PEPSODENT TANDPASTA ...BEVAT IRIUM THOPADIA -% VOOR GROOTERE REINIGENDE WERKING D e laatste dei- PI alyoeten 14 Rosemary Lane, filmster van Warner Bros, in „Vier Dochters" Een vroolijke schitte ring van parelwitte tanden verheldert Uw gelaat - zoodra U op kijkt - zoodra U glim lacht. Dat is de groote verrassing van IRIUM in Pepsodent. En wel op een zoo volmaakt veilige manier! Pepsodent met Irium is absoluut onscha delijk voor het teere tand glazuur. Tuben a 25, 50 en 80 ets. De groote tube is voordeeliger. Vervolg van blz. 10 Misschien zou hij varkens gaan fok ken. Dat was een fatsoenlijk beroep, j dat niet te veel inspanning vergde. In ieder geval leefde hij onberispelijk. Hij betaalde zijn rekeningen en weerstond verkeerde neigingen, zooals vechten, brandstichten, stelen en het drinken van vuurwater en hij eerbiedigde volkomen de verordeningen, die door de vertegen woordigers van Oom Sam gehandhaafd moesten worden. Als een dierbaar bezit beschouwde hij een afbeelding van de Amerikaanscke vloot, die hij uit een krant had geknipt. Ug geloofde, dat hij, als het noodig was, maar even aan Oom Sam behoefde te schrijven, om deze reusachtige oor logskano's met al haar kanonnen de bergstroomen te laten opvaren tot aan Ug's hutje, dat zij tegen zijn vijanden zouden verdedigen. Tegenover deze af beelding had hij een plaat gehangen van het Washingtonmonument, waarin, zoo als de onderwijzer verteld had. Oom I Sam woonde. Ug's huisje, dat niet veel meer dan anderhalve kamer bevatte, lag op den i hoek van het terrein, dat voor de Indianen gereserveerd was en om ieder te laten zien hoeveel hij van zijn vader land hield, had hij zijn woning rood, wit en blauw geschilderd. Zijn drang naai' beschaving was zelfs zoo sterldat hij besloot de beste traditie der mannelijke Platvoeten over boord te werpen en een beetje te gaan werken. De arbeid, dien hij uitzocht, was buitengewoon be langrijk. George Washington Ug werd model. Hij liet zich door de Voorbijtrekkende toeristen fotografeeren en voor dit groote voorrecht bracht hij een kwartje in rekening. Dat was het wel waard, want Ug was een volmaakt type van Platvoet-Indiaansche schoonheid. Als een gevolg van Ug's beschaving was het heel natuurlijk, dat hij er naar streefde, kapitalist te worden. Daarom spaarde hij zijn kwartjes netjes op en na lang gedacht en gebeden te hebben, zette hij ze om in een varken. Het was een mager dier, dat bovendien nog heel erg schreeuwde, maar Ug zorgde er goed voor en bewaarde het, als een schat, onder zijn bed. Geduldig wachtte hij, totdat het zich op een goeden dag zou vermenigvuldigen. Het was de hoop en het plan van Ug, dat dit beest het begin zou zijn van een uitgestrekte en welvarende varkens- fokkerij. Nadat hij zijn geschiedenisboek geraadpleegd had, doopte hij het varken „Julius Caesar". Toen hij deze gewich tige taak volbracht had, liet lrjj het dier wat in zijn tuintje rondwroeten. Hij kon het dier nu gerust eenigen tijd alleen laten. Het zou zich wel amuseeren en dus toog hij om zijn kwartjes te vermeerderen naar het station, waar hij zijn schoonheden ten toon spreidde voor de amateurfotografen, die daar in den trein voorbij kwamen. Op een middag het was precies zes minuten over vijf trof Ug een gi-oote ramp. Toen hij thuis kwam ontdekte hij, dat Julius Caesar niet, zooals gewoonlijk, bij de achterdeur rondsnuffelde. De keizer kon zich onmogelijk onder het prikkeldraad uitgegraven hebben! Ug doorzocht het geheele huis. Hij keek overalonder het bed, in de badkuip, in het gramofoonplatenkastje, maar Julius Caesar was weg en bleef weg. Ug had genoeg jagersinstinct overge houden om naar sporen te kunnen zoe ken en hij vond ze! Het waren sporen van schoenen met spijkers. Zij wezen in de richting van een boerderij, waar een zekere Patrick Duffy woonde, juist even over de grens van het reservaat. Daar stapte Ug naar toe. Mijnheer Duffy had juist zijn buik rond gegeten en was van plan een luchtje te gaan scheppen. Eenige broodkruimels en de druppels van een ei kleefden nog aan zijn kiel. Toen hij Ug ontwaarde begonnen zijn oogen kwaadaardig te gloeien. Hij was een groote, breede, dik ke kerel, met een bos haar als een bran dende toorts, kaken als een ijsberg en indrukwekkende vuisten. Ug nam be leefd en sierlijk zijn kaasbolletje af, hoog als een knipmes en vroeg beschei den of mijnheer Duffy misschien een varken gezien had, dat naar den naam van Julius Caesar luisterde. „Ja," snauwde mijnheer Duffv, „in mijn hok!" „Dan zal ik het terugnemen," ant woordde Ug droogjes. „Ik zou 't je niet aanraden," was 't antwoord. „Maar het is van ïmjprotesteerde Ug. „Het whs van jou," verbeterde mijn heer Duffy, „nu is het van mij „Sinds wanneer, Patsy Duffy U" Ug werd zenuwachtig, want ineens schoten hem een paar vreemde verhalen te binnen, die over mijnheer Duffy de ronde deden. „Dat diefachtige varken van jou," verklaarde mijnheer Duffv, „kwam hier en at mijn bekroonde wortels op. Ik had ze naar de landbouwtentoonstelling wil len zenden. Ze waren voor mij ten minste - zeker twintig gulden waard en dan spreek ik nog niet eens van de eer en den roem, die ik verspeeld heb. Nu zijn ze verslonden en daarom houd ik het varken als schadeloosstelling." „Je zal me mijn varken teruggeven. Patsy Duffy!" riep Ug woedend. „Eerst mijn wortels terug," ant woordde mijnheer Duffy koel. ..Maar Julius Caesar heeft je wortels niet opgegeten!" pleitte Ug met over tuiging. „Hij kan wortels niet luchten of zien en bovendien is hij den heelen dag opgesloten geweest. Jjj nam. „Hoor 's, roodhuid," viel mijnheer Duffy barsch en hooghartig uit, „ik heb wel wat anders te doen dan met jou te kletsen!" Ug beefde van drift. Hij wist, dat dit zondig was en dat het tegen alle wetten der moraal indruischte. Dicht bij hem, op een houtstapel, bijna voor 't grijpen, lag een bijl. Ug's oogen schoten heen en weer van de bijl naar den tartend rooden haardos van zijn vijand. Een oogenblik stond de bescha ving in hem te wankelen. Toen zette hij met een resoluut gebaar zijn kaasbollcf.je opzijn zwarte lokken en sprak fier: „Goed, Patsy Duffy, wacht maar, ik zal het aan mijn oom vertellen!" Ug keerde zich om en verwijderde, zich met groote stappen. „Voor mijn part vertel je het ook aan je tante en aan al je neven en nichten!" schreeuwde mijnheer Duffy hem na. „Maar het varken blijft bij mij en als ik je ooit hier zie rondsluipen, schop ik je het erf af!" Met gefronst voorhoofd keerde Ug naar zijn hut terug. Hier was onrecht vaardigheid geschied, schreeuwende on rechtvaardigheid! Hij was de bescher meling van Oom Sam en zoo liet hij zich niet behandelen, zelfs niet door Patsy Duffy. „Het gaat niet om het varken, maar om het principe," mompelde Ug, ter wijl hij verder liep. Julius Caesar was hem meer tot last dan tot lust, maar hij behoorde aan hem en een ander had 't gewaagd het dier te kapen. Ug schudde De Tho-Radla schoonheids- preparaten staan onder voortdurende controle van Dr. A. Moussalli, specialist op het gebied der huidver zorging en vroegeren mede werker van Prol. Frouin, aan het Instituut Pasteur te Parijs. Tho-Radia is niet alleen een schoonheidsmethode, maar bovendien een we j tenschappelijk mid del om de gezond heid en de schoon heid van de huid langs natuurlijken weg te bevorderen. U moet zelf eens ondervinden hoe heilzaam Tho-Radia voor Uw huid is, hoe verfraaiend het effect op Uw teint. m de e\deO; qe*on^en Wetenschappelijke Schoonheitfsmethode. Crème 35 ct„ 95 ct„ i .45. Poeder in 9 tinten 40 et,. 1.25. Lippenstift 95 ct., 1.65, enz N.V. IM- en EXPORT MIJ. y/h WILMERINK MULLER Amsterdam

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 14