GEBREID PAKJE GEBREID MEISJESVESTJE OOK VOOR BABY WORDT HET VOORJAAR X'-t De achterkant van het broekje wordt op dezelfde wijze gebreid, alleen de knoopsgaatjes vervallen. De beide helften worden nu op el kaar gelegd en tot den boord dicht genaaid. Dit laatste gedeelte wordt met een knoopje gesloten. We nemen nu de steken rondom het pijpje op 4 naalden zonder knop, waarna we in de rondte verder breien en wel in ribbelpa troon. (Een naald recht, 'n naald ave recht). Wanneer we op die manier 6 toeren hebben gebreid kanten we alle steken af. Voor de schou derbandjes zetten we 6 steken op en breien in hetzelfde patroontje als van het broekje tot we een lengte van ongeveer 42 cm. heb ben gebreid. Ongeveer 2 cm. voor het einde breien we een knoops gaatje in. Het einde wordt in een klein puntje gebreid. Aan den ach terkant worden de schouderbanden aangenaaid en aan den voorkant opgeknoopt. BLOUSJE Rugpand. We zetten 70 steken op en breien hierboven een boord afwisselend 2 recht, 2 averecht, tot we in het geheel 12 naalden hebben gebreid. Nu breien we ver der in hetzelfde patroon als voor 't broekje werd beschreven. Wanneer we vanaf den opzetrand gerekend 60 naalden hebben gebreid kanten we te beginnen vanaf de 61e tot en met de 66e naald aan het begin van iedere naald 1 steek af. Boven het verkregen aantal steken breien we verder, tot we in het geheel 109 naalden hebben gebreid. Daar na kanten we alle steken af. Voorpand. Dit pand wordt tot en Grappig zijn ze, die kleine spulletjes voor baby en menig jong moedertje zal het hierbij afgedruk te pakje graag voor haar kleinen lieveling maken. Benoodigdheden voor het geheele pakje zijn: ongeveer 200 gr. dikke witte wol, waarin 'n kunst zijden draadje is verwerkt, 2 lange breinaalden met knop, nr. 2 Y2, 5 breinaalden zonder knop van de zelfde dikte en 6 kleine paarlmoeren knoopjes met gaatjes. Maten: Broekje: lengte 23 cm., breedte 28 cm. Blousje: lengte 27 cm., halve bovenwijdte 28 cm., binnenste mouwlengte 5 cm. Proeflapje: 25 steken in de breedte en 40 naalden in de hoogte meten 10 cm. LEEFTIJD 85e naald verdeelen we het werk 1 11/ IA Af? twe(' helften, waarna de beide 2 deelen apart worden afgebreid. Rechterhelft. Deze helft wordt tot en met de 94e naald gewoon verder gebreid. Bij de 95e naald wordt op een afstand van 2 steken vanaf het split een knoopsgaatje ingebreid (zie boven). Bij de 98e naald kanten we aan den kant van den hals 6 steken af. Bij elke volgende teruggaande naald kanten we aan den kant van den hals telkens 1 steek af (6 maal). We kanten dus in het geheel BROEKJE 12 steken af voor den hals. Boven het verkregen aantal steken breien we verder tot en met de 108e naald. Daarna worden alle steken afgekant. De linkerhelft wordt op dezelfde doch tegenge stelde wijze gebreid. Mouiv. We zetten 60 steken op en breien hierboven weer in hetzelfde patroontje als hij het broekje werd beschreven. Wanneer we, gerekend vanaf den opzet rand, 14 naalden hebben gebreid, begint de kop van de mouw. Vanaf de 15e naald kanten we aan het begin en einde van iedere volgende naald telkens 1 steek af, tot er in hot geheel nog 8 steken op de naald staan, die dan in één keer worden afgekant. We nemen nu de opzetsteken van het mouwtje zoo op, dat 't eenigszins ingehouden wordt (ongeveer 40 steken). Hierboven breien'we nu 6 naalden in het hierboven reeds beschreven ribbelpatroon. Kraagje. We zetten 10 steken op en breien hier boven in heen- en weergaande naalden recht (ribbel patroon) tot we de vereischte lengte hebben bereikt (ongeveer 160 naalden). We kanten nu af. De deelen worden in elkaar genaaid op de manier die de foto duidelijk laat zien. Het splitje van het blousje wordt aan den bovenkant gesloten met 2 knoopjes, die door een trensje aan elkaar verbonden zijn. LEEFTIJD 5-6 JAAR We zetten 34 steken op en breien hierboven af wisselend 2 recht, 2 averecht. De teruggaande naald breien we recht boven averecht en averecht boven recht, zoodat het patroontje verspringt. Dit pa troontje wordt nu verder telkens herhaald. Boven de middelste 22 steken breien we het kruisje. Hiervoor breien we de eerste 2 steken telkens te zamen tot er nog 2 steken over zijn, die gewoon in het patroon verder worden gebreid. Tegelijkertijd echter zetten we aan weerskanten van het werk te beginnen vanaf de 2e tot en met de 15e naald telkens 4 steken erbij op. Als het kruisje klaar is hebben we door dit meerderen in het geheel 70 steken op de naald. Boven dit aantal steken breien we verder tot we in het geheel 95 naalden hebbeu gebreid. Nu volgt de boord. Deze wordt afwisselend 2 recht, 2 averecht gebreid (in het geheel 12 naalden). Bij de 6e naald van dezen boord wordt aan weerskanten van het werk een knoopsgaatje ingebreid op een afstand van 2 steken vanaf den kant. Hiervoor kanten we 2 steken af, die we bij de volgende naald er weer bij opzetten. Benoodigdheden voor dit aardige vestje zijn 50 gram lichtblauwe, 10 gram gele, 10 grain oranje en 10 gram marine-blauwe zephirwol. Een lange haaknaald met knop nr. 3. Het vestje wordt in den Tunischen haaksteek gewerkt. Deze steek wordt als volgt gehaakt: We zetten een aantal lossen op (in dit geval 100 lossen) en steken vervolgens de haaknaald in de voorlaatste losse, slaan den werkdraad om de naald en trekken 'n lus door, die echter verder niet wordt afgewerkt. Dan steken we de haaknaald in de volgende losse en halen weer een lus door. Zoo halen we uit iedere volgende losse een lus, zoodat ten slotte de heele naald vol lussen staat. Teruggaande slaan we nu den draad om de haak naald en halen hem door de eerste lus. Nu slaan we den draad weer om de haaknaald en halen hem door de laatst verkregen lus en de vol gende lus. Op deze wijze werken we nu verder alle lussen af. Hiermede is 1 toer in den Tunischen haaksteek af. Iedere toer bestaat dus uit een heen- en teruggaande bewerking. Bij den volgenden toer (heengaande bewerking) haken we eerst 1 losse en halen dan weer een lusje uit het 2e lusje en uit elk der volgende lusjes

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 36