JNLUGGET
Witte tanden:
Chlorodont
Tandpasta
NEDERLANDSCH FABRIKAAT
Tube 25 cent. Groote tube 45 cent.
23
Karei voelde den grond onder zijn
voeten branden. Het liefst had hij on
middellijk rechtsomkeert gemaakt. Maar
hij dacht aan zijn zorgen en daaruit
putte hij den moed na deze onvriende
lijke ontvangst in zijn voornemens te
blijven volharden. Maar hij zou de zaak
kort en bondig behandelen. En als oom
George „neen" zei, zou hij terstond ver
trekken.
„Wat ik wil?" echode hij. „Ik kom om
geld, oom."
George Neist vertrok zijn gezicht tot
een grimas en zijn smalle mond werd
heel klein en spits. Zijn sluwe oogjes
rolden vlug links en rechts in de kassen.
„Geld....? Hè, hij wil geld! Hèhè,
hij wil geld!" Hij liep Karei met voor
overgebogen schouders voorbij en bleef
achter zijn ossen staan. „Stuurt je vader
je hierheen?"
„Neen, ik kóm voor mezelf."
„Dat lieg je!"
Karei werd plotseling bleek. Men kon
zich van zoo'n zonderling veel laten
welgevallen, maar dit ging te ver.
„Ik hoop niet, oom George, dat ik er
als 'n leugenaar uitzie. U bent de eerste,
door wien ik me zoo kalm laat beleedi-
gen. Maar als u van plan bent me zóó te
woord te staan, vertrek ik maar liever."
Een van de ossen liet een brommerig
geluid hooren -het voer was op. De
lompenmillionnair klopte hem kalmee
rend op zijn rug.
„Kalm, Max! Je tweede portie krijg
je dadelijk!"
Toen gluurde hij weer naar zijn neef.
„Waarvoor moet je dat geld hebben?"
„Ik ben een fabriek begonnen, zooals
u misschien weet.
„Hèhè, dat weet ik dat weet ik.
Karei Neist Co., fabriek van tuin
gereedschap. Hèhè...."
„En bijna zonder kapitaal," ver
volgde Karei. „Ik ben lang in mili
tairen dienst geweest en het werd tijd,
dat ik me een zelfstandig bestaan
schiep. En zooals u wellicht weet heeft
mijn vader bijna alles verloren.
De oude man liet opnieuw zijn hatelijk
gegichel hooren.
„Hèhè.... ja, ja.... je vader...."
Karei liet de onderbreking het eene
oor in en het andere uit gaan. „Ik
ben heel bescheiden begonnen, oom.
Het waren mijn eigen uitvindingen, die
ik fabriceerde. Het zijn geen geweldige
uitvindingen, maar zij betroffen véél
gevraagde en nuttige artikelen. Op
de jaarbeurs in Leipzig.
„Wat?" viel de lompenmillionnair
hem opnieuw in de rede. Met een ruk
ging zijn hoofd omhoog en hij keek zijn
neef doordringend aan.
„Jawel, ik heb een stand gehad op
de jaarbeurs in Leipzig," hernam Karei.
„En daar heb ik zooveel en zulke belang
rijke bestellingen gekregen, dat ik ze
met de middelen en arbeidskrachten,
waarover ik op 't oogenblik beschik, on
mogelijk kan uitvoeren. Mijn ondervin
ding en succes hebben bewezen, dat mijn
artikelen werkelijk bruikbaar en nuttig
zijn en er zit dus een goede toekomst in.
Ik ben vast besloten ook zonder finan-
cieele hulp mijn doel te bereiken, maar
als ik eenig kapitaal bezat, zou ik er
gemakkelijker en vlugger komen. U
weet er nu alles van en ik had graag,
dat u maar terstond besliste, oom."
Met zijn mond half geopend had
George Neist naar zijn neef geluisterd.
Hjj kwam achter zijn ossen vandaan
en liet zijn onuitstaanbaar gegichel
weer eens hooren.
„Hèhè. hèhè.. oom.. oom..
zou je niet liever „geld" zeggen, in
plaats van oom?"
Karei slikte de hatelijkheid. „Zeker,"
zei hij geërgerd. „Hoort u soms ook
liever, dat ik gierigaard en schraper
zeg?"
„Dan zou je ten minste oprecht zijn!"
„Wat duivel! Is het mijn schuld
soms, dat wij beiden elkander niet
kennen? Misschien is 't uw eigen schuld
misschien ligt de oorzaak bij mijn
vader. Ik weet het niet en het kan me
ook niet schelen. Ik geef toe dat het
niet erg sympathiek is, hier mijn eerste
bezoek te brengen met het doel geld
van u te leenen. En om u de waarheid
te zeggen, berouwt me die inval reeds.
Dat neemt echter niet weg, dat u gerust
wat meer vertrouwen mocht stellen in
een neef. Uw lieve geld zou u natuurlijk
tot den laatsten cent terug hebben ge--
had en bovendien een behoorlijke rente.
Ik zou ook naar u toe gekomen zijn,
als u mijn oom niet was geweest. Ik
heb alléén geld noodig!"
„Hèhè, de heele wereld schreeuwt
tegenwoordig om geld!"
„Welnu, als u me niet wilt helpen
is het nutteloos hier langer tijd te
vermorsen," zei Karei geërgerd. „Het
beste, oomik geloof niet, dat we elkan
der nog eens zullen spreken na dezen
eersten keer.
Met groote passen liep hij den stal
uit. Geen wonder, dat zijn vader zoo'n
man links liet liggen! Enfin, hij had nu
kennis gemaakt en een tweede bezoek
aan het stamhuis van zijn geslacht
zou zich lang laten wachten. „Nooit
meer," mompelde hij.
Maar hij had het erf tusschen den stal
en het huis nog niet halverwege overge
stoken, of hij hoorde de stem van George
Neist achter zich.
„Wees toch niet zoo haastig, jongen!
Kalm blijven, altijd kalm!"
Karei bleef staan en wendde zich om.
George Neist kwam den stal uit loopen
en ging vlak voor hem staan. Zijn kleine,
listige oogen staarden hem scherp aan.
„Je bent Karei, hè?"
„Karei, jawel
„Hèhè, je moet niet zoo gauw óp je
teentjes getrapt zijn, mijn jongen! Als
je woedend bent lijk je precies op je
grootvader! En die was ook zoo gauw
aangebrand. Zonder een kop koffie ga
je niet bij me vandaan. Ja, een kop
koffie moet je nemen. Hèhè! En dan
zullen we toch eens over die zaak praten
ja, dan zullen we er eens over praten!
Kom maar mee, jongen!"
En tot Karel's stomme verbazing
nam hij hem mee door de achterdeur
van het huis. Hij volgde hem door een
ruime keuken en een schemerig portaal,
waarvan een breede draaitrap naar
boven leidde. Hier stond hjj op een
corridor met zware eiken kasten aan
de wanden. Aan een haak hing d'e vette
jas van oom George en op een plank
daarboven troonde zijn hooge hoed.
Hier trad Karei de woonkamer
binnen. Het was een laag vertrek en het
plafond was doorgebogen onder den
zwaren last van vele jaren. In het
midden van de kamer moest het zelfs
door een houten balk worden gestut.
Het meubilair was zeer eenvoudig en
ouderwetsck: een groote tafel met een
blank geschuurd blad en sterke, eiken
houten stoelen er omheen, met hooge,
gebeeldhouwde leuningeneen oude,
staande klok, die iederen antiquair een
glimlach van verrukking zou hebben
ontlokt; een schuifcommode en een
kast, op welker deuren het jaartal 1678
nog te lezen was. Naast de groote kachel
stond nog een oude leuningstoel en aan
de wanden hingen een paar portretten
naast oude, zwart gebrande mijnwer
kerslampen en bruin uitgetrokken berg
stokken.
„Hèhè," giebelde de lompenmillion
nair, „ga zitten, Karei. Je weet het niet,
maar hier zat je grootvader altijd. Dit
was zijn kamer en dit zijn stoel.
Vervolg op blz. 26
Iedere moeder die dit een
voudige en practische snelver-
band gebruikt heeft, kan er niet
meer buiten. In twee seconden
is elk wondje veilig en afdoende
verzorgd, door de bloedstillende
en desinfecteerende
werking van het gaas
kussentje. De elasti
sche pleister geeft met
elke beweging mee en
blijft goed zitten.
Reeds voor 15 Cent
verkrijgbaar.
„Hé, wat is er?"
„Oh, ik ben zoo moe en lusteloos."
„Neem een tip van mij, jij hebt
iets noodig om op te kikkeren.
Een dagelijksche dosis NUGGET
zal je heel gauw opknappen!"
SCHOENCRÊME VAN SUPERIEURE KWALITEIT
V0« -
di uw
10 en 20 ct.
Zwart, Donker-, Middel- en Lichtbruin, Rood, Wit en Blauw.