De arbeiders zien voldaan toe, als
het hoogtepunt weer voorbij is.
plannen bestaan om een walserij
aan de hoogovens te verbinden.
Dag in, dag uit en nacht na
nacht gloeit het vuur in de reus
achtige ovens. Onophoudelijk voe
ren wagentjes over een transport
baan de brandstof en het erts aan,
welke boven in den ijzeren veel
vraat worden gestort eerst een
laag cokes, dan een laag erts, een
laag kalksteen, een laag cokes, en
zoo verder; de sluiting is zoo ge
construeerd, dat de oven steeds
dicht is, ook als het materiaal erin
valt. Het proces dat zich nu vol
trekt komt, in enkele eenvoudige
termen gezegd, hierop neer: wan
neer het erts smelt, vereenigt de
zwavel e.d. zich met de kalksteen
en vormt aldus de slakken, welke
geregeld worden afgevoerd en ver
zameld; het ijzer geraakt in de
ontzettende hitte in vloeibaren
toestand en dringt, daar het 't
zwaarst is, door tot het onderste
gedeelte van den hoogoven. Men
begrijpt, dat men het witgloeiende
metaal niet kan laten uitstroomen
door eenvoudig een deurtje te
De broodenruwijzer lichten
fel op in de donkere giethal.
De cokesfabriek wordt overstraald door den gloed van het vloeibare ijzer,
dat den hoogoven verlaat.
openen; het ijzer verlaat den ont
zaglijken smeltoven door een ope
ning in den wand, welke met een
prop vuurvaste klei is afgesloten.
Zesmaal per etmaal wordt deze
prop met behulp van lange staven
stukgestooten, waarna het vloei
bare ijzer naar buiten glijdt en
in goten wordt geleid.
Er is weinig fantasie noodig om
zich voor te stellen, hoe intens de
hitte is, welke dan de omgeving
teistert, en hoe de arbeiders als
onwerkelijke, donkere figuren in
den helschen gloed heen en weer
schieten, om de wit-heete slang
in de goten te leiden. Wanneer al
het metaal is uitgeloopen en in de
goten tot de z.g. brooden stolt,
wordt de hoogoven weder gesloten
met nieuwe proppen klei, die
daartoe met een soort luchtkanon
in de opening worden geschoten.
Het is de gloed van liet vloeibare
metaal, die tegen de lucht wordt weerkaatst en bij
duisternis uren ver in den omtrek zichtbaar is.
Zesmaal per etmaal beleeft men dat hoogtepunt
bij de hoogovens; zesmaal per etmaal sist en
knettert daar de vurige stroom, geleid en beheerscht
door den wil van den mensch, die alles aan zich
wil onderwerpen; zesmaal per dag klinkt daar liet
lied van den arbeid in een bijna schrikwekkende,
maar grootsche en fantastische melodie.
Alle omtrekken vervagen,
wanneer het witgloeiende
metaal uit den hoogoven
in de goten stroomt.