Moeder heeft nooit meer last van haar zenuwen 13 meneer nu juist op asoo'n ongelegen uur komen? is liet, hoe heet hij?" vroeg zij in één adem. Marie blikte naar haar leege handen. „Och, nu heb ik zijn kaartje in de vestibule laten liggen. Zal ik het even halen „Niet noodig, het doet er niet toe ook. Vraag hem maar, of hij even wil wach ten." Vlug knapte zij zich wat op. En in- tusschen dacht zij aan het doel van dit bezoek het éérste, sinds de villa een week geleden te koop was gezet. Eindelijk ging zij de trap af. In de ve-iihule zag zij een rijzige gestalte zich verheffen. Beneden aan de trap her kende zij den bezoeker echter pas. Met een schok van schrik bleef zij staan. „Paul.... pardon, meneer Brou wer..." bracht zij er stootend uit. ..Annie. trad Paul Brouwer vlug- op haar toe. Met een warmen druk om vatte hij haar hand. „Ik heb vanmorgen pas van je verlies gehoord, Annie. Het moet smartelijk voor je geweest zijn ik voel het met je mee." Langzaam had zij zich hersteld van den schrik. Hij of een ander, wat deed hel er toe? Zij schaamde zich een beetje, want hij zou haar positie wel kunnen raden. Aan den anderen kant echter verheugde haar de gedachte, dat juist hij op het huis afgekomen was. Binnen in den salon werd de conver satie voortgezet. „Ik dacht dat je allang praktizeerend was," merkte zij op. „Nog uiet ik kon het met mezelf niet eens worden, waar ik me zou vesti gen," antwoordde Paul Brouwer. „Ik kon voorloopig assisteeren in de kliniek en dat heb ik toen maar aangenomen. Deze streek stond me echter wel aan en dus gaf ik een makelaar opdracht naar een geschikt huis om te zien." „Een geschikter dan dit zou je moei lijk kannen vinden," vond zij den moed te zeggen, met een gevoel, alsof zij een appelenkoopvrouw was, die haar waar aanprees. Paul zat haar ongemerkt te bestu- deeren. Zij was veranderd, vond hij. De vroegere ernst was onveranderd gebleven, maar hij ontdekte een trek om haar mond, die er vroeger nooit was geweest. En in haar oogen lag een treurige blik, alsof zij aan heimwee leed. Hij sprak niet verder over het huis half vermoedend, waarom zij er afstand van moest doen en hoeveel het haar nioest kosten. Maar hij kon toch ook niet heelemaal zwijgen over wat haar zelf betrof. „Wat ben je van plan te gaan doen, Annie?" vroeg hij met de collegiale vrijmoedigheid van vroeger. Het was een vraag, die zij met eenige zorg verwacht had. „Ik weet het nog niet," haalde zjj hulpeloos haar schou ders op. „Ik hoop iets te vinden als doktersassistente, nurse desnoods." „Dus je blijft hier niet?" „In geen geval," zei ze beslist. Marie kwam binnen met koffie en er viel een korte pauze in het gesprek. Zij voelden zich beiden wat verlegen met de situatie en toen Annie een blik van hem opving, voelde zjj een blos aaar haar wangen stijgen. Zij dacht aan vroeger. Zij had hem altjjd sym pathiek gevonden, maar van eenig dieper gevoel was zij zich nooit iets bewust geweest. „Zou je het huis misschien eens willen zien?" hernam zij plotseling, um eeu eind te maken aan een pauze, 'lie pijnlijk werd. „Of kom je liever eens met den makelaar terug?" „Ja, laat ik dat maar doen Don derdagmorgen bijvoorbeeld, als je dat gelegen komt," antwoordde hij. Zij was hem dankbaar voor den wenk dien hij haar gaf. Nu kon zij Donderdag morgen maken, dat zij niet thuis wa.- en een tweede ontmoeting vermijden. Ze spraken nog even over een paai studiegenooten en Paul Brouwer stond eindelijk op. Hij deed het. met tegenzin, maar zij animeerde hem niet om te blijven lunchen, stelde hij met een spijtig gevoel vast. „Kom, ik heb je al te lang opgehou den, Annie „Volstrekt niet, het verheugt me echt, dat ik je nog eens weer heb ge zien," repliceerde zij hartelijk. „Ben je met den auto?" „Neen, dien bezit ik nog niet," lachte hij. „Ik hen met den trein ge komen." „O, maar dan laat ik je zoo niet vertrekken. Ik zal Kees zeggen, dat hij de dogcar even inspant. Als je liet goed vindt vergezel ik je' zoover, ik moet nog in het dorp zijn, zie je." Zij sprak nu druk een beetje opge wonden door het vooruitzicht, dat zij dadelijk weer afscheid van hem zou nemen en hem wellicht nooit meer terug zou zien. Toen zij buiten kwamen was het rijtuigje reeds ingespannen; Kees. de oude koetsier, zat in zijn blauwe livrei op de voorbank. „Het is lang geleden dat ik zoo gere den werd," lachte hij, terwijl hij naast haar op de achterbank plaats nam. „Vader hield niet van auto's hij is de oude doktersgewoonte dertig jaar lang trouw gebleven," antwoordde zij glimlachend. Zij spraken geen van beiden, terwijl de dogcar den weg afreed naar het dorp. Het was of het afscheid hen allebei drukte, dacht zij hém ook. Die vreem de gedachte maakte haar hart even warm. Hém ook. Zij dwaalde natuurlijk, maar geen dwaling kon haar voor een oogenhlik meer verteederen dan deze. Of het moest dat zijn, .wat het volgende oogenhlik geschiedde. Van den kant van het station naderde een snelle auto. Bij den overweg claxon neerde de bestuurder en plotseling maakte het paard voor de dogcar een sehichtigen sprong ter zijde. Kees had het terstond weer in bedwang, doch op de achterbank dreigde Annie een oogen hlik over den rand heen te slaan. Zij slaakte een zachten kreet, maar eens klaps voelde zij zich omvat door twee sterke armen, die haar op haarplaats terugtrokken. Zij viel half over haar redder heen en gedurende een moment raakte haar wang zijn gelaat. Zij lachten allebei, maar Annie was het zich niet bewust. Een nieuw, koeste rend gevoel doorstroomde haar plotse ling - een zachte gloed, waarin zij al haar zorgen en bekommeringen voelde verteren. Paul's armen lagen nog steeds om haar heen en zij deed geen moeite, om er zich uit te bevrijden. Toen voelde zij een kus op haar wang een vluch- tigen kus, maar die haar brandde als vuur. En een stem, die haar plotseling dierbaarder was geworden dan al het andere in haar leven, vroeg aan haaroor: „Ga je mee naar de stad, lieveling? We moesten den notaris maar gaan zeggen dat de „Wildzang" niet meer te koop is." En met gesloten oogen gaf zij ten antwoord: „Ja, liefste.... niet meer te koop." Een paar uur later oogde aotaris Bergsma een jong, gelukkig paar na. „Het loopt toch nog los met dat faillissement," constateerde hij tevre den. „Ik heb het hart uiet hij de baten gerekend Tegenwoordig is ze altijd kalm en bedaard, zij ver liest haar goede humeur niet meer. Een drukke werkdag, lastige kinderen, onverwachte gasten, niets brengt haar uit haar evenwicht. Zoodra zij voelt aankomen, dat de dagelijksche beslommeringen te veel van haar zenuwgestel eischen, neemt zij een stukje WRIGLEY'S P.K. want het kauwen kalmeert en versterkt de zenuwen. Het kauwen van P.K. is de natuurlijke weg naar witte, sterke, gezonde tanden. Het verwijdert de voedselresten die buiten bereik van den tandenborstel tusschen de tanden blijven zitten en bestrijdt zoodoende het tandbederf. P.K. maakt de verslapte gelaatsspieren weer veerkrachtig en geeft aan de wangen een natuurlijke ronding, waar door een jeugdig uiterlijk bewaard blijft. De frissche en geurige pepermuntsmaak garandeert U een zuiveren adem. Koopt vandaag nog enkele pakjes en houdt er steeds een paar bij de hand, zoowel thuis als wanneer U uitgaat. Geef ze ook aan de kinderen, het is goed voor hun gezondheid en ze zijn er dol op. WRIGLEY De beste grondstoffen de fijnste smaak. Veel genot voor weinig geld: 5 cent per pakje.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 13