N NIEUW GELUID
I. DE TRIOMF VAN DEN KLOKROK
Deze en volgende weken publiceeren we, direct
uit Parijs, de nieuwste mode-details, een bonten
kaleidoscoop, die ,,elck wat wils" zal brengen.
Heel veel matelots, met kleine en met geweldig groote randen,
met bollen va/n een enkelen centimeter hoogte, maar ook met
bollen, die zeven d acht centimeter hoog zijn.
Eet tweede standaard-type voor den zomermantel
1939.
Molyneux handhaaft, naast véle geklokte en geplooide
rokken, ook den slank-afkleedenden langen rok.
Het jasje van de tweede figuur is van tomaat-
kleurige wollen stof op een effen zwarte japon.
te zien komt. Naast den klokrok merken we ook veel
geplooide rokken op. De plooien beginnen gewoonlijk
een centimeter of twintig onder de taille. Voor
degenen, die nóch den plooirok nóch den klokrok
wenschen en dat zullen er terecht velen zijn,
ofschoon heide uiterst jeugdig en kwiek staan
zijn er de rokken, die eenigszins golvend geknipt zijn
ofwel slechts enkele plooien vertoonen. Hoofdzaak-
is, dat er ruimte gesuggereerd wordt. De mantel
pak-manteltjes daartegenover zijn vrij strak. In
heel veel gevallen wordt onder zoo'n manteltje een
heele jurk gebracht, in plaats van rok en blouse. Wil
men toch een blouse, dan zal men het beste doen
naar een casaque te grijpen. Ook op het gebied van
mantels laat men den klokvorm niet los, eenigszins
getailleerd en daaronder wijd klokkend, ofwel de
lange swagger, die vooral van achteren ruim valt.
Wat niet zeggen wil, dat ook de gewone rechte
mantel niet meer gewild zou zijn. Totale afwezigheid
van kraagjes en revers kenmerkt vele nieuwe col
lecties. Er bestaat daarnaast echter weel
een groote voorliefde om tegen elkaar
aangesloten mantels aan de binnenzijde
te voeren met dezelfde stof als de
japon, zoodat mantel en jurk een com
plet vormen. Een ander snufje, dat direct
verband houdt met die voorliefde voor
ouderwetsche onderrokken, is de guiinpe
van broderie, organdie of piqué, die uit
de lage vierkante of ronde halzen komt.
Deze guimpe, die gewoonlijk rond den hals
sluit ofwel een klein Russisch boordje
vertoont, is dan van hetzelfde mate
riaal als het zichtbare gedeelte van den
onderrok.
Nauw in de taille, die op natuurlijke hoogte is aangebracht,
loopen véle mantels onder klokkend uit.
Het zit in de lucht, de voorliefde voor
den korten klokrok. Welhaast geen
collectie of we zien ze weer, de
wijd klokkende korte rokjes, die het
nadeel hebben, dat ze niet bevorderlijk
zijn voor de-slanke lijn. Het is nog heel
iets anders, zoo'n piepjonge mannequin
met een wespentaille, of de normale
vrouw. Die klokrokken zien we in wollen
stof voor de gewone daagsche jurkjes,
welke in heel veel gevallen van stren
ge snit zijn. Tailleurmodellen zonder
ceintuur en dan aan den hals dikwijls
een smal opstaand boordje van wit
piqué of die heel ouderwetsche witte
broderie uit grootmoeders tijden. Die
Engelsche broderie vinden we ook terug
aan de witte onderrokken, die wijd zijn
en even lang als het klokrokje, zoodat bij
de minste beweging iets van de witte kant