r«
Doe als ik
VOM
CUTE*
neem dagelijks Ovo!
23
dat het soms moeite kost vooruit te
komen. Het hier is nu weer best. maar
duur duur! Alleen de rijkelui hebben
er nog plezier van. Het is jammer,
doodjammer."
„Maar zoo nu en dan kun je er toch
zeker nog wel eentje nemen f"
„Zelden, jongen. Hoogst zelden. Ja,
als je oom iederen dag met zijn ossen
kwam, zou het nog gaan. Hij is de eenige.
die het land nog liefheeft. Alle anderen
willen naar de machines. Zij kunnen
niet anders, och neen. Wij, ouden, kun
nen er ons echter niet aan wennen."
„Je moet het roer omgooien, baas
Kugel," ried Karei hem aan. „Je moet
iets nieuws aanpakken."
De smid boog het krachtige hoofd
naar voren. „Wat? Ook de fabriek
ingaan? Of naar de groote mijnen?
Keen, jongen, die vreugde zullen ze
niet aan me beleven. Al ga ik hier voor
mijn smidshaard dood, toch wil ik mijn
leven lang een vrije meester blijven,
die zich door niemand iets hoeft te laten
eommandeeren."
„Dat bedoel ik niet, Kugel! Je moet
alleen je smederij in een modern bedrijf
veranderen! Het ziet er hier nog uit
als in de middeleeuwen."
„Loop naar de maan met je modern
bedrijfIn dat moderne zit het 'm juist.
Ha! hoe zou iemand van ons nu nog
modern kunnen worden? Hoe kun je
uit een ouden eik nog eens een jong
boompje maken?"
„Kom, kom, waar een wil is, is een
weg. Als die smederij van mij was,
had ik hier allang een tankstation voor
auto's gebouwd."
„Een tankstation?" Hieronvmus Ku
gel sperde wijd zijn oogen open.
„Ja zeker. Je werkplaats ligt hier aan
een drukken weg. Het zou een aardige
bijverdienste zijn. En wellicht zou ik
ook nog voor 'n reparatieinrichting voor
auto's en motoren gezorgd hebben."
„Wat? Zoo'n nieuwerwetsche.
„Natuurlijk. Nu de paardentractie
uit den tijd raakt, dien je je in te stellen
op de behoeften van de meer moderne
verkeersmiddelen. Dat is vanzelfspre
kend, zou ik zeggen. Je moet met de
eischen van den tijd meegaan, mijn
waarde, en als het kan ze zelfs vooruit
loopcn. Dat is de manier, om er te ko
men en te blijven. Maar luister eens,
baas Kugel. Ik kwam eigenlijk voor iets
anders. Je moet me helpen een paar
stukken gereedschap te maken, die ik
uitgevonden heb."
„Een uitvinding?" vroeg Kugel ver
bluft.
„Juist,, zelfs meer dan een. Maar
mondje dicht, Kugel. De menschen
hoeven er nog niets van te weten ze
kletsen en lachen me te graag. Je
spreekt er dus met niemand over, hoor
je? Het blijft een zaak onder ons!"
Kort voor Paschen had Karei Neist
op het station in Siegen een vreemde
ontmoeting. Hij zat in den trein, die
binnen weinige minuten zou vertrekken,
toen er plotseling een meisje het perron
op kwam. Zij droeg twee koffers en
kwam recht op zijn coupé aan. Karei
zat in een krant verdiept en bespeurde
eensklaps, dat iemand vergeefsche moei
te deed de coupédeur te openen.
Vlug stond hij op en kwam hetjneisje
te hulp.
„Dank u wel!" sprak zij met een hel
dere, vriendelijke stem. „Zou u mis
schien nu nog zoo goed willen zijn mijn
koffers aan te nemen?"
„Tot uw dienst, juffrouw!" ant
woordde hij beleefd. Een voor een nam
hij de koffers van haar over en depo
neerde ze in het bagagenet.
„Dank u ze zijn niet licht," her
nam het meisje, terwijl zij hijgend
plaats nam.
„Voor een dame zelfs tamelijk zwaar,"
beaamde hij. Het meisje was jong en
knap, stelde hij vast en toen hij weer
gezeten was, vouwde hij zijn krant op
en borg haar in zijn zak.
„Ik heb het gelukkig toch gehaald,"
ging zijn vis-A vis met een opgewekten
glimlach voort. „Ik was bevreesd dat
ik te laat zou komen."
Zij bleven alleen in den coupé en een
oogeublik later vertrok de trein. Het
kwam Karei voor, dat het meisje hem
bekend was en ongemerkt bestudeerde
hij haar gelaat. Die gevulde wangen en
die bruine oogen, waarboven de donkere,
wenkbrauwen bijna ineen liepen, herin
nerden hem in elk geval aan iemand,
doch tevergeefs vroeg hij zich af aan
wie.
Diezelfde vraag hield ook het meisje
bezig. Zij was bijna zeker dat zij dien
jongeman al eens meer had gezien, maar
haar geheugen liet haar eveneens in
den steek. Haar blik rustte even op
zijn verminkte hand en onwillekeurig
stak hij deze in zijn zak.
De trein denderde door de beboschte
dalen en over de spoorbrug van de
Sieg. In de weiden in de vlakten prijkte
het eerste jonge gras; een schuchter
waas van helder, frisch groen. Ook de
heggen en bossclien droegen de kleuren
van het nieuw ontwaakte lenteleven.
De lucht was vervuld van zachte geuren
en het klare licht vergunde een wijd
uitzicht over de hoogten en dalen.
„Een heerlijk land, ons Siegerland!"
hernam het, meisje gelukkig en blij.
„Ik dank den hemel, dat ik weer thuis
ben."
„Bent u op reis geweest?" waagde
Karei te informeeren.
„Neen, op reis niet, maar ik ben lang
op een kostschool geweest."
„Zoo, op een kostschool. En bent
u nu met vacantie?"
„Neen, het is afgeloopen. Ik ga naar
huis en tien paarden trekken er mij
niet meer vandaan." Onbevangen en
opgewekt ging zij voort. „Het eind
examen heb ik gelukkig afgelegd. Met
„ach" en „wee" ben ik er door gekomen.
Mijn arm hoofd krijgt eindelijk rust.
Leve de vrijheid!"
Karei glimlachte. „Ja, de vrijheid
zult u daarginds wel hebben moeten
missen."
„En of, maar nu is alles voorbij en
mijn vader heeft, zijn zin. Die wilde met,
alle geweld een geleerde en voorname
jongedame van me maken
Haar openhartig gebabbel amuseerde
Karei. De vraag waar hij dat aantrek
kelijke meisje meer had gezien liet hem
niet los; spoedig zou hij er antwoord op
krijgen. Toen de trein het station na- j
derde, waar hij uit moest stappen, stond
ook de jongedame op.
„Zou u misschien zoo goed willen
zijn mij nog eenmaal met mijn koffers
te helpen?" vroeg zij.
„Moet u er hier ook uit?"
„Ja zeker. Hier woon ik, meneer." I
„U? Hoe is het mogelijk!"
„Waarom verbaast u dat?"
„Wel, ik ken u heelemaal niet en ik
woon hier toch ook."
Hij knikte haar lachend toe en het
meisje nam hem nogmaals op.
„Woont u hier al lang?"
„Zoolang ik leef, want ik ben hier
geboren."
,.Ik weet heusch niet wie u bent,"
lachte het meisje geamuseerd. „Mag ik
misschien vragen hoe u heet?"
„Ik heet Neist Karei Neist," stelde
hij zich met een lichte buiging voor.
Op hetzelfde oogenblik knarsten en
schuurden de remmen langs de wielen
van den trein en dat merg en been door
dringend geluid dempte den uitroep van
Vervolg op blz. 26
Schiaparelli
staat borg
voor de nieuwe
Cutex-tinten
Deze beroemde Parijsche mode
kunstenaar beoordeelt de nieuwe
fraaiere nagellak-tinten als volgt:
„Zij geven het juiste accent,
waardoor de nieuwe mode
kleuren van dit seizoen nog
beter tot haar recht komen".
Zooals alle Cutex-tinten, zijn
ze gemakkelijker aan te brengen,
dagen langer houdbaar, zonder
te barsten, af te schilferen of
te verkleuren.
SAGE I, LAK
CLOVER - TULIP - THISTLE
Het ligt binnen Uw bereik, het
geluk voor U te winnen door een
verzorgd, jeugdig frisdi uiterlijk.
Gebruik Khasana Rouge en
Lippenstift, die Uw gelaat en lip
pen steeds jeugdige frisdiheid
schenken. - Beide zijn tegen weer
en water bestand en kissproof.
Voor een discrete teint: Superb,
voor een levendige kleur: corail
of cannin, voor een zongebruind
uiterlijk: Khasana-Soleil.
11 U«»u£*-
Fl. 1.25,-.75, .35
GeneraalvertegenwoordigingJ. WINKEL JZN.
Den Haag, Merwedestraat 47
^*Sfg{
Ovo geeft U weer dat gevoel van door en door
gezond zijn. Ovo brengt U weer een kem-ge-
zonde tint en beschermt U tegen alle weers
invloeden. Griepgevaar vermindert in zeer
belangrijke mate, als U geregeld Ovo neemt.
Duizenden jonge mannen en vrouwen
gebruiken dagelijks één of twee kop
pen Ovo en voelen zich er best bij.
Zoudt U 't ook niet heerlijk vinden U
eiken dag opgewekt en gezond
te voelen Natuurlijk, maar
't moderne leven geeft U
daarvoor weinig kans,
tenzij U geregeld
Ovomaltine
gebruikt!
levenskracht