u
stammen.
Onlangs werd in Californië een boom
geveld, die volgens hei weienschappe-
lijk onderzoek 2200 jaar oud was,
een jeugdig siammeije dus, ioen de
Romeinen ons land veroverden, een
behoorlijk flinke boom, ioen Karei de
Grooie ioi keizer gekroond werd en
een oude pairiarch, toen Columbus
Amerika onidekie.
r*
Monarchen van het woud" noemen de Amerikanen deze hooye,
Het is dan ook geen wonder, dat men één soort
van deze torens onder de boomen „semper -
vivens", d.i. eeuwig levend, heeft gedoopt.
Dit is de roodhoutboom van de kust, die soms wel
een hoogte van 120 meter bereikt, maar die niet
zoo'n geweldigen omvang heeft als zijn familielid
de sequoia gigantea, welken men ten oosten
van San Franciseo in de
Sierra Nevada aantreft.
Deze reusachtige knapen,
die soms een hoogte van
150 meter hebben en een
doorsnede bereiken van
12 meter, zijn, zooals de
naam aanduidt, ware „gi
ganten"!
„Hoe komt het, dat
deze boomen zoo oud
worden?" vraagt men zieh
onwillekeurig af. In de
eerste plaats, doordat zij
practisch niet door schim
mels of parasieten aangetast worden. Het ontzaglijk
harde hout van een roodhoutboom weerstaat elk
rottingsproces, de dikke schors houdt zelfs het vuur
tegen en beschermt den boom ook afdoende tegen
wonden.
Hoewel de roodhoutboom dus weerstand biedt
aan het vuur, is hij niet onbrandbaar. Men vertelt
zelfs van een sequoia, die yier maanden achtereen
bleef branden. Een reiziger vertelt, hoe hij eens door
een bosch reed, waar roodhoutboomen van 60 meter
hoogte als fakkels opvlamden, de één na den ander.
Maar het merkwaardige was, dat, toen hij na 'n paar
dagen terugkwam, alleen het onderhout volkomen
weggeteerd was door het vuur. De stammen van de
sequoia's waren wel wat geblakerd, maar er was geen
enkele boom gevallen. Sporen van hevig vuur vindt
men ook in de stammen van gevelde boomen en zoo
kan men nagaan, dat hon
derd of vijfhonderd, ja zelfs
duizend jaar geleden een
boschbrand heeft gewoed.
Het nieuwe hout groeit om
de beschadigde plekken
heen. Heel interessant
voor den geleerde om
zooiets te constateeren,
maar de houthakker kan
zijn plezier wel op, want
een groot deel van het
hout is dan onbruikbaar.
Behalve door de dikke
schors en het harde hout
is de sequoia nog door zijn enorme levenskracht in
staat „eeuwenoud" te worden. Het is bijna onmoge
lijk een stuk roodhoutboom niet te doen spruiten,
ten minste wanneer men dit niet van de schors
ontdoet. Men vertelt van een rustieke bank van
sequoia-hout gemaakt, waar men vier maanden lang
de spruiten van moest verwijderen voor het hard
nekkig in leven blijvende hout eindelijk een fatsoen
lijke, doode bank werd.
Intusschen zouden al deze duizendjarige reuzen
,v»
Een reusachtige stam, waar
van de afmetingen duidelijk
blijken als men ze verge
lijkt met de -menschen op
den voorgrond.
Het houten kerkje te Santa
Rosa (Californië) is ge
maakt van de planken, ge
zaagd uit één stam van den
roodhoutboom. Het gebouw
biedt ruimte voor 400 per
sonen, de toren is 30 meter
hoog en nadat de kerk klaar
was bleef er nog ongeveer
van den stam over, dit
ja ongeveer 60.000 planken.