1
r I
EEN WAARLIJK OOSTERSCH VORST
L
W b
Bij den flood ran Z.V.H. Bakoe Boewono X,
keizer ran Soerakarta
Be soesoehoenan tijdens de receptie ter gelegenheid van zijn 72sten (70sten) verjaardag. Naast den vorst: de gouverneur van Soerakarta. Rechts, vóór den troon,
het lid van den Raad van Indiê: Spit. Links naast den troon: generaal Boerstra, de legercommandant, en verschillende andere autoriteiten, van welke velen uit
Batavia gekomen waren.
(Van onzen InJiscIien medewerker)
Het is in het oosten niet alles oostersch. wat
men ontmoet. Dat geldt zéker ook voor
Xederlandsch-0ost-1ndië, en in het bijzonder
voor Java. Wij kennen zakenmensehen, die tien
tallen jaren in Batavia en Soerabaja woonden
en die niet dan oppervlakkig met het oosten kennis
maakten. Want vooral in de laatste jaren is het
uiterlijk aspect der groote steden op Java wel sterk
westersch geworden.
Toch vindt men juist in Midden-Java nog een stnk
oostersch leven, zooals men het nergens in Indië,
behalve op Java, aantreft. Cultureel oostersch leven
dan. In het keizerrijk Soerakarta, het sultanaat
Djokjakarta en de vorstendommen van Pakoe Alam
en van den Mangkoe Negoro, zetten zich cultuur en
tradities van het rijk Modjopahit en van het rijk
Mataram voort. Wat betreft traditie en geschiedenis
neemt ongetwijfeld het keizerrijk Soerakarta de
eerste plaats incultureel zet zich de oude Javaansche
beschaving wellicht het meest via de Mangkoe-
Negorosche lijn voort. Vooral aan den tegenwoor-
digen Mangkoe Negoro heeft de Javaansche cultuur
zeer veel te danken. Hoe dit alles ook moge zijn, dit
staat wel vast: onder de Javaansche vorsten is de
keizer of soesoehoenan van Soerakarta ongetwijfeld
de voornaamste onder zijn ranggenooten. Mede
omdat deze in rechte lijn afstamt van Praboe
Browidjojo V, den laatsten vorst van 't oude Hindoe-
Javaansche rijk, dat in de vijftiende eeuw ten onder
ging. Toen kwamen de vorsten uit het huis van Mata
ram aan het bewind en zette de Islam zijn zegetocht
over Java voort. De lange rij der Pakoe Boewono's,
waarin de thans ontslapen vorst de tiende is, heeft
sindsdien over Soerakarta geheerscht. Pakoe Boe-
wono, deze titel is zeer schoon en geeft zoo duidelijk
weer, hoe de Javanen hun vorst zien: „de nagel,
waarmede het heelal in stand wordt gehouden."
Schrijver dezes heeft Pakoe Boewono X ontmoet.
De eerste maal in Europeesche omgeving, toen de
soesoehoenan een bezoek bracht aan de onderwij
zersfamilie te Bandoeng, waar twee prinsen werden
opgevoed. Bij dit bezoek, reeds 20 25 jaar ge
leden, was de vorst niet omringd door de glorie van
zijn staat en maakte hij, ondanks de eerbiedsbe
tuigingen van de nieuwsgierige Soendaneezen voor
de onderwijzerswoning en het bedienend inlandsch
huispersoneel, een eenigermate komischen indruk.
De meer dan gezette, zelfs zwaarlijvige figuur in
toetoep-jas, zittend in een rieten waaierstoel, „deed"
het niet in de nuchtere voorgalerij van een Europee
sche woning. De vorst praatte gemoedelijk over
koetjes en kalfjes, zelfs over de rijstprijzen.
Vele jaren later heb ik den keizer weer ontmoet,
nu bij een officieel feest in den kraton. Ik zag hem
te midden van den hofluister, ik aanschouwde hem,
toen hij schreed naar een receptie, het ordelint van
den Nederlandsehen Leeuw over de borst.het staatsie
gewaad behangen met tientallen ridderorden. Naast
hem de middeleeuwen van Europa geplaatst in
het oosten van het heden een vrouwelijke dwerg,
die 's keizers gouden spuwbak droeg, hoog opge
heven, omdat die spuwbak tot de keizerlijke regalia
hoort. Achter hem: Javaansche vrouwen, hofdigni-
tarissen van rang, dragende poesaka, heilige krissen
en teekenen van waardigheid.
Wie den soesoehoenan van Soerakarta wil zien, die
moet hem bezoeken in zijn kraton, in dat wonder
lijke, afgesloten paleis, waar geen Europeanen ko
men dan wanneer zij tot een bezoek worden uitge-
noodigd of wanneer de vorst een officieele ontvangst
houdt. Men aanschouwt den vorst slechts in de groot
heid van zijn eenzaamheid, als hij zit op zijn statie
zetel. Hoog boven allen zit hij, de machtige, de bijna-
goddelijke. De hooge hofambtenaren en prinsen
van den bloede, mannen soms met een westersehe
opvoeding en een academischen graad, hurken om den
troon en slaan nauwelijks de oogen op naar den
heerscher. Of als bij een kratonfeest de leden van het
keizerlijk hofballet, de prinselijke serimpi's en de
bedojo's, haar sierlijke dansen uitvoeren, dansen
die reeds voor eeuwen in den kraton werden gege
ven, en die, toen ze geen religieuze beteekenis meer
hadden, alleen werden uitgevoerd tot amusement
van den vorst.
Pakoe Boewono X zal van dit alles niets meer
zien hij rust nu bij zijn vaderen op de begraaf
plaats der vorsten. Pakoe Boewono, Senopati In-
galogo Abdulrachman Sajidin Panoto G-onio de
Tiende, genaamd de Wijze, dien wij in dit artikel
gedenken, werd op 29 November 1866 (volgens Euro
peesche tijdrekening) geboren als oudste zoon van
Pakoe Boewono IX en raden Adjeng Koestijak.
Bij zijn geboorte werden de oude voorschriften strikt
in acht genomen. De tamboers beklommen den toren