DE LEGENDARISCHE
fREUZENPANDA-,
-1
Het meest actueele en j
romantische dierj
j tevens het zeldzaamste j
e tijd ligt nu achter ons, dat de
f TA dierentuinen telkens met nog nooit-
y geziene „monsters" konden adver-
teeren. Ieder plekje van den aardbol
is immers intusschen mét zijn wilde
volksstammen, zijn diersoorten en plantenleven
ontdekt en verkend. De eerste giraf (nl. Florence
1487), de eerste olifanten (Frankfort 1443 en 1473),
de eerste orang-oetan (het Kleine Loo van prins
Willem V, bij Den Haag in 1776) waren sensaties!
In onzen tijd volgden als premières de gorilla en de
zeeolifant, dien de lezers wel op de Brusselsche ten-
oonstelling met verbazing aanschouwd zullen keb-
>en. Onze Artis verscheen met den Komodo-draak of
,'araan en met den eersten, in gevangenschap eieren
jge enden reuzensalamander uit Japan. Waarschijn-
jk kent de lezer het verhaal van den braven boeren -
oon, die bij het verlaten van het park woedend
egen den portier uitviel: „Maar mij nemen jtillie
liet beet: zulke beesten bestaan niet!" Hij dacht
leker, dat de directie ter wille van het entréegeld
allerlei beesten verzonnen (en gemaakt?) had.
De soorten, die tegenwoordig nog uit verre wilder
nissen aangevoerd (kunnen) worden, zijn geen open
baringen meer, doch eerder zeldzaamheden voor de
kenners, als het dwergnijl
paard, de okapi, de bongo
antiloop ofwel nog onvol
doende beschreven insecten
of visscken. We dachten
althans, dat onze doorreis
de aarde geen dierlijke ge
heimen meer had. En tóch...
Het gesloten land!
Uit het voor vreem
delingen en vooral
blanken gesloten en
dan ook gevaarlijk Ti-
betaansch bergland,
den bewonderaars van
den koenen Azië-reizi-
gerSven Iiedin niet on
bekend, komen broks
gewijs griezelverhalen
overwaaien over den
afgrijselijken sneeuw
man. Die sneeuwdui-
vel, wiens mensch-
achtige naakte-voet-
sporen op het onge
repte sneeuwkleed
der barre hoogvlak
ten den eenzamen
bergbewoners den
schrik' om het hart doen
slaan, boezemt sinds men-
schenheugenis de schaar-
sche bevolking een soort
heilige vrees in! Eenieder,
die niet van de wind-
geteisterde gletschervelden
terugkomt, is.natuurlijk
de prooi van dit spook-
monster, als verschijnsel
niet ongelijk aan onzen
vroegeren manwolf of weer
wolf, 'n wreeden wrekenden
geest, slechts af te wenden
met anti-toovermiddelen.
De negen maanden oude reuzen-
panda van den Londenschen Zoo
met haar bewaker. De directie van
den dierentuin betaalde duizend
pond sterling voor dit exemplaar.
Verleden jaar heeft in de
Engelsehe pers een penne-
strijd gewoed over foto's
van die onheilspellende
sporen. Het ging tusschen
een dierkundige, die er
niét, en een reiziger, die er
wél gew eest was. De boe
kenman herkende ze nl. als
den voetafdruk van den
rooden beer: de bereisde Roel beweert, dat die
berensoort, de Isabelbeer, in die bergketens van den
Himalaya in 't geheel niet voorkomt. Een derde
gelooft, dat het best. de zolen van een otter
kunnen zijn. Ook neemt men aan, bij dit alles den
afschuwelijken sneeuw boeman zoo maar negeerend,
dat het wel eens de geheimzinnige reuzenpanda
zijn kan. En dót kan men nu onderzoeken. Er zijn
namelijk voor het eerst reuze panda's levend naar
de beschaafde wereld gekomen; jonkies nog. Wat wil
dat zeggen? Zeer veel! Aan deze diersoort is een
aangrijpend avontuur verbonden:
Omhuld van geheimzinnigheid
Groote panda'skent u niet, is 't wel? Ze komen
dan ook niet voor in het schoolboek der natuurkunde,
hoogstens in de volledigste moderne werken. De
dappere zendeling Vader David, die jaren het on
metelijk binnen-China doorkruiste om er geloof en
licht te verbreiden en die al zwervende waardevolle
aanteekeningen maakte, is de eerste geweest, die
dezen witzwarten beer in 1869 in de onherbergzame
Moupin-bergen is tegengekomen. Daarna werd
maai- ééns 'n panda
gezien en toen door
een Amerikaansche
espeditie geschoten.
Met andere woorden
ergens leeft een groot
zoogdier, waar de we
tenschap niets van
weet dan.... den naam!
Dót prikkelde de on
derzoekers, de dieren
vrienden, jagers en
avonturiers om dit
wezen in zijn woeste,
witte, verlaten berg-
oorden te gaan op
sporen.
Alles op alles!
Hiertoe behoorde de na-
tuurvorseher Harkuess, een
„Amerikaansche Visser van
den Karakoroem", die er
met zijn onversaagde vrouw
op uittrok. Hij verloor hier
bij het leven - de weduwe
stelde zich meteen tot eere
plicht den laatsten wensch van haar man ten
uitvoer te brengen: niet zonder panda('s) terug
te keeren. Na velerlei ontberingen en gevaren en
beslommeringen o. a. de voeding voor deze
vreemde soort, die zij dus maar naar beste weten
den haast niet verkrijgbaren bamboe te eten gaf,
die groeit in het armzalig panda-gebied is dit
de doortastende vrouw gelukt. Met één jong, een
wijfje, Su-Lin genoemd, kwam zij thuis! Alleen....
Su-Lin maakte een geweldigen opgang, mede
wel te begrijpen om de dramatische omstandig
heden rondom die Tibetaansche wondervondst.
Nauwelijks terug organiseert mevrouw Hark-
ness, thans door een vreede leerschool beter op
de hoogte van de onmisbare uitrustingen, weer
Een tweetal roode Himalaya-panda's uit het dierenpark te Wassenaar.
een panda-tocht. Doel: nu een mannetje erbij. Die
na jacht bracht, na even vele belevenissen bij het Dak
der Wereld, zooals de Himalayabergen wel genoemd
worden, een tweede panda over. Jammer genoeg
bleek dit exemplaar, Mei-Mei, wat (ironisch?) be-
teekentKleine Zuster in het Mongoolsch, óók een
vrouwelijke panda. Inmiddels is nummer één, Su-Lin,
zoo pas in de Brookfield, diergaarde van Chicago
doodgegaan, terwijl - men kent nu het wel zeer
beperkt leef district in oostelijk Tibet tegen West-
China aaneen derde, Pandora, óók al een dametje,
is aangevoerd. En zoo juist brengt zekere majoor
Floyd Tangier Smith op 22 December j.l. niet minder
dan vijf panda's mee, waarvan er eentje, Baby, in
Londen zal achterblijven. Bij het interviewen van de
panda-pionierster hebben de Amerikaansche verslag
gevers het er zeker dik opgelegd, want zoodra het
bericht kwam, dat men wéér panda's ging halen,
brak een storm van protest los
Wat is nu een reuzenpanda
of Ailuropoda melanoleuca
Zooals van onze afbeeldingen wel op te maken
hoort hij tot de beren en wel speciaal tot de onder
familie der z.g. waschberen, dewelke alleen in Ame
rika voorkomen en o.m. in ons land gehouden worder
als pels-leverend diertje. Eigenlijk is de soortnaam
ongelukkig gekozen, omdat 'n ieder daaruit zor
afleiden, dat hij een vergroote uitgaaf vertegen
woordigt van de gewone (kleine) panda of kat-
beer. Dit is toch niet het geval, want die eekhoorn-
kleurige beerachtige poesen hebben om te beginnen
een staart en de reus niét. Van die roode Himalaya-
panda's bezit ons land vier exemplaren, het eigen
dom van den verzamelaar P. W. Louwman, die zich
te Wassenaar een eigen artisje ingericht heeft.
Neen, de witte Ailuropus vormt een klasse op
zichzelf,want het gebit toont eigen eigenaardigheden,
terwijl ook de rare kleurverdeeling alleen staat. Ook
heeft hij den naar verhouding breedsten kop onder
de vleescheters, hoewel evenzeer plantenkost nut
tigend. Bij het in 't leven willen houden staan de
oppassers nog machteloos en zonder ervaring tegen
over het dagelijksch vraagstuk het goede voer.
In tegenstelling immers tot vrijwel alle natuurdieren
is alleen de groote panda nog nooit door veld-
biologen in zijn soortelijk milieu gadegeslagen. Even
min zijn er verstandige inlichtingen over in te winnen
van de nurkscke en weinig-talrijke bergbewoners,
die zelf een te harden dobber hebben om aan den
kost te komen dan dat zij er ooit voor de aardigheid
tamme panda's op na zouden houden. Trouwens zij
vreezen als booze geesten alle beren van het Dak der
Wereld, welke steenklomp met z'n onoverwinnelijken
Everest en Pamir en weinige bergpassen aardrijks
kundig het tropisch Britsch-Indië scheidt van het
onmetelijk Siberisch steppenlaud en daarbij als een
gordelvesting zijn bergstammetjes sedert eeuwen
afsluit van de verdere wereld ongerept, onbekend
als. de panda. Het is eenzelfde heidensclie angst
als eertijds de noordelijke volken van ons wereld
deel hun meest gevreesden woudgeest den bruinen
boschbeer tot afgod en overweldiger deed uit
roepen den barschen, grimmigen Isegrim der fabels.
G. DE JOSSELIN DE JONG