53.000 KILOMETER OP DE WERELD ROND ALS VLIEG TUIG PA SSA GIER V. VANHANOI NAAR HONGKONG Een der geweldige slagregen*, zooals die slechts in net oosten voorkomen, is op komst: ijlings brengt deze koelie- vrouw haar kind in veiligheid. Het oosten moderniseert zich, in de straten der groote steden wordt de riksja verdrongen door den driewieler. De koelies, die vroeger voor de lichte karretjes draafden, zitten nu voorop en brengen hun voertuig door trappen in beweging. Een vreemde kerel in Kanten ben in China. Loengtsjou heet het hier, de eerste vlieghaven over de grens. Uit 'n schuur komen gele kerels aangerend, die nog onder het loopen hun broek oui hun heupen aanhalen... „Pas!" heeft er eentje ge zegd en steekt al begeerig zijn hand uit. Anders heb ik altijd How do you do, Salem Aleikum of Bonjour gehoord; hier zeggen ze: „Pas!" Twee maal moet ik mijn naam onder een document zet ten. Het zijn Chineesche letterteekensof ik mijn doodvonnis onderteeken, kan ik niet nagaan. Hoe impopulair ben ik in China! Nu staan daar ook nog vrouwen om ons heen, waarvan elk met een waaiertje wuift, ononder broken en zoo heftig, alsof ze het niet tegen de hitte deden, maar uit nervositeit. Een moeder scheldt op haar naakte kinderen, die nog niet vermoeden, dat ik een spion uit Tokio zou kunnen zijn, en beveelt hun van mij weg te gaan. En dat terwijl de mannen al heb ben nagekeken, dat mijn fotografietoe stellen verzegeld zijn. Een verrekijker heb ik ook niet. Ook is het verboden teekengerei aan boord mee te nemen. De volgende stap is: een blinddoek. Na een vlucht van twee uur is het beeld nauwelijks anders: vlieghaven Nanning. Dicht bij de groote stad, waarvan wij de blauwe daken en de straten met arcaden al van boven gezien hebben. Militair terrein is het hier, ik zie hier dertig lesvliegtuigen staan. Leerlingen met een parachute op hun rug nemen hun plaatsen in: anderen glijden uit de lucht omlaag. Ik heb niet veel kans om hier op mijn gemak rond te kijken, want ik word RLUN r/M/c J. tofOAMir ,t NOORD- AMERIKAUT; OJ AUQtLlS S-JMttOtT, StSNAMSJaM':.^ ZUID- ff X ERI' Aio trjAnnna ...--w" STILLE J§^#,D,SCHE 1 OCEAAN OCEAAN U5TRALIf op den voet gevolgd door een kleinen, sierlijken soldaat op touwsclioenen. Met zijn spuit over den schouder en zijn patroontasschen aan den riem om zijn azuur-blauwe uniform stapt hij afgemeten achter mij aan. Of hij zou schieten als ik nu bijvoorbeeld.... maar mijn vriend Hou, met wien ik op deze reis heb kennisgemaakt, komt me bevrijden. „Thee!" glimlacht hij. Die krijgen we onder een tent van bamboe, waar een afgedankte Ameri- kaansche auto als restauratiewagen dienst doet. Mijnheer Hou prevelt eenige verontschuldigingen: Alles nog een beetje primitief hier, het prachtige officierscasino nog in aanbouw, enz. Op mijn kopje zonder oor is een Europeesche manesekijn-sckoonkeid geschilderd; veel zoetelijker dan de in houd, dien men zonder suiker drinkt. „Een oogenblik, alstublieft," mijn heer Hou heeft het kopje gauw even weggenomen, het uitgespoeld en om het te drogen neemt hij nu een zak doek, die niet zoo erg schoon meer is.... „Erg aardig," zeg ik, „maar ik heb er zelf wel eentje!" Onze piloot staart maar steeds op de weerberichten, alsof hij Chineesck net zoo slecht leest als ik. Wordt er storm verwacht? Wij zijn toch maar opgestegen en nu maken we kangoeroesprongen in de lucht. De Chineesche hemel is vol gapende afgronden, waar wij in vallen. Aan dat gevoel, alsof men op de achter ste bank van een autobus zit, went men wel, maar nu schommelt onze machine ook al zijwaarts. Daardoor wordt het innerlijk evenwicht ver broken. mijnheer Hou kijkt naar onzen gezagvoerder en vloekt zachtjes. Het is jammer, want over dit land schap zou ik in een luchtballon willen zweven, honderd meter hoog en op een windstillen dag. Want de rijstveld terrassen daar beneden zijn beziens waardig als de mooiste pa goden. Is de architectoni sche arbeid van een volk een graadmeter voor zijn beschaving? Dan behooren wij ook deze grandioos aan gelegde akkers mee te tel len, de vernuftige wijze, waarop de meuschlieid hier in het verre oosten de- aarde vruchtbaar gemaakt fheefï I11 Kanton zitten we met een in de drukte en in de moeilijkheden. Een politie agent, overal om ons heen riksja's, fietsers, veel voet gangers ik richt mijn fototoestel op de menig te.... Had ik dat niet moeten doen? Nauwelijks heeft de sluiter geklikt, of de man in uniform, die het verkeer regelt, laat zijn arm zakken, komt als een Marathon-looper op mij af, rukt mij het toestel uit mijn hand en spreekt me in het Chineeseh aan! Ik versta het alsof het Hollandsch was: foto grafeeren, beteekent liet, grenst in Kanton aan landsverraad. De ge vangenis in wil dat zeggen, of beter nog: aan de galg! Maar nu komt Hou er bij: „Wij zijn nog maar twee uur in de stad, agent!" „Dat zeggen die kerels allemaal!" De agent beeft van woede. „Mee naar het bureau!" En terwijl hij er ons naar toe brengt, houdt hij het fototoestel voor zich uit. als een bus met zeer onwel - riekenden inhoud. Op het bureau wordt er meteen over ons recht gesproken. Hou is mijn

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 30