwartier voor een glas Tokaver. Eindspurt naar Griekenland J"%at is nummer 210, dacht ik juist, toen de Hongaar '11 stempel in m'n pas drukte. Want nu hebben ze me al van 210 stempels, zegels en bijschrif ten voorzien. Vier dozijn foto's wa ren niet voldoende; verschillende con sulaten wilden mijn profiel bestu- deeren en dan nog vijfmaal den afdruk van mijn rechterwijsvinger. Voor de ambtenaren van vier werelddeelen is dat kleine 1 roek je met al die stem pels en de gewichtige papieren, die er bij bungelen en die op zichzelf ook al een interessant stuk wereldliteratuur vertegenwoordigen, van meer belang dan ikzelf. Mij kijken ze nauwelijks aan. maar ze willen lezen, dat ik weer naar mijn vaderland terugga, dat ik lezen en schrijven kan en dat ik nog nooit achter de'tralies gezeten heb. Maar goed, we zijn al weer boven, in de wijde wereld, ver van alle stoffige papierenDaar lig! een jongen in de poesta en past rustig op zijn schaapjes. Hij heeft nog nooit vol Holland uil tic lucht gezien: schepen op de Waal. I)e eerste landinwordt gemaakt Ie Boedapest, de stad met de prachtige Donaubruqgen ongeduld in de wachtkamer van een consulaat zitten wachten. Hij beschut zijn oogen voor de zon en droomt van den grooten vogel daarginds, die over zijn kudde vliegt zuidwaarts, in de richting van Belgrado. Sneeuwwitte hutten met kleine tuinen en daar- tussclien hooge huizen, die er op 3000 m. hoogte uitzien als miniatuur- wolkenkrabbers de hoofdstad van Joego-Slavië. Maar dan wordt liet. eenzaam in Europa. Het is net, alsof we naar den rand van een versteende wereld vliegen, waaruit als voorteeken van een vol gende de in wolken gellulde Olympus oprijst.. Maar een half uur voorbij den berg der goden, aan de uiterste grens van dit werelddeel worden de luclit- vaarders nog eens aan de glanzende, onvergankelijke sporen van het aald- selie herinnerdAthene. En hier landen zij- 's Avonds schittert als een fata morgana uit het verleden de Acropolis. Zoo mooi als de schijnwerpers daar boven liet Parthenon als het ware uit licht nabootsen, zoo liebben de bouw meesters liet nooit gezien. een iata morgana uit het rerle- schittert 's aramis het re dichte Parthenon boren Athene. Als den -J. - fel- JfoiW» 'i i' mmmnwaSÊkmtmMr

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 31