EEN SPROOKJE VAN
AARDSCH GELUK
De liefde tusschen
aartshertog Johan
van Oostenrijk en de
dochter van 'n post
meester, Anna Plochl
34
en de bergen schalden van het uitbundig gelach.
1 )e aartshertog had het zoo weten in te richten, dat
hij naast de knappe Anna Plochl zat. Men begon een
zwaarwichtig gesprek over politiek en liet zeventien
jarige meisje nam er heftig aan deel.
„Maar wat weet nu 'n meisje eigenlijk van
politiek!" wendde aartshertog .Tolian zich tot haar.
„Veel, keizerlijke hoogheid. Er zijn dingen, die
ook voor 'n vrouw of voor een meisje als ik van groo-
ter beteekenis zijn dan de huishoudelijke beslomme
ringen van allen dag. Bijvoorbeeld: het welzijn van
't vaderland."
Een der gasten begon muziek te maken en aarts
hertog Johan vroeg haar 't eerst ten dans. Toen zij
ten laatste moesten scheiden, spraken zij af, elkander
den volgenden morgen weer te ontmoeten.
Op 't afgesproken uur waren allen aanwezig en
Irok men de bergen in. Johan voegde zich nu eens bij
deze, dan bij gene, want hij wachtte zich er wel voor,
mi reeds in 't openbaar zijn gevoelens ten opzichte van
de zeventienjarige te laten blijken. Op die manier was
het vanzelfsprekend, dat hij 'n gegeven oogenblik
zij aan zij met Anna een smal bergpaadje besteeg. Het
gesprek, dat zij voerden, was vrij en ongedwongen,
geheel in den trant der Stiermarkers.
Onverwacht keek de vorst het meisje ernstig aan.
„Bent u reeds verloofd! Is uw hart nog vrij! Ik
verzoek u, mij eerlijk te antwoorden."
Anna keek verward naar den grond.
„Beken 't mij eerlijk," drong Johan van Oostenrijk
aan. „Als u reeds verloofd bent, dan zou ik gaarne
op een of andere wijze helpen u zoo gelukkig mogelijk
te maken."
Na 'n korte aarzeling was zij in staat op denzelfden
lossen toon te spreken als even te voren.
„Ik begrijp u niet. mijn hart is nog vrij." en
meteen keek zij hem in de oogen.
Hij nam haar hand.
„In dat geval, Anna.kun je dan niet een beetje
van mij houden?"
Dit waren de laatste woorden die tusschen hen
gesproken werden. Een vol jaar zou voorbijgaan,
voordat zij elkaar weer troffen.
Hel afscheid tusschen aartshertog Johan run Oostenrijk en Anna Plochl op 23 Augustus 1819. A aar een
aquarel van M. Loder. De typische, romantische sfeer van die dagen is door den schilder zuiver getroffen.
In den zomer van het jaar
1816 stonden enkele man
nen aan den oever van het
Grundelmeer in Stiermar
ken, een uur gaans van het ge
hucht Aussee. Zij wachtten
reeds eenigen tijd geduldig op
de komst van dengene, die hen
op deze plaats ontboden had en
zagen hem eindelijk in de verte
aankomen. De slanke heer, die met vlugge schreden
op hen toetrad, was niemand minder dan aarts
hertog Johan van Oostenrijk, geboren te Florence
als dertiende kind van keizer Leopold II en een
kleinzoon van keizerin Maria Theresia.
Hoewel pas vierendertig jaren oud. had de aarts
hertog reeds een bewogen leven achter zich. Op
tienjarigen leeftijd verloor hij binnen een jaar z n
vader en moeder. Gelukkig toonde zich de oudste
broer, keizer Frans Jozef, die den Oostenrijkschen
troon beklommen had. voor de overige vijftien
kinderen van 't gezin een vaderlijken vriend.
Toen was de ster van Napoleon opgegaan en tijdens
de moeilijke oorlogsjaren, waaronder gansch Europa
weldra gebukt ging, diende Johan van Oostenrijk zijn
vaderland als een vurige patriot. Vervolgens werd hij
op een diplomatieke reis gestuurd, waarbij hij de
voornaamste Europeesche hoofdsteden bezocht en
pas in het jaar 1816 keerde hij naar zijn geliefde
Stiermarken terug, waar hij zich haastte, de oude
vriendschapsbanden weer hechter aan te trekken.
Na een hartelijke begroeting steeg de aartshertog
met z'n vrienden in 'n boot, die bij den oever gereed
lag en zij voeren het Grundelmeer op. Te midden van
de eerste, levendige gesprekken klonk plotseling van
den oever vroolijke muziek. Toen de boot dichterbij
kwam, bleek het dat in een visschershuisje 'n klein
volksfeest gevierd werd. waaraan de meeste bewoners
van Aussee deelnamen.
Op verzoek van Johan ging 't gezelschap aan wal
en het mengde zich onder de uitgelaten menigte.
Vlak daarop werd een groote kring gevormd voor 't
uitvoeren van een volksdans.
Geboeid l eek aartshertog Johan naar een meisje, de
kinderjaren nauwelijks ontwassen. Het was 't veertien
jarig dochtertje van den postmeester van Aussee.
Aartshertog Johan van Oostenrijk had zich steeds
bijzonder aangetrokken gevoeld
tot Stiermarken, dat, in die jaren-
een zeer moeilijken tijd door
maakte. Hier op liet land was
hij veel beter thuis dan in het
bonte, drukke gewoel der steden.
Vooral gaf hij zich moeite
den landbouw in Stiermarken
met steun van den staat te be
vorderen. Om de bevolking een
voorbeeld te geven hoe het land
volgens de nieuwste methoden
moest worden bebouwd, kocht
hij uitgestrekte landerijen aan in Boven-Stiermar-
ken, de meest woeste en onherbergzame streek van
't gewest, liet er 'n model-boerderij zetten en noemde
zijn bezitting „Brandhof". Het duurde" niet lang
of de Stiermarkers noemden „hun aartshertog"
voortaan den „Brandhofer" en zijn boerderij
strekte allen ten voorbeeld.
In Augustus van't jaar 1819 maakte aartshertog
Johan van Oostenrijk wederom met een aantal
vrienden een uitstapje naar de meren rond Aussee.
Het was een prachtige dag en.de boot gleed kalm
door het rimpellooze, blauwe water.
Op den oever zagen ze vier witte stippen en toen
ze nader voeren, bleken
het vier meisjes te zijn in
fleurige zomerdracht.
Voor den tweeden keer
ontmoette de aartshertog
Anna Plochl, de dochter
van den postmeester van
Aussee. Zij was nu zeven
tien jaar oud en evenals drie
jaren geleden werd Johan
door haar ongewone .ver
schijning ten zeerste ge
boeid. Spoedig zaten allen
bijeenmandjes, flesschen
en bekers werden uit de
boot te voorschijn gehaald
Aartshertog Johan van Oos
tenrijk en A nna Plochl in
de tuinen van het kasteel
Strechau in Juli 1823,
enkele maanden voor hun
huwelijk. Eveneens naar
een aquarel van AI. kader.
Geregeld contact
IV] a zijn „ontmoetingen" in de Stiermarksche bergen
viel het leven aan 't Weensche hof den aarts
hertog dubbel zwaar. De pronk en 't feestrumoer
zeiden hem niets en hij stortte zich, om de
„zonderlinge" gedachten van zich af te zetten, tot
over zijn ooren in het werk.
Zoo was de zomer van 1820 reeds bijna verstreken
zonder dat hij zich eenige ontspanning had ge
gund, voordat hij besloot 'n uitstapje naar zijn
beminde bergen te maken. Hij begaf zich naar
Aussee en de eerste, die hij daar ontmoette, was
Anna Plochl.
De dagen gingen als droomen voorbij. Beiden voel
den het groote, dat in hen plaats vondmaar
ondanks hun voorzorgen begon men in 't dorp
hier en daar toeh reeds ever „den aartshertog en Anna"
te praten, zoodat Johan zich haastte weer te ver
trekken.
Zij spraken af elkaar geregeld te schrijven.
Weer ging een jaar voorbij en aartshertog Johan
van Oostenrijk werd uitgenoodigd een huwelijksfeest
te Aussee met zijji hooge tegenwoordigheid te
willen vereeren. Anna was in de kerk en den vol
genden morgen reisde Johan weer af. zonder haar