MARTINI LUIK 1939 f.'iKTlM r'"'" De Luiksche WATERTEN TOONSTELLING een up-to date verzameling van al wat het vernuft der hedendaagsche ingenieurs tot stand kan bren gen. Bezoekt de INTERNATIONALE WATERTENTOONSTELLING MEI-NOVEMBER 27 bedekte haar gelaat met de handen. „Zwijg, alstublief. smeekte zij. „Zwijg toch. Het volgend oogenblik begon zij zoo heftig te snikken, dat haar heele lichaam er van schokte. Bij den aanblik van die tranen ver dween al zijn verontwaardiging en bitterheid als sneeuw voor de zon. Hij verweet zichzelf dat hij een bruut was door haar zoo ruw met verwijten te overstelpen. Het deed hem leed om haar, dat hij zich zoo slecht had weten te beheerschen en heel rustig, bijna nederig nam hij opnieuw het woord. „Niemand zal durven beweren, juf frouw Krauert, dat ik een slecht mensch ben. En als ik heftige woorden heb ge bruikt, dan was dat alleen, omdat ik uw minachting niet kon verdragen. Juist üw minachting niet. Want ik denk heel anders over u, omdat ik niet geloof, dat u is zooals Hij beet zich op de lippen en vervolg de: „Het is ongelukkig, dat het verleden zich telkens weer opnieuw tusschen onze families dringt. Wij kunnen per slot van rekening aan het gebeurde niets doen. U niet, maar ik ook niet. Wij zijn aan alles onschuldig...." Het snikken van het meisje was be daard en met een diepen zucht wendde zij zich van hem af. „Juffrouw Krauert," hield hij haar terug, „moet dat ellendige verleden zich nu ook nog aan ons wreken! Kunnen wij dan ten minste de beleefdheid niet tegenover elkander in acht nemen? U zult toch wel willen toegeven, t u mij op een onwaardige wijze behandelde, toen ik u zooeven mijn hulp aanbood." „Als het waar is, wat u gezegd hebtzei ze met een wanhopige stem. „Het spijt me dat het zoover komen moest, juffrouw Krauert. Maar u dwong mij er als het ware toe. Ik kan veel verdragen, maar wat u mij aandeed niet. Dat heb ik niet verdiend. En mis schien. misschien is het wel goed, dat u alles weet. Hij keek naar haar afgewend gelaat en wierp vervolgens een blik op den wagen. „U moet naar huis wil ik eens zien, of ik het defect aan uw auto verhelpen kan?" „Neen," fluisterde het meisje ver stikt. „Naailes. maar als u onderweg even om'n monteur wilt telefoneeren?" „Uitstekend, juffrouw Krauert; ik zal het terstond doen," beloofde hij. Zonder groet ging hij heen, stapte in zijn auto en reed weg. Greta Krauert zette zich op de treeplank en staarde met leege oogen om zich heen. ZESTIENDE HOOFDSTEK In een bedrukte stemming reed Karei Neist verder. Hij ergerde zich omdat hij zich zoo door zijn drift had laten mee- sleepen. Greta Krauert was nog slechts een kind, toen haar broer werd neerge schoten en het lag voor de hand, dat zij de feiten uitsluitend bekeek van het gezichtspunt van haar ouders. Als hij verstandig had willen zijn, had hij ter stond rechtsomkeert moeten maken, toen hij het meisje herkende. Hij dwong zijn gedachten in een an dere richting. Hij moest aan zijn zaken denken. Zou hij bij zijn oom aangaan? Ja, waarom eigenlijk niet? Bang was hij niet voor hem. Waarom zou hjj het ook zijn? Zij hadden niets met elkander ge had en het kostte hem hoogstens een kwartier tijd. Als de zonderling geen ooren had naar zijn voorstel, dan ging hij eenvoudig weer weg en was er nog niets verloren Intusschen drong het beeld van Greta Krauert zich telkens opnieuw aan hem op. Hij zag haar bleek gelaat voor zich, met de bevende lippen en de blanke tanden daar tusschen. Ja, Greta Krauert was een knap meisje. In gedachten schudde hij het hoofd. Neen, daar kon nooit iets van komen. Hij mocht niet meer aan haar denken, want het zou een ongeluk zijn, als hij verliefd op haar werd. Werken moest hij, dag en nacht werken. Er waren nog volop moeilijkheden te overwinnen en die hadden al zijn aandacht noodig. Hij had zich immers tot taak gesteld de familie Neist het oude aanzien in de streek te hergeven? En die taak eischte hem geheel op en liet geen plaats voor de liefde. De hamers en machines dien den een luidere taal te spreken dan het hart De auto stopte voor het huis van den lompenmillionnair. Het was een oude Siegerlandsche boerenwoning, groot en gewichtig van aanzien. De blanke paneelen van de vensterluiken waren omlijst met houtsnijwerk van een diep bruine kleur. De kleine rechthoekige vensters waren ingezet met geslepen glas, waarin de zou een regenboog van kleuren tooverde. De laagvallende daken waren bedekt met donkerblauw leisteen een gift van de bergen, even solide en tegen het weer gehard als de bewoners daarbinnen. Het voorerf was geplaveid met witte rivierkeien en daar voor verhieven zich drie oude linden, die hun lommerrijke takken tot over het dak uitspreidden. Links van het huis strekte zich een groote tuin uit, die om geven was van een bultigen en brokke- ligen muur om zwervende herten, hazen en wilde zwijnen te weren. Achter het huis lagen de stallen en schuren. Dit was dus het stamhuis van het ge slacht Neist sinds eeuwen de geboor te- en woonplaats van vrije ijzerboeren. Voor den ingang aarzelde Karei even en staarde naar de zware, met ijzer besla gen eiken deur. Voor de eerste maal zou hij het huis van zijn voorouders betre den. Hij voelde iets als eerbied bij deze gebeurtenis en tegelijk bekroop hem het pijnlijke bewustzijn, dat het eigenlijk onbetamelijk was geweest dit eerste be zoek aan zijn oom van geldzaken af hankelijk te maken. Maar hij was niet de man, die zich van een eenmaal genomen besluit weer liet afbrengen hij zette alle bedenkingen van zich af en trok aan de bel. Hij moest tamelijk lang wachten. Eindelijk vertoonde zich een welgedane vrouw van ongeveer veertig jaar aan de deur. Zij moest de vrouw van den knecht zijn, die het huishouden voor zijn oom deed. „Wat wenscht u?" vroeg de vrouw, niet bepaald vriendelijk. „Ik zou meneer Neist even willen spreken 1" antwoordde Karei kortaf. „Waarvoor?" „Dat zal ik hem zelf zeggen!" „Hoe heet u dan „Karei Neist! Meneer Neist is mijn oom!" Wordi vervolgd opwekkend gezond s m a k e I i j k pittig n Geïllustreerd weekblud. Verschijnt Donderdags. Tezamen met ecu der periodieken ^^öd Amsterdam, Groot Rotterdam, sGravcnkage in Beeld, Ons Land, Ons Zuiden of Ons Zeeland k" i ?ei kwar*a?' °1 l 0.12Ys per week. Erauco per post f 1.75 per kwartaal bij vooruitbetaling. olonien f 7.63 per jaar bij vooruitbetaling Voor postabonnementen en adreswijzigingen van post al 8e*'eve men z>ch uitsluitend te wenden tot het bureau te Haarlem. Bureau's: ,p y-RLEM, Nassaulaan 51. Tel. Int. 13866. Giro nr. 142700. AMSTERDAM, N.Z. Voorburgwul 262. m!oo,0n- --*^170, Giro nr. 97946. ROTTERDAM, Stationsweg 24 Telefoon Interc 30540. Giro nr. 101781. s GRAVENHAGE, Stationsweg 95, Tel. Interc. 111666. Giro nr. 43141 UTRECHT, Biltstraat 142 telefoon luiere. 13473, Giro ur. 149597. 's HERTOGENBOSCH. Stationsweg 27. Telef. Interc. 4286. Giro nr. 129750. MAASTRICHT, Stationsstraat 20, Telef. Interc. 5851. Giro nr. 124690 VL1SSINGEN, liad- Uiusstraat5, Tel. 81.— De voorwaarden van onze gratis ongevallenverzekering zijn op aanvraag verkrijgbaar. HAVAS-GELDER

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 27