GRAAN UIT WATER 5K' sJ Ja» Adriaensz. Leeghwater schreef reeds in 1643 hel beroemde Haarlem- mermeerboek, waarin hij aantoonde, dat droogmaking van het gevaarlijke meer noodig en mogelijk was. rechten op het binnenzeetje bezat. Intusschen kon men de toekom stige gevaren afwachten, terwijl men de nadeelen van den bestaanden toe stand wel degelijk voelde, 't Kon raar spoken op het groote meer, en toen in 1836 een fiksche storm weer groote schade had aangericht, werd een rijkscommissie gevormd, die een plan voor de drooglegging moest indienen. Want de storm wind joeg het water door den Slo- terweg tot bij «le hoofdstad, en toen de wind draaide, was Leiden aan de beurt. Groote stukken vrucht baar land stonden onder watermen begreep, dat er iets gedaan moest worden om dergelijke rampen in de toekomst onmogelijk te maken, en Doe het niet, zei Bilderdijk indertijd, doe 't niet, want er komen ongelukken van. „Men zal hei droogmaken vermoedelijk eenmaal door drijven, maar de uitvoering zal den geheelen ondergang der provincie met zich sleepen. Aldus de dichter Bilderdijk, schrijvend over de plannen om de Haar lemmermeer droog te leggen, en hij was de eenige niet, die er 'n zwaar hoofd in had. Velen vreesden noodlottige gevolgen, de hoogheemraden voelden er niets voor, omdat zij bang waren dat hun waterboezem zonder Haarlemmermeer niet groot genoeg zou zijn, en Leiden wilde schadevergoeding hebben, omdat het vanouds de visch- Een Amsterdamsche kanper overvalt een Friesche turf schuit op de Haarlemmermeer (1782). Gezicht op het stoomgemaal Leeghwater en het dorp de Kaag naar een oiule prent. RHINOI.AN'D! «i. M r*E 1 N DI De Holtandsche binnenzee op een kaart van Rijnland en Amstelland uit de 17e eeuw. De Haarlemmermeer is hier nog verdeeld in LeytscheMeer, Haarlemmer Meer, OudeMeer, Nieuwe Meer (nog bestaand als verbinding Schinkel en Ringvaart), HelleMeer en SpieringsMeer. In Maart 1573 werd op de Haarlemmermeer onder Haarlem een felle slag geleverd fnaar een schilderij van H. Vroom),

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 28