OP V11 SS.OOO KILOMETER Si a m DE WERELD ROND ALS VLIEGTUIGPASSAGIER IV. VAN RANGOON NAAR HANOI NOORD- f AMERIKA kSANFAANCISCO ÜjLOJ ANQÊLtS lift LUN uipzic ^BOfPAPétT AM5TI UêNÏOAD STILLE OCEAAN HtNAH*Kog y ZUID- iff »AMEBIKAgo I «X>jfjAMI*0 LAUSTRAlll Flitsen uil B angkok oor liet dag is, zijn wij weer „boven". De vijf vingen aan de Shwe Dagon gloeien nog. En dan gebeurt er plotseling iets w onderbaarlijks in de grijsgrauwe diepte: op honderd, op duizend plaatsen beginnen gouden torentjes te glan zen. Het zijn de spitsen van de kleine pagodes, die, elk door een dankbaren geloovige gebouwd, in on telbaar aantal over 't land schap verstrooid liggen en waarin nu de eerste hori zontale stralen van de zon weerspiegeld worden. Het is, alsof in de donkere aarde gouden zaden ontkiemen. Langen tijd zien we dan geen sporen van menschen meer. Na een korte vlucht over zee het is de Gulf van Martaban komt een gebergte met bosschen zon der huis of hut. Ergens tusschen de begroeide top pen dooft een vuur. Kara vaanreizigers hebben 't mis schien aangestoken. Be- schermingtegen depantersvoor zich zelf en voor de kudden, die zij op een vermoeienden, wekenlangen tocht over de passen drijven. Voor blanken was deze wildernis tusschen Birma en Siam tot 1924, toen een „vliegende Hollander" haar voor het eerst ver kende, een groene muur aan het einde der wereld. En boven de tinnen van dien muur stormt het. Vijf jaar gele den moesten wij hier nog voor het geweld van de elementen rechtsom keert maken. Maar nu lachen de motoren er omop 5000 meter hoogte trekken ze den luchtexpres over het oerwoud heen. En hoe strijken wij in de laagvlakte neer! Ik zit aan het raam en laat mijn koffie koud worden, mijn hart klopt ook wel zonder dien opwekkenden drank. Voor de tweede maal smaak ik nu dit gelukuit een hemel, waarin kammen uit een vroegere wereld omhoogsteken, op een tropischen tuin van het paradijs neer te zweven en Kei rijk, Ja* zich moderniseert tusschen het glinsterend water de op palen gebouwde hutten, de huizen van marmer en de driehonderd tempels van deze sprookjesachtig bonte stad te zien opduiken, die Bangkok heet. En dan te weten, dat ik hier tien dagen mag blijven! Mijn metgezellen van den Neder- landsch-Indië-vluggerd moeten over tien minuten al weer-weg; vanavond zijn ze in Singapore en morgenmiddag „Goeden dag, Bata via!" Mijn fototoestel mag eindelijk uit de ver zegelde kast genomen worden, mijn jas echter wie denkt daar in de hitte aan vliegt naar Java. Eerst boven den Stillen Oceaan zal ik aan haar denken: blij, dat zij al leen reist. Op deze breedten zwerft men nu eenmaal jasloos op aarde rond. Bij de deur van mijn hotel wachten de riksja-koelies zooals vroeger. Maar ze zijn „gemoderniseerd": de rollende stoel, dien zij als een paard aan den disselboom voorttrokken; is een auto op drie wielen geworden maar met een menschelijken motor. Zij loo- pen niet meer, zij trappen op de peda len en de koelie-longen hijgen. Ook Siam heeft een .schoonheidskoningin' Juffrouw Wong-Duen Bhumiratana won den uitgeloofden prijs en kreeg prompt een con tract bij de Siameesche filmmaatschappij, die niet zoo la/ng geleden werd opgericht. Voor mij schuift een rug in een met zweet doordrenkt blauw hemd heen en weer. „Hoe Tien Lao" heb ik gezegd en dat beteekent: „Het voor portaal van de zee en van den hemel." Hier moet ik 's avonds eens goed uit kijken. Jade gebraden eendebout ruikt nog lekkerde krabben blozen nog in boter en de mensch ver slindt hier den haai - al zijn het maar de zachte vinnen, die in één van de zeven maal zeven soepen van het Chineesche restau rant drijven. En als dan ook de vijfhonderd jaar oude eieren, die dit jaar nog gelegd werden, als bijna zwarte schijfjes opgediend zijn. dan kan ik een etage hooger klimmen. Dan hoor ik kinder stemmetjes. Vijf jaar ge leden had je dat nog niet dat men 's morgens van bijna elke straat uit leer lingen in koor het A B C hoorde uitspreken. Een nieuw en helder instru ment weerklinkt in de symphonic van deze stad, het weerklinkt uit de voormalige particuliere wo ningen, officieele gebouwen en ten toonstellingspaviljoens. Zooveel school lokalen als de plotseling ontwaakte drang tot ontwikkeling eischto, kon de minister van onderwijs niet vinden. Naast de kinderen zie ik ook de ouders paar aan paar zitten. Niet om te kijken wat hun spruiten kennen: zij spellen hetzelfde leesboekje uit. „De olifant, dat is een heel groot beest De jeugd doet aan sport. Boksen mét handen en voeten zooals dat hier gebruikelijk is. En iedere gymna siast droomt van een beker, waar je niet uit drinkt. Het is de prijs in de schoolwedstrijden, waar het in den tropischen middag, bij een tempera tuur van 30 tot 40 graden, levendig toegaat en waar toch niemand last van zijn hart krijgt. Zelfs de meisjes een jaar of tien geleden had men „Onmogelijk!" geschreeuwd in alle toonaarden -doen mee. Zij dragen Siam bezit thans een met moderne strijdmiddelen uitgerust leger. Men ziet hier tanks en vliegtuigen tijdens een oefening. Op den voorgrond worden de manoeuvres gefilmd door Siamneezen, die in Amerika werden opgeleid. Siam moderniseert zich en een van de belangrijkste symptomen is de grondige vernieuwing van het onderwijs. Allerlei gebouwen werden ijlings als scholen ingericht, waar jong Siam thans onderwijs ontvangt. Een jeugdige scholier te Bangkok demon streert zijn sehrijfkvmst. 30

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 30