dat hier het. leven uitbreekt, in zijn teersten en blank sten jubel dat doet 'n mensch meer goed dan 't eentonig gezelschap van stoffig, leer-taai, overjarig tropengroen Een eeuwige vernieuwing en opstanding te mogen meebeleven dat is 'n gunst, die heel wat inist en motregen, zonnetekorten en griep-intermezzo's waard is!. „Maar éénen keer in 't jaar. zooals CJezelle van den bloesemboom zingt., is het feest in de noordelijke natuur. Maar wat 'n feest dan ook! Gigan tische brnidsbouquetten, dartelende lammetjes, scha terende vogels, gelukkige menschen. Luwe wind- stooten vól bloesemblaadjes, wuivende takken, die ook na hun ontluistering beloften blijven van rijpen den overvloed. I)e blank-en-rose tuin van Zuid-Beveland doet sedert lang niet onder voor de beroemde Betuwe. En het lijkt wel of elk jaar de boomgaarden met En hij elke wending van den weg treft u een nieuw, verraseend aspect. En de warme April-middagen, die we achter den rug hebben, lokten tot wonen en leven temidden van den bloei. vroeg-bloeiende hoornen talrijker worden in deze contreien, die de andere blöessmstreken weken voor uit. plegen te zijn. Wat ieder in deze zeldzaam - zomersche Aprildagen de warm ste sinds veertig jaar, volgens de meteorologen! heeft beleefd en genotenhet dwalen langs en tusschen en onder de uitbundig- blije boomen, dat heeft de ca mera vastgehouden als een liefe lijke herinnering aan het bloesem- feest van dit jaar een feest dat telkens maar kort is, doch dat zal weerkeeren en weerkeeren zoolang een Zeeuw hart heeft voor appels en kersen, pruimen en peren De Kloetingsche jeugd, geboren en getogen te midden van de boom gaarden. heeft het oog voor de pracht van den bloei nog niet verloren En als dit geen foto was, zoudt u dan niet nieenen, dat de teekenaar alles wat los en vast was maar bij elkaar liad gefantaseerd op dit plaatje van een Zeeuwsche boerderijt

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 17