ag geen dag reimi... KING wmuÊUË De man in dien mist ■BW rn toch, welk een typisch verschil met Holland: bergen en dalen, wijnbergen en een weelderige plantengroei tenge volge van het warme klimaat, heete bronnen, die genezing en verzachting brengen bij rheumatiek, jicht en catarrhen. Een autorit van drie kwartier brengt den bezoeker langs den breeden Schwarzwald-heerweg van de kurstad tot op meer dan 1100 m. hoogte. Men kan roulette spelen in het casino en golf op de prachtige, goed onderhouden grasbanen en met het bergtreintje kan men een bezoek brengen aan den heiligen berg van Baden-Baden, den Merkur. Inlichtingen en brochures door de bekende reisbureau* en het 2)llLhch 'Verkeealnircau Amsterdam C, Kalverstr.111. Met KING in de auto, Op 't meer, in de trein, Met KING op de tandem Of fiets - dat is fijn! Op al onze tochten Naar hei, hos of zee, Gaat als verkwikking Steeds KING met ons mee! KING is hygiënisch En zuivert de mond, En daarbij, als hoofdzaak, Voor ieder gezond! En is soms het lichaam Vermoeid in elk lid, Je neemt maar een KING, en dra ben je fit! De natuur in met de natuurzuivere KING FIRMA TONNEMA CIE FABRIKANTEN VAN KING PEPERMUNT SNEEK door Maurice Vauban Kleine Estella, herinner je je dien klein en droevig, zou je een vrouw tot avond nog in Parijs? Het was al tranen toe bewogen hebben. Maar er laat, ver over middernacht. Er stonden alleen mannen om je heen en hing een dichte mist boven de kaden mannen weten hun gevoel te verbergen, van de Seine en het water was zwart en „Ik ken haar wel." zei de agent. „Je huiveringwekkend diep als een spelonk, kunt haar 's avonds altijd vinden voor Je hep te bibberen in je dunne, ver- de dure nachtgelegenheden. Het bedelen sleten kleeren en je tanden klapperden, zit er al vroeg in - dat soort groeit op De Seineoevers lagen verlaten en spook- voor het asfalt en het werkhuis. Ze achtig schemerden de lantaarns in den woont ergens in de banlieue bij een oom mjsp en tante, maar de tante is pas gestor- Xaast je liep een man. Hij waggelde ven." rook naar absinth en als hij zich „Waarom nemen ze zoo'n schurk het driftig maakte verstikten zijn vloeken kind niet af?" vroeg de man veront- in een soort gebral. Luid en heesch ging waardigd, die je uit het water had zijn dronkemansstem- langs de stille gehaald. kade. „En dan. meneer?" vroeg de agent. ..Een sou... en nog een souAls de stad zich het lot moest aantrek- n paar centimes. een halve franc ken van al die kleine zwervers en zwerf - bij elkaar nog geen drie francs. Is dat sters. dan mocht ze er wel tien kolonie- alles van den heelen avond?" huizen bij bouwen." „Ja, oom," gaf je klappertandend „En is er dus niemand, die zich om ten antwoord. „De menschen hepen me zoo'n kind bekommert?" vanavond allemaal voorbij. En toch „De publieke liefdadigheid, meneer, heb ik venoeg mijn best gedaan; ik ben Maar de tijden zijn slecht en ze komen heesch van het zingen." plaatsruimte te kort. En daarom doen „Ja, dat zal wel," zei de man woe- we maar een oogje toe, als we dat jonge dend. „Ik ken jou, valsche kat! Maar goed ontmoeten. En als ik u even nou is 't uit. Je zult me niet langer voor opmerkzaam mag maken, meneeru de mal houden. Ik zal je. zult een longontsteking oploopen, als u Zijn woedende woorden kwamen in die natte kleeren blijft, staan. Zonde gorgelend uit zijn keel en jij liep te van die smoking, die is heelemaal be lieven bij zijn bedreigingen. Er kwam dorven." een agent aan bedaard en gehuld in Je redder trok zijn smoking en demi lange cape. Toen jullie passeerden weer aan en tegelijk loosde je een zucht, bleef hij even staan, staarde jullie na „Ze komt bij," zei de agent. ging hoofdschuddend verder. Och ja, En inderdaad sloeg je even later je de agenten van Parijs, die's nachts langs oogen op groote, donkere oogen. die de Seineoevers surveilleeren, zijn erger blonken als sterren in je bleek gelaat, vewend, nietwaar? Maar toen je dien agent over je heen Zoo hepen jullie daar een paar gebukt zag staan, werden ze verduisterd vage schimmen in den mist. Die man door tranen, naast je bleef razen en tieren en kwelde „Hoe heet je?" vroeg de agent- je met zijn bedreigingen en verwen- „Estella Dumourir," antwoordde je schingen. fluisterend. „Maar ik wil niet naar huis. En toen gebeurde het plotseling. Die Alsjeblief, breng me niet naar huis., dronken man zweeg niet alle gif. Je snikte hartverscheurend en de dat de absinth in zijn ziel gedruppeld man, die je uit het water had gehaald, had, spuwde hij uit over jou, klein, nam den agent even ter zijde. Zij spra- armzahg wezen. En terwijl jullie over- ken fluisterend en je redder gaf den staken naar de brug trachtte hij op een agent zijn kaartje en een paar bank- andere manier zijn onmachtige woede biljetten. Dien nacht sliep je voor het op je te-koelen. Hij greep je bij je arm eerst van je leven in een hagelwit bed, en schudde je ruw heen 'en weer. Je bewaakt door dienende zusters, die slaakte een gil en rukte je los. Toen geruischloos in en uit gingen. Je sliep sloeg hij naar je. Je trachtte buiten het gerust en wist het niet, maar als je het bereik van zijn vuist te komen en ont- geweten had, zou je niet zoo rustig vluchtte hem. Maar je zag niet waar je geslapen hebben. Want in dien nacht, ging en vlak aan den kaderand strui- kleine Estella, werd het sprookje in je kelde je. Er klonk een gil, een plons. leven geboren, en toen dreven er groote kringen over het zwarte Seinewater uit. En de ander Kleine Estella, het was niet het toe- vluchtte. val dat den man, die dien nacht je leven Dicht achter jullie hep een man. Je redde, op zoo'n vreemd uur naar den keek niet om en je zag hem dus niet. Seineoever had gevoerd. Die man was Maar hij liep zoo dicht achter je, dat jong en rijk en rijke jongelieden zijn hem geen woord ontsnapt was van het niet gewoon in den nacht in den mist tieren van den dronkaard en dat hij je langs de Seine te dwalen. Jij had je in weerwil van den mist had zien hui- geschiedenis en hij had er ook een. De veren in je schamele kleeren. Hij liep zijne was ongetwijfeld niet zoo triest door toen jullie overstaken naar de als de jouwe, maar hij voelde zich dien brug, maar toen hij dien gil hoorde, nacht even wanhopig als jij. Want op snelde hij toe. Hij zag je beul vluchten, den dag, die aan dezen nacht vooraf- maar het hem gaan. In een oogwenk ging, was hem het dierbaarste ontval- tijds had hij zijn jas uitgetrokken en len, wat hij op de wereld bezat: de jonge zijn smoking daaronder. Toen sprong vrouw die hij liefhad. Of neen, ontvallen hij je na, terwijl uit den omtrek nog is het goede woord niet zij was hem andere menschen aan kwamen snellen, ontroofd. Een minuut later had je redder je En zoo was hij dien nacht aan den gevonden. Hij kwam met je boven en Seineoever terechtgekomen, rusteloos omstanders hielpen hem aan den kant. voortgedreven door zijn verdriet. Hij DMr lag je op een jas uitgestrekt, was jong, je redder niet veel meer bewusteloos, en de politieagent, die je dan een jongen met zijn twintig jaren, kort te voren gepasseerd was, trachtte En hij stond alleen in de wereld en bezat je bij te brengen. Bleek en spookachtig aan menschelijk gevoel alleen zijn ver zag je vermagerd gezichtje er uit bij het smade liefde wazige schijnsel van de lantaarn aan Er gingen wonderlijke gedachten in den kant. Je was.niet ouder dan twaalf hem om, toen jij daar zoo nat en klein jaar, een kind nog, en erbarmelijk nietig en mager. Zooals je daar lag, zoo stil en Vervolg op blz. 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 10