De jonge dame, die men mij als gids meegegeven heeft, is alleraardigst, in haar menschelijke onbevangenheid. En daar ze als secretaresse van den propagandaclief aan de bron van alle beroemdheid leeft en bovendien heel knap is, vraag ik, of ze nooit zelf er aan gedacht heeft. „Alstublieft niet!" zegt ze ver schrikt. „Weet u, om een van de groot sten te worden heb ik geen talent ge noeg ik zou al erg dom zijn, als ik dat niet, wist. En me als extra aan bieden" zoo noemen ze hier de figuranten „en dan mijn leven lang, want dat is van 1000 met 999 het ge val, een extra blijven? Precies twee maal per maand dat is het gemiddel de zou ik 5 i j dollar verdienen, of, als ik eens een zinnetje zou mogen zeggen, tweemaal zooveel. Neen, dank u wel!" Op de arbeidsbeurs Bij het afscheid heeft zij mij aan bevolen aan het hoofd van de Central Casting Corporation, de arbeidsbeurs van Hollywood, waar de minder ver- standigen heen gaan. Vroeger stonden ze, en dat was een triest gezicht, in de rij voor de smeedijzeren hekken van de verschillende filmmaatschappijen; de C.C.C. heeft deze rij weggeorgani seerd en alle beschikbare extra's op een kaartsysteem gerangschikt. Voor nieuwe is geen plaats meer, staat daar duidelijk, maar als natuurlijk eens een enkelen keer een paar oogen door het hek kijken, die zoo mooi zijn, dat de portier er blind van wordt, dan is er nog wel een mouw aan te passen. „Weet u wat cijfers beteekenen?" vraagt een biljet in de wachtkamer. „5393 vrouwen, 5517 mannen, 1506 kinderen zijn bij ons ingeschreven, samen: 12416 extra's. Dat is zestien- maal zoo veel als we per dag kunnen gebruiken." Twaalfduizend kleine menschen, die hoogmoedswaanzin hebben. De car- totheekkaarten, van naam en por tret voorzien, zijn uitvoeriger dan de uitgebreidste politierapporten bij ons. Behalve de kenmerken, die men ook in een pas kan lezen, staat daar aan gegeven, welke talen zij spreken, of ze zwemmen, paardrijden, dansen of zich „in goed gezelschap" bewegen kunnen, een rok resp. een avond japon thuis hebben hangen, enz. Bij de afzonderlijke bijzonderheden heeft uien een gaatje in de kaart geknipt. „Heel belangrijke gaatjes," zegt mister H. en nu brengt hij mij naar een rij schrijfmachines; er zit geen juffrouw voor, maar op het papier verschijnt toch de eene letter na de andere. Het zijn de telexapparaten; elke groote filmmaatschappij heeft hier zoo'n apparaat staan: wat daarginds de secretaresse van de Paramount op haar machine tikt zooiets als: „wij heb ben morgenochtend om 9 uur 200 man Napoleon-garde noodig, tijdstip: veld tocht naar Rusland" dat schrijft hier de telex gelijktijdig op. De C.C.C. krijgt dus een opdracht en nu volgt de tooverij met de gaatjes. Daar echter juist op dat oogenblik niemand om Fransche gardesoldaten vraagt en ook geen andere extra's, stelt mister H. voor: „Doet u zelf nu eens of u regisseur bent! Wat voor figuranten wilt u hebben?" „Afgesproken," zeg ik. „Mijn vol gende film heet „De wereld rond" en ik heb zeven stewardessen noo dig. .Tong, blond, een beetje naai den Titiaan-rooden kant, ze moeten Fransch, Dnitsch en Engelseh kunnen spreken, avondjapon, voor het geval dat ik vanavond misschien maar neen, dat hoort er niet meer bij." De figurantenleverancier heeft alles glimlachend genoteerd en dan gaan we naar een wonder-instrument, het pronkstuk van zijn onderneming. De verschillende eigenschappen, waar ik als „regisseur" waarde aan gehecht heb, stelt hy op een schaal in. Zijn assistenten leggen heele pakken kaar ten in den muil van de machine, die plotseling begint te snorren.... Ik zie, hoe deze door middel van een vernuftig systeem van tandjes in de reeds vermelde gaatjes grijpt en zoo de kaarten sorteert. Hij doet als een detective, die een bevel tot aanhouding voor zich heeft liggen van een man met een bepaald signalement en nu een heel volk van verdachten laat defi- leeren zoo nu en dan pikt hij et- eentje uit Dit apparaat toovertna een minuut heeft het uit de vele honderden kaar ten al een dozijn te voorschijn gehaald op elk er van is de foto van een meisje geplakt, dat alle deugden van mijn stewardessen bezit. De bewondering, waar ik van laat blijken, heeft mister H. ook ver wacht. „En als u de gekozenen nu werkelijk wilt hebben," vraag ik, „belt u haar dan op?" „O, neen! Dat zou te veel vergeef - sche moeite zijn; eentje is juist op reis, 'n ander winkelt, enz. Opbellen moeten ze zelf." Hij ziet, dat ik hem verbluft aan staar en nu brengt hij me naar een vertrek, dat ik mij altijd zal herinne ren als de gruwelkamer van Holly wood. Daar zitten twee telefonisten, elk voor een kast met ontelbare con tacten en gloeilampjes. Zij spreken bijna onophoudelijk in den hoorn voor hun mond, maar ik hoor steeds het zelfde: „Try later!" Probeert u het later nog eens, beteekent dat en het wordt gezegd tegen een extra, die aan de andere zijde van den telefoondraad zijn naam genoemd heeft om te weten te komen, of men zijn diensten mis- Hebt u figuranten noodig voor uw nieuwe film,t Doe een handvol registerlcaarten in deze machine en automatisch krijgt u, wat u verlangt! Ann Gillis, met den pareien- denlach.waarvoorEollywood duizenden dollars betaalt. schien noodig heeft. Om het half uur ongeveer, den geheelen dag, moet iedere figurant zich op deze wijze melden, anders heeft hij geen kans. „Try later, try later, try later. Zij beantwoorden steeds een paar aan vragers tegelijk, deze meelijwekkende telefoonslachtoffers; steeds weer het zelfde: „Try later!" Voor haar hangt een lijst met de namen van de weini gen, die voor een oproep in aanmerking komen. Maar als een van die geluk kigen opbelt, mogen ze niet zooals ik gehoopt had met hem praten, maar moeten hem verbinden met het secretariaat. Zij zelf mogen alleen maar „Try later" zeggen, zeven uren achter elkaar. De hoogeschool voor leeuwen levert aan de film. In de leeuwenfarm van El Monte, waar dagelijks een ton versch vleesch verorberd wordt, leeren de meest begaafde bijv. koorddansen en dan geven zij. wier manen weelde riger groeien dan die van een leeuw uit de wildernis, gastvoorstellingen in Hollywood tegen flinke cheques. Intusschen hebben de regisseurs een struisvogel noodig, of soms een heele kudde. Deze sterren met lange halzen, zeer goed betaalde acteurs, worden op telefonische bestelling geleverd door een farm van reuzenvogels in Los Angeles. Van den eigenaar, die eiken nacht droomt, dat struisveeren voor dameshoeden weer in de mode komen, heb ik een paar eieren gekocht. Versch van den struisvogel, elk 3 '/2 pond zwaar, een dollar per stuk, bij het do- Leeuwen zijn er te Hollywood in me nigte. Hier ziet u „Alexander de Groote die bijzonder goed gedresseerd is en zelts voor de film als koorddanser optreedt! zijn had ik ze goedkooper gekregen, maar voor een licht ontbijt in kleinen kring is één ruim voldoende. Bij dit ontbijt en daarom begin ik er over leer ik een merkwaardig kind kennen. Ann Gillis heet het en het is acht jaar. Zij helpt mee bij de beraadslaging over de vraag „Spiegel ei of gekookt?" en bij het openbreken van den dop met hamer en beitel. Als de dikke dooier in de pan glijdt en o plankenkoorts van de keuken heel blijft, begint het meisje zoo helder, aanhoudend en gelukkig te lachen, dat ik van den weeromstuit stralend haar moeder aankijk. En wat zegt moeder? „Lach nog eens zoo," zegt ze. Zonder een oogenblik te aarzelen, begint Ann voor de tweede maal, op verzoek dus, en haar lach is even parelend als voorheen Vervolg op blz. 35 7W i" J7 Ook gedresseerde struisvogels worden „try later. Aeven wen per dag zeggen deze telefonisten nagenoeg niets anders regelmatig aan de filmmaatschappijen tegen de figuranten, die ieder half uur moeten opbellen. verhuurd m r f-*-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 33