OP SS.OOO KILOMETER DE WEREED ROND ALS VLIEGTUIGPASSAGIER II. In dit hummer vervolgt onze medewerker Erwin Berghaus zijn reportage over zijn wereldvlucht. Hierboven een jraai gezicht op Alexandriéde stad, waar de tweede etappe van de luchtreis een aanvang nam. noord f AMERIKA^ kJAMfAAN'ISCO JdJOS ANCÊltS i »ARA>VVOCV/it> te 6 [PlBNAM&daM .f ZUID- IAMERIKA7/o I fUODfJAMflAO STIUE OCEAAN INDISCHE MUTRALIÏ Kaar liet Morgenland nze „tweede" heeft den deurknop al in zijn hand, voor de propellers stil staan. Daar is de post voor Egypte! In de groote hal van gegolfd plaatijzer zien we een man met een roode fez en een groenen bril op, die de luchtpost sorteert. Yier werelddeelen sturen elkaar het een en ander niet alleen maar dunne briefjes. Er zijn pakken kranten bij uit Londen, Parijs, Berlijn, Amsterdam; diplo matieke zendingen met gewichtige zegels.... Vooral de actualiteiten voor de bioscoop hebben haast -ze hebben ook geen lang leven. Radio- onderdeelen onderweg naai' Bagdad, medicijnen voor den Soedan. Uitslui tend voorwerpen van waarde, waar voor de snelle stoombooten nog te langzaam varen. Wij hebben zelf een stuk ijzer voor Sumatra aan boord, dat even zwaar en vóór den afzender even duur is als een passagier. Eer gisteren is een transformator op een rubberplantage in de buurt van Medan stil blijven staan, men telefoneerde met Holland en nu vliegt een nieuw onderdeel, als een groote ham in jute verpakt, al met ons naér de tropen. De tien minuten net genoeg voor een sigaret zijn weer om. De vlucht over een land met duizenden jaren beschavingsgeschiedenis gaat in razend tempo verder. Kleine drie hoeken teekenen zich aan den horizon af: de pyramiden. Een blauw streepje: het Suez-kanaal, waarin de schepen stil schijnen te liggen, alsof ze averij hebben, en na Gaza, de stad der Phi- listijnen, komt Lydda, de luchthaven van Jeruzalem. Even later stroomt de Jordaan onder ons in de Doode Zee. De kust is glin sterend wit. Een klein beetje ervan hebben we pas geleden in het vlieg- havenrestaurant van Jeruzalem over de spiegeleieren gestrooid; het is zout. Dit groote, merkwaardige meer is niets anders dan een oplossing van 25 keukenzout. Die buizen van de Salt Work Exploration Company gaan 50 meter diep, per minuut worden onge veer 36000 liter in de raffinaderijen gepompt, ook meststoffen worden er uit vervaardigd, evenals chemicaliën voor ververijen. Arbeiderskinderen spe len aan het strand. Ik zie in de zee baden, waar men niet kan verdrinken, als men er niet speciaal moeite voor doet. Daar staat er eentje rechtop in het water: de schouders gaan nog niet eens onder. prachtig! Maar er mag geen druppel in je oogen komen, dan is' je pleizier bedorven. Weldra is er beneden nergens meer water te zien. Alleen maar petroleum.... Op 14 October 1927 werd zij bij Mosoel ontdekt. Voor mensehen, die geld hebben voor groote onderne mingen, was dat een historische ge beurtenis. Hollanders, Franschen, Engelschen, Amerikanen stelden be lang in dit nieuwe industriecentrum ten noorden van Bagdad. Zij legden buizen dwars door de woestijn, vier millioen ton petroleum per jaar vloeien tegen woordig naar de Middellandsche Zee. Ons vliegtuig volgt de buisleiding een van de vele „achtste wereldwon deren". Ook een autoweg houdt zich aan deze Pipe-line. Wij halen een luxe-autobus in, die er als een tractor met aanhang-slaapwagen uitziet en die in vierentwintig uur van Damascus naar Bagdad rijdt. Hij haalt op zijn beurt een karavaan van kameelen in. De Douglas stijgt. Hier en daar staan een paar Bedoeïnen-tenten aan een strook gras. Weldadige herinnering aan landen, waar de mensch ploegt, zaait en oogst. Dan verdwijnt ook dit laatste teeken van leven. De aarde, die dezen naam hier niet meer ver dient, is grijs en glad als een grafsteen. Eigenlijk gek, dat men toch niet kan ophouden met uitkijken. Daar zit bijvoorbeeld een majoor uit Cal cutta aldoor te schrijven. Hij kijkt naar beneden, alsof hij allerlei bijzon ders op die groote lei in de diepte leest en het dan in zjjn notitieboekje schrijft; kijkt dan weer omlaag en zoo gaat dat door. een oude wijsheid (al bekend voor Mohammed leefde), dat in de Woestijn de groote ideeën ontstaan. Maar nu gebeurt er iets de hoog temeter geeft juist de vierduizend meter aan waardoor het meteen uit is met de schrijverij: aan boord van de „Edelvalk" vindt een ontplof fing plaats! De rechterhand van den Engelschen majoor is het slachtoffer. De knal was nauwelijks te hooien, maar de resultaten zijn goed te zien: overal is de inkt rondgespat, blauwe inktbeekjes op het nieuwe, smetteloos witte tropencostuum „Dat komt wel meer voor!" legt de steward den verbaasden passagiers uit. „Waarschijnlijk was uw vulpen Zoo ziet een luchtreiziger de Egyptische pyrcimidenBaden in het zoutrijke water van de Doode Zee.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 28