Je giftige
I> ij t e r
e stekelige
prikker en
Dm B tt
£cn duel tusschen twee
verdelgers uit het Zuid-
Nederlandsehe bosch
Tekst v<1 ii G. de Josselin de Jong I>ij
foto's van dr. Sclimidt-ScKaumburg
De jager is paraat! Langzaam ontrolt de egel zijn bol-borstelig lijf. Daar....
voor hem uitvlakbij en half verborgen achter een steen schuifelt over het
mos „iets" naar hem toe.... Opletten is de boodschap!
De eerste klap is het eigen leven waard. Al zijn stekelharen als lansjes
rechtop op zijn pantser ramt de muizendooder op het kronkelend, wriemelend
„iets" toezet er zijn tanden in en bijt zich vast I
't Begin van een spannend duel tusschen twee kleine roofdieren. De egel
heft z'n kwiek, pienter rooverskopje op en luistert gespannen. Hoorde hij daar
wat ritselen onder de struiken Ruikt hij een prooi
Maar het levend iets ontsnapt, óók overvlug van
beweging, zélf immers een roover. Het is een adder,
'n giftige boschslang, met 'n zigzagstreep op de huid.
't Is den aanvaller erom te doen de slang de
ruggestreng door te knauwen, zooals hij al zoo
menige veldmuis met één stoot de ruggegraat brak.
Q Onmachtig sluiten de kaken van de slang zich tel
kens en telkens en telkens weer om de haar
verwondende stekels op den egelromp. Zal zij ontkomen?