OP 53.000 KILOMETER DÉ WERELD ROND ALS VLIEGTUIGPASSAGIER VIII. NOORD- 1$ [AMERIKAl KSAHftlANriSCO IjLOJ ANCtltS ItRLUN tlPItQ ^.êOfDAPitT MAMSti USfAttip (ODHPOA 7p~' WAKE. jfiOMCkONG RANGOON [fsrnambmoH* zuid- mjf. |AMERIKAgVv ruojftjANH*o STILLE OCEAAN INDISCHE OCEAAN aAUSTRAlll WonJerenvan Hollywood an San Francisco naar Los Angeles is het 650 kilometer, door de lucht twee uur. De vleugels van het avontuur zijn doodgewone verkeersmiddelen gewor den: wie in een van de vier of vijf dagelijks heen en weer vliegende United-Airways-machines stapt, hoort niemand ineer „Ach" of „O" schreeuwen; voor de kooplieden van Californië is zoo'n tochtje niets bijzonders op een snel verloopenden werkdag. Twintig mannen zitten in de Dou glas, waar plaats is voor eenentwintig menschen. Eén plaats is vrijgehouden voor de stewardess. Zij draagt een uniform en een stijve pet, maar als zij op haar zetel met een bekoorlijk glimlachje haar rijk overziet, dan is zij op en top een dame. Het is bijna pijn lijk, vind ik. om mij door haar een voetenkussen onder mijn schoenen te laten schuivenonwillekeurig heeft men de neiging op te staan, als zij. de gastvrouw van dit luchtkasteel, een licht ontbijt brengt. Het zijn overi gens geen gewone boterhammen, maar zooals hier overal in het land taartjes met slagroomook koffie heeft ze niet, wel chocolade met veel suiker. Af en toe zie ik, hoe ze in een zakje met bonbons grijpt.... En zoo is alles hier sui kerzoet Amerika. Buiten ziet de U.S.A. er onvriendelijker uit. Daar rijst de Sierra op, zonder boom of struik. Merkwaar dige, smalle bergpaden slin geren over de kammen. En de Douglas valt in leelijke „luchtgaten". Hoe peda gogisch gedragen zich in zulke gevallen de stewar dessen. Als men van plan zou zijn luclitziek te wor den en dan dit meisje maar even aan zou kijken, zou men zich geneeren. Eiken keerj dat 't lichaam om laag ploft en de maag boven blijft, glimlacht zij automatisch, maar zoo innig, dat een star uit Hollywood het haar niet zou kunnen verbete ren. En dan is het vliegen meteen weer een genoegen Hollywood zei ik 1 Wij zijn er al. Ten minste in Los Angeles, waar het groote filmdorp bij hoort. Van kamer 1123 in het Roosevelt- hotel kijk ik neer op de Californische hoofdstad, waarin meer dan een mil- lioen menschen wonen. Wijd als een land strekt de stad zich uit; slechts weinige wolkenkrabbers, geen is er hooger dan 13 etages en vele even wijdige straten zijn zooals de Western Avenue meer dan 40 kilo meter lang. Wie zou hier zonder auto kunnen leven t Den volgenden morgen stap ik het filmparadijs binnen. „Geen toegang voor onbevoegden" staat er aan de poort, maar ik heb een passenden sleutel meegebracht. Ateliergebouwen zonder vensters vormen hier lange, stille straten; hui zen verweeren, die slechts uit één gevel bestaan, met denzelfden stap, waar mee men binnenkomt, is men weer buiten. Bonte brokstukken uit alle eeuwen staan hier in de zonzuilen en meubels, vaartuigen van Noach's ark af tot het toekomstige luchtschip van onze nakomelingen. Men heeft mij zachtjes 't heilige der heiligen binnengebracht, waar juist een scène gespeeld wordt. Aan den rand van een eiland van licht zit de regisseur in het schemer duister. Een eenvoudig man in hemds mouwen, die weinig zegt. Drie maal heeft hij den tooneelspeler de scène, welke anderhalven regel in het draai boek beslaat, voorgedaan. Deze staat nu alleen in het licht van de schijn werpers: een mijnheer in rok aan een feestelijk gedekte tafel, die een glas champagne in zijn hand houdt. „Opname!" Twintig mannen, die rondom nog druk gefluisterd hebben, zwijgen. De filmband begint door de camera te loopen, 45 centimeter per seconde.„Afgeloopen!" zegt de regisseur. Een man houdt twee door scharnie ren met elkaar verbonden borden voor de lens „Scène 80, proefopname 1" lees ik klapt daarna dit houten boek dicht en springt opzij. „Waar u al niet op komt!" roept de tooneelspeler en begint zoo hard te lachen, dat de champagne over zijn overhemd loopt. Deze bestijfselde borst heeft van onderen een gootje; op den grond hurkt een assistent, die al die nattigheid in een kommetje op vangt, z,oodat de broek van den held niet uit de plooi raakt. stop. De plotseling als tot een pop ver stijfde vroolijkerd, wiens voorhoofd nu door een kapper afgedroogd wordt, kijkt naar den regisseur. „Goed," zegt de regisseur, „wilt u het nog eens overdoen, alstublieft?" Weer komt de man met het houten boek „proefname 2" weer lacht de tooneelspeler zoo geweldig, dat de tranen over zijn wangen rollen en de champagne over zijn overhemd loopt, „Heel goed misschien nog één maalt" Vier maal wordt het herhaald, nog eens vier maal van een eenigszins veranderd gezichtspunt. Een uur ach ter elkaar maak ik de on uitputtelijke energie van den tooneelspeler mee en de fanatieke onverbid delijkheid van zijn mees ter. Eerst 's avonds, als de ontwikkelde filmen voor hem gedraaid worden, zal hij beslissen, of de kleine scène in acht „lezingen" zoo géworden is, als hij gewild heeft. „Waar u al niet op komt! Hahaha!" In de film van 90 minu ten worden dat later zoo ongeveer 9 seconden. Middagpauze. Voor haar stars en fi guranten heeft de film maatschappij, wier gast ik ben, een casino laten bouwen. Waar Greta Garbo woont. Een luchtopname van Beverley Hills, waai de be roemdheden van Hollywood hun woonplaats hebben. Een Douglas-toestel brengt onzen medewerker Erwin Berghaus in twee uur van San Francisco naar Los A ngeles.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 32