WAT KONT EEN VLOOT? Een slagschip als de hierboven afgebeelde „Rodney", hel prototype der z.g. Rodney-klasse, kost het Engelsche rijk aan onderhoud per jaar het lieve bedrag van ruim twee en een hedj millioen, omgerekend in Nederlandsehe munt. ■M~et heeft den lezer gedurende de laatste maanden ongetwijfeld voor de oogen geduizeld, wanneer hij in zijn dagblad las van de enorme bedragen, welke het vlootprogramma aan het Nederlandsehe volk kost. Er is intusschen wel niemand, die niet overtuigd is van de noodzakelijkheid en het nut hiervan, zoowel voor de beveiliging van het eigen land als van het koloniaal bezit. En al is het tempo, waarin onze vloot groeit, ook naar verhouding bij lange niet gelijk aan het tempo, waarin de Britsche, Italiaansche of Duitsche vloten worden uitgebreid, men is althans sedert enkele maanden, vooral in verband met den steeds versomberenden De Engelsche onderzeeboot „Thames"welke zich met een snelheid van twintig knoopen over het zeeopper vlak beweegt. Dit type vergt een jaarlijksch bedrag van ongeveer driehonderdduizend gulden. Een slagkruiser van de Hood-klasse, zooals men er hiernaast een ziet afge beeld, vraagt slechts 'n halve ton aan onderhoudskosten minder dan de groote broer van de Rodney-klasse. Toch nag altijd ruim twee en een half millioen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 6