Het valt onmiddellijk op 23 0uö Qandel tuatet vrouwen en kinderen, reden ons lachend voorbij in dure automobielen en triom feerden. Dat kon ik niet verdragen en daarom ben ik heengegaan. Was ik niet gegaan, dan zou ik het misschien den een of anderen dag geweest zijn, die dat minne sujet, dien Philip Krauert neerschoot. Karei staakte zijn wandeling door het vertrek en bleef voor zijn vader staan. „Maar in het hospitaal heb ik nage dacht, zei ik al," vervolgde hij. „En ik heb alles anders leeren zien. Het komt er per slot van rekening niets op aan, hoe de tijden en de menschen zijn. Om goed en tevreden te kunnen leven komt het er alleen op aan, hoe men zelf is. En toen ik tot dat inzicht was gekomqn, zei ik tot mezelf: „Man, je bent nog rijk! Je hebt nog een ouderlijk huis, je hebt nog een vader. Een vader, die naar je uitziet en die nu thuis alleen zit en over zijn verloren kinderen treurt. Wel, en toen werd dat verlangen levend, om je terug te zien en weer bij je te zijn. Ik zei zooeven dat ik ook mijn gebreken had, vader. Maar mijn grootste kwaad is misschien wel, dat ik je tóén verliet en me niet om je een zaamheid bekommerde. Het was mijn plicht geweest je zorgen mee te dragen." Zijn stem, die allengs een opgewonden klank had gekregen, sloeg neer en zijn harde, sterke handen omklemden de schouders van den ouden man voor hem. „Vader, we zullen samen kameraden zijn! Wat kunnen ons eigenlijk de menschen schelen? Het verleden mag ons niet terneerslaan, noch het mede lijdend glimlachen van de menschen. Het is ons slecht gegaan met de jaren, maar ééns zal het weer goed worden. Hoofd omhoog, vader. Die gevoelsuitbarsting van zijn oud sten zoon overweldigde den eenzamen man. Zijn bitterheid, wrok en teleur stelling jegens het leven en de menschen verdwenen als sneeuw voor de zon, langs het gerimpelde gelaat rolden een paar tranen en diep bewogen stond hij op en trad naar het venster. „M'n brave, jongen, die woorden ver geet ik niet, zoolang ik leef. Ik weet maar al te goed dat ik nooit voor jullie ben geweest, wat ik had moeten zijn. Ik heb zoo goed mogelijk voor jullie gezorgd, maar om je hart heb ik me nooit bekommerd. Karei was even bewogen als zijn vader; het was de eerste maal dat hij tranen in zijn oogen zag. „Vader, wij blijven voortaan samen. Ik heb maar een klein pensioen, maar veel hebben wij niet noodig. De mark is weer stabiel de gouden tijd van de speculatie is voorbij. En nu krijgen de eerlijke menschen weer een kans." Heibert Neist verstond die woorden nauwelijks. Hij had plotseling ontdekt, dat hij nog rijk was, rijker dan menige millionnair dat hij nog de liefde van een zoon bezat, een weelde, waartegen goud en machines niet opwogen, en dat hij daarenboven op de trouw kon reke nen van een man, die wist wat het be grip trouw beteekende en die getoond had bereid te zijn er offers voor te bren- Een paar dagen later ontving Herbert Neist een aangeteekenden brief van Ernst. Nieuwsgierig brak hij hem open en zijn oogen werden groot van ver rassing, toen hij er tweehonderd dollar aan banknoten bij ingesloten vond. Toen hij den brief gelezen had sprong hij op en snelde zijn kamer uit. „Karei. Karei. Toen zijn zoon zich vertoonde, zwaai de hij den brief boven zijn hoofd als een vlag. „Ernst is er bovenop. Hij maakt het uitstekend, Karei. Hier, lees dat eens even." De vingers van den ouden man trilden van opwinding en zijn adem ging ge jaagd. Karei bleef rustig, ofschoon ook zijn gelaat eeuige spanning verried. Barbel, even nieuwsgierig als Karei, kwam zich uit de keuken bij hen voegen. Als meneer Neist zoo luidruchtig deed, had hij bepaald goed nieuws ontvangen. Karei las den brief hardop „Lieve vader, Eindelijk kom ik ertoe u eens iets over mijn nieuwen werkkring te schrijven. Tot nu toe werd ik ervan teruggehouden, doordat alles nog onzeker was. Dat is het nu niet meer en dus wil ik u niet langer in spanning houden. De eerste maanden dat ik hier was is het mij niet zoo erg goed gegaan. Met de taal kon ik spoedig genoeg overweg, maar mijn betrekking in een warenhuis beviel mij niet. Ik kan mij niet gemakke lijk schikken naar de bevelen van an deren en dus wilde ik probeeren zoo gauw mogelijk zelfstandig te worden. Na lang wikken en wegen besloot ik toen onze oude liefde trouw te blijven.- het ijzervak. Van mijn vriend kon ik wat kapitaal leenen en ook overigens hielp hij me, waarmee hij kou. Dank zij die hulp heb ik een groothandel in ijzer waren kunnen vestigen. De zaak was tamelijk riskant, veel riskanter dan een van uw ondernemingen. Ik had alles op één kaart gezet (die waaghalzerij heb ik bepaald van u geërfd), maar gelukkig is alles goed terechtgekomen. De zaak floreert, zooals ik niet had durven hopen. Ik rijd nu al met twee personenauto's voor mijn reizigers en met een grooten vrachtwagen, die den heelen dag de klanten bedient. Hoofdzakelijk verkoop ik gereedschap, haarden, kachels, pot ten, draad, enz. Misschien probeer ik het ook nog met badinstallaties en verwar- j mingstoestellen, maar daarvoor moet ik eerst een bekwamen monteur zien te vinden. Ofschoon ik spaarzaam en bescheiden leef, kon ik tot nu toe nog niet veel overhouden, want ik moest veel op crediet koopen. Nu krijg ik echter vas ten grond onder mijn voeten. Voorloopig zal ik u iedere maand vijftig dollar zenden en zoodra het kan wat meer. De tweehonderd dollar, die ik u hierbij stuur, moet u echter gebruiken om u eens te ontspannen. En nu moet u zich maar niet te veel zorgen meer maken, vader. Tracht alle leed van vroeger liever zoo vlug moge lijk van u af te zetten. Wij mogen Peter nooit vergeten, maar zijn noodlot mag ons niet ter neer slaan. Thuis hebben wij aan onze intiemste gevoe lens nooit uiting gegeven; we vonden het kinderachtig en verstonden dé kunst ze voor iedereen te verbergen. Maar hier kan ik toch niet nalaten u te zeggen, dat u voor mij altijd nog het dierbaarste bent wat ik bezit, dat ik u nooit in den steek zal laten en dat ik dagelijks aan u denk. Ik hoop dat God mijn arbeid zal zegenen, omdat het mijn eenige eerzucht is, mijn vader een zorge- loozen levensavond te verschaffen. Zoo dra het mij beter gaat, moet u beslist eens overkomen. Nu eindig ik; u en onze beste oude Barbel hartelijk gegroet van uw trouwen zoon, Ernst." „Lieve God. mompelde Herben Neist innig dankbaar. Hij was diep ge schokt, door dit hartelijk levensteeken van zijn jongen, die zoo ver van hem verwijderd leefde. Karei stond op den brief te staren. „Een flinke kerel is het," zei hij be wonderend. „Dit had ik niet van hem verwacht." Vervolg op blz. 26 zuiver wollen kamgaren dat Bleyle-japonnen door geschoolde handen met groote toewijding en zorg zijn vervaardigd. U kunt ieder model critisch op coupe en afwer king onderzoeken, steeds zult U tot de overtuiging komen, dat „Bleyle" U werkelijk iets bijzonders biedt. Alle Bleyle-japonnen zijn elegant, daarenbo ven gemakkelijk, practisch en voordeelig in prijs. Vraagt het adres van den dichtstbijzijnden leverancier alsmede alle gewenschte inlichtingen aan L. Zaalberg. Prinses Marielaan 16a, Wassenaar

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 23