Het valt
onmiddellijk
op
23
0uö
Qandel
tuatet
vrouwen en kinderen, reden ons lachend
voorbij in dure automobielen en triom
feerden. Dat kon ik niet verdragen en
daarom ben ik heengegaan. Was ik
niet gegaan, dan zou ik het misschien
den een of anderen dag geweest zijn,
die dat minne sujet, dien Philip Krauert
neerschoot.
Karei staakte zijn wandeling door
het vertrek en bleef voor zijn vader
staan.
„Maar in het hospitaal heb ik nage
dacht, zei ik al," vervolgde hij. „En ik
heb alles anders leeren zien. Het komt
er per slot van rekening niets op aan,
hoe de tijden en de menschen zijn. Om
goed en tevreden te kunnen leven komt
het er alleen op aan, hoe men zelf is.
En toen ik tot dat inzicht was gekomqn,
zei ik tot mezelf: „Man, je bent nog
rijk! Je hebt nog een ouderlijk huis,
je hebt nog een vader. Een vader, die
naar je uitziet en die nu thuis alleen
zit en over zijn verloren kinderen treurt.
Wel, en toen werd dat verlangen
levend, om je terug te zien en weer bij
je te zijn. Ik zei zooeven dat ik ook
mijn gebreken had, vader. Maar mijn
grootste kwaad is misschien wel, dat ik
je tóén verliet en me niet om je een
zaamheid bekommerde. Het was mijn
plicht geweest je zorgen mee te dragen."
Zijn stem, die allengs een opgewonden
klank had gekregen, sloeg neer en zijn
harde, sterke handen omklemden de
schouders van den ouden man voor
hem.
„Vader, we zullen samen kameraden
zijn! Wat kunnen ons eigenlijk de
menschen schelen? Het verleden mag
ons niet terneerslaan, noch het mede
lijdend glimlachen van de menschen.
Het is ons slecht gegaan met de jaren,
maar ééns zal het weer goed worden.
Hoofd omhoog, vader.
Die gevoelsuitbarsting van zijn oud
sten zoon overweldigde den eenzamen
man. Zijn bitterheid, wrok en teleur
stelling jegens het leven en de menschen
verdwenen als sneeuw voor de zon,
langs het gerimpelde gelaat rolden een
paar tranen en diep bewogen stond hij
op en trad naar het venster.
„M'n brave, jongen, die woorden ver
geet ik niet, zoolang ik leef. Ik weet
maar al te goed dat ik nooit voor jullie
ben geweest, wat ik had moeten zijn.
Ik heb zoo goed mogelijk voor jullie
gezorgd, maar om je hart heb ik me
nooit bekommerd.
Karei was even bewogen als zijn
vader; het was de eerste maal dat hij
tranen in zijn oogen zag.
„Vader, wij blijven voortaan samen.
Ik heb maar een klein pensioen, maar
veel hebben wij niet noodig. De mark
is weer stabiel de gouden tijd van de
speculatie is voorbij. En nu krijgen de
eerlijke menschen weer een kans."
Heibert Neist verstond die woorden
nauwelijks. Hij had plotseling ontdekt,
dat hij nog rijk was, rijker dan menige
millionnair dat hij nog de liefde van
een zoon bezat, een weelde, waartegen
goud en machines niet opwogen, en dat
hij daarenboven op de trouw kon reke
nen van een man, die wist wat het be
grip trouw beteekende en die getoond
had bereid te zijn er offers voor te bren-
Een paar dagen later ontving Herbert
Neist een aangeteekenden brief van
Ernst. Nieuwsgierig brak hij hem open
en zijn oogen werden groot van ver
rassing, toen hij er tweehonderd dollar
aan banknoten bij ingesloten vond.
Toen hij den brief gelezen had sprong
hij op en snelde zijn kamer uit.
„Karei. Karei.
Toen zijn zoon zich vertoonde, zwaai
de hij den brief boven zijn hoofd als een
vlag.
„Ernst is er bovenop. Hij maakt het
uitstekend, Karei. Hier, lees dat eens
even."
De vingers van den ouden man trilden
van opwinding en zijn adem ging ge
jaagd. Karei bleef rustig, ofschoon ook
zijn gelaat eeuige spanning verried.
Barbel, even nieuwsgierig als Karei,
kwam zich uit de keuken bij hen voegen.
Als meneer Neist zoo luidruchtig deed,
had hij bepaald goed nieuws ontvangen.
Karei las den brief hardop
„Lieve vader,
Eindelijk kom ik ertoe u eens iets over
mijn nieuwen werkkring te schrijven.
Tot nu toe werd ik ervan teruggehouden,
doordat alles nog onzeker was. Dat is
het nu niet meer en dus wil ik u niet
langer in spanning houden.
De eerste maanden dat ik hier was is
het mij niet zoo erg goed gegaan. Met de
taal kon ik spoedig genoeg overweg,
maar mijn betrekking in een warenhuis
beviel mij niet. Ik kan mij niet gemakke
lijk schikken naar de bevelen van an
deren en dus wilde ik probeeren zoo
gauw mogelijk zelfstandig te worden.
Na lang wikken en wegen besloot ik
toen onze oude liefde trouw te blijven.-
het ijzervak. Van mijn vriend kon ik
wat kapitaal leenen en ook overigens
hielp hij me, waarmee hij kou. Dank zij
die hulp heb ik een groothandel in ijzer
waren kunnen vestigen. De zaak was
tamelijk riskant, veel riskanter dan een
van uw ondernemingen. Ik had alles
op één kaart gezet (die waaghalzerij heb
ik bepaald van u geërfd), maar gelukkig
is alles goed terechtgekomen. De zaak
floreert, zooals ik niet had durven hopen.
Ik rijd nu al met twee personenauto's
voor mijn reizigers en met een grooten
vrachtwagen, die den heelen dag de
klanten bedient. Hoofdzakelijk verkoop
ik gereedschap, haarden, kachels, pot
ten, draad, enz. Misschien probeer ik het
ook nog met badinstallaties en verwar- j
mingstoestellen, maar daarvoor moet ik
eerst een bekwamen monteur zien te
vinden.
Ofschoon ik spaarzaam en bescheiden
leef, kon ik tot nu toe nog niet veel
overhouden, want ik moest veel op
crediet koopen. Nu krijg ik echter vas
ten grond onder mijn voeten. Voorloopig
zal ik u iedere maand vijftig dollar
zenden en zoodra het kan wat meer. De
tweehonderd dollar, die ik u hierbij
stuur, moet u echter gebruiken om u
eens te ontspannen.
En nu moet u zich maar niet te veel
zorgen meer maken, vader. Tracht alle
leed van vroeger liever zoo vlug moge
lijk van u af te zetten. Wij mogen
Peter nooit vergeten, maar zijn noodlot
mag ons niet ter neer slaan. Thuis
hebben wij aan onze intiemste gevoe
lens nooit uiting gegeven; we vonden
het kinderachtig en verstonden dé kunst
ze voor iedereen te verbergen. Maar hier
kan ik toch niet nalaten u te zeggen,
dat u voor mij altijd nog het dierbaarste
bent wat ik bezit, dat ik u nooit in
den steek zal laten en dat ik dagelijks
aan u denk. Ik hoop dat God mijn
arbeid zal zegenen, omdat het mijn
eenige eerzucht is, mijn vader een zorge-
loozen levensavond te verschaffen. Zoo
dra het mij beter gaat, moet u beslist
eens overkomen.
Nu eindig ik; u en onze beste oude
Barbel hartelijk gegroet van uw trouwen
zoon, Ernst."
„Lieve God. mompelde Herben
Neist innig dankbaar. Hij was diep ge
schokt, door dit hartelijk levensteeken
van zijn jongen, die zoo ver van hem
verwijderd leefde.
Karei stond op den brief te staren.
„Een flinke kerel is het," zei hij be
wonderend. „Dit had ik niet van hem
verwacht."
Vervolg op blz. 26
zuiver wollen kamgaren
dat Bleyle-japonnen door geschoolde handen met
groote toewijding en zorg zijn vervaardigd. U
kunt ieder model critisch op coupe en afwer
king onderzoeken, steeds zult U tot de overtuiging
komen, dat „Bleyle" U werkelijk iets bijzonders
biedt. Alle Bleyle-japonnen zijn elegant, daarenbo
ven gemakkelijk, practisch en voordeelig in prijs.
Vraagt het adres van den dichtstbijzijnden leverancier alsmede alle gewenschte inlichtingen
aan L. Zaalberg. Prinses Marielaan 16a, Wassenaar