Van het westelijk deel is alleen de slangentoren blijven staan. Soldaten zijn er niet meer te vinden maar wel (dat zegt de naam reeds) taUooze slangen. Op den achtergrond een reusachtige stoet van inboor lingen, die van Ovambo-land naar Zuidwest-Afrika trekken. Voor eiken wagen zijn ongeveer vijftig ezels als trekdieren gespannen. Een gedenksteen ter herinnering aan de belegering van fort Namutoni door 500 Ovanibo's. De vesting werd verdedigd door zes Duitsche soldaten, die er in slaagden haar te behouden. Vroeger het bolwerk tegen de woeste Ovanibo's, heden de vreedzame woning van een Zuid- Afrikaanschen sergeant der politie, zijn vrouw en één agent. Een paar honderd nieter van het gebouw ver wijderd ligt de groote Etochazout-woestijn, waar ontelbare wilde dieren voedsel zoeken. Deze zoutpan is echter een natuurreservaat en het is dus verboden jachtterrein. Dientengevolge zijn deze heesten zoo vertrouwd, dat iu de onmiddellijke nabijheid van het fort gnoes en zebra's, ja zelfs springbok ken en antilopen grazen. Van den wachttoren kan men ze als kleine zwarte puntjes in kudden langzaam over de boomlooze vlakte zien trekken. Een vreedzame vesting in een paradijs voor dieren Twee leiders van een groot transport geven hun patronen af aan den agent van politie. Elke inboor ling is verplicht zijn wapens af te staan bij het betreden van Zuidwest-Afrika.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 4