Geen wonder dat zij aller aandacht trekt -zij kauwt eiken dag Wrigley's 15 „Ja, er is nog iets, wat mij te denken heeft gegeven. Vorige week, toen zij weer in zoo'n mistroostige stemming was, vroeg zij plotseling: „Mama, u heet Durand en ik Dumourir. Hoe moet ik dat naamsverschil verklaren, als men ooit eens naar onze betrekking infor meert?" Kn die vraag doet me ver moeden. dat er inderdaad een aanzoek in het spel is. zooals ik 11 schreef." „Kn wat hebt u geantwoord, me vrouw?" „Dat zij er in zoo'n geval goed aan zou doen een deel van de waarheid te zeggen, dus dat zij een pleegdochter van ons was. Maar ik heb haar tevens gezegd, dat zij dan terstond ons moest waarschuwen. I' begrijpt wel. meneer Paul, dat haar aanstaande man het recht heeft alles te weten. Zelfs al had hij er geen recht op. dan zou nog de voorzichtigheid gebieden volkomen openhartig tegenover liem te zijn. Die oom leeft nog en zij heeft nog meer fami lie. Denk u eens in welk een situatie er zou kunnen ontstaan, indien wij iets verborgen aangaande haar afkomst Hiermee was het onderhoud geëindigd. Kleine Kstella, je beschermer sliep dien nacht niet. Hij liep zijn kamer rond en dacht 11a. Hij had je tweemaal gered en moest je nu nogmaals redden. Redden voor je levensgeluk, want hij mocht je niet laten smachten vóór de poort. Het kostte hem een moeilijke zelfoverwin ning en een duiveltje. een duiveltje, - Kstella. fluisterde hem in. dat een zóó groote zelfverloochening ehn beproeving was, die de hemel nooit van hem vergen mocht. Maar toen de bleeke dag aanbrak was hij vastbesloten - die spontane daad van acht jaar geleden moest vervolmaakt worden, hoeveel het hemzelf ook aan leed zou kosten. Kleine Kstella Herinner je je nog dien dag, toen hij plotseling voor je verscheen, die oudere broer? Hij schrok van je uiterlijk zoo wasachtig bleek was je gezicht gewor den. Maar hij dwong zijn mond tot een glimlach en een hartelijke begroeting en ook jij wist je geweld aan te doen. Je lachte, maar je kon hém niet bedriegen. Je gelaat was een masker, dat een groot verdriet bedekte. Droeg hij zoo'n groot verdriet ook zelf niet in zich 0111? Je herinnerde hem aan acht jaar geleden, toen je daar aan den Seine- oever lag in je doorweekte kleeren en niet wist waarheen, of waarom. Och ja, je stond voor de poort en je hart was vervuld van hunkerend verlangen naar wat daarachter lag. Maar de poort zou voor je geopend worden! „Hemel, wat is het bosch mooi in den winter," zei je. „Alles zoo blank, zoo stil, zoo stil De auto stond aan den kant en de ongerepte sneeuw van de boschpaden kraakte onder je voetstappen. „Ja. het is mooi en stil," beaamde hij ernstig. „Het boscli is even stil als jij Het was op een open plek en je bleef staan. „Stil? Ben ik stil?" vroeg je. „Kom, dat meen je niet." „Dat meen ik wel. Kstella, je moet me zeggen wat er is. Speel geen comedie comedie is zoo erbarmelijk klein tegen over den ernst van het leven. Je hebt moeilijkheden en ik wil je helpen ze uit den weg te ruimen. Maar zeg het me, wees openhartig. Je weet dat je me kunt vertrouwen Kn toen, heel plotseling, begon je te huilen, kleine Kstella. Je stond daar en je verborg je lief gezicht in je handen. Rn hij stond er een oogenblik bedrem meld bij en wist niet wat te doen. Hij had je nóg eens zien huilen, weet je wel. daar aan den Seineoever, toen je dien agent smeekte je niet naar huis te brengen. Kn de herinnering aan dien nacht werd hem 'n oogenblik te machtig. „Zeg het me nu maar, Kstella. We kennen elkaar immers .zoo lang. Ik wil je helpen en wellicht ben ik bij machte je te helpen. Is het 0111 Ktienne? Toe, zeg het me maar. „Neen," snikte je. „George?" „Neen!" Hij zuchtte. „Dus Armand Gallier. Wat is er dat jullie. Je schouders schokten en wild schud de je je hoofd, zoodat je lokken zijn gezicht raakten. Kn hij rook den geur van sering in je haar. „Zeg het me," drong hij aan. „Ik. .kan niet. „Je moet, Stella. Kom, je hebt me immers altijd alles toevertrouwd „Maar ditditbracht je snikkend uit. „Kom, kom, Stella, zeg me eens eer lijk en openhartig. Toen bezweek je voor dien aandrang. „Eerlijk en openhartig? Ben jij dan een vriend O, waarom ben je dan zoo lang weggebleven O, kleine, lieve, lieve Estella. Kn nu zit je daar aan tafel. Heel ernstig en in jezelf gekeerd. Zoekend naar woorden. De auto staat buiten en de kellner heeft twee glazen gevuld. Maar zij worden niet aangeraakt. Nie mand kan het gesprek beluisteren en toch kijk je schichtig om je heen. Links en rechts - zoekend naar woor den. De blos, die zooeven in het bosch je wangen kleurde, is verdwenen. Alleen je mond gloeit de eerste kus. „Ik heb een geheim, Paul," begin je plotseling zenuwachtig. „Kn voor we. eh. ik zal het je vertellen, jongen...." K11 je vertelt. De geschiedenis van deze bladen. Nu en dan klinkt je stem benauwd en je aarzeltje aar zelt. Maar dapper volhard je. „Zie je, Paul, dat moest ik je ver tellen. Ik mag niets verbergen voor je, je bent altijd lief en goed voor me geweest. Kn ik wil met zoo'n geheim geen nieuw leven ingaan. Begrijp je me, Paul? Ik kan er niets aan doen en mijn familie leeft nog. Ik heb nooit iets van hen gehoord en misschien zal ik nooit iets van hen hooren. Maar je moest het weten. Ik mocht je niet in den waan laten, dat ik dezelfde ben, die je in me ziet. Tot mijn twaalfde jaar was het ellende, Paul. De ellende van de Pa- rijsclie banlieue. En wat ik ben, dank ik aan den man. die mij dien nacht uit het water heeft gered. Die mij twéémaal heeft gered, Paul. Hij liep achter me in den mist en hem dank ik alles alles. En nu wéét je ook alles. Inderdaad, ik weet alles. Veel beter dan jij, mijn lieveling. Ik strek mijn hand uit en je legt er de jouwe in. Een beetje aarzelend nog half bevreesd voor de gevolgen van je bekentenis. Maar jij, dom meisje, beseft in de verste verte niet wat je deed aan dien jongen, die bijna negen jaar geleden in een mis- tigen nacht langs de oevers van de .Seine ging. Ik zal het je mi niet zeggen, misschien later eens. Maar ik begrijp welke angst al die maanden aan je hart heeft geknaagd. De angst voor je af komst. En misschien dat een Ktienne, een George, of een Armand zoo deftig en. Maar kom, waarom zal ik mij nu met hen bezighouden Kleine Estella, ik wilde je immers geruststellen? Ik druk je hand en kijk je glimlachend aan. „Kleine Kstella, die man.... Weet je wel. die man in den mist. „Ja, die man. zeg je met groote, open oogen. En dan omknel ik je kleine hand in een vasten greep een greep voor heel het leven. „Lieveling," open ik wijd de poort, „die man ben ik Haar onweerstaanbare glimlach heeft zij te danken aan haar gezonde, hagelwitte tanden. Het kauwen van Wrigley's P.K. is de meest natuurlijke manier om de tanden schoon, gaaf en sterk te houden; het verwijdert de kleine voedselresten, die zich tusschen de tanden vastzetten en die tandbederf kunnen veroor zaken. Bovendien bevordert het de spijsvertering. Het kauwen van P.K. maakt verslapte en vermoeide gelaatsspieren veerkrachtig; het herstelt de natuurlijke ronding van wangen en kin. De fijne pepermuntsmaak zuivert en verfrischt uw adem. Ook dit is van belang voor uw persoonlijke charme. Valt het U moeilijk uw gedachten bij uw werk te houden, of verflauwt uw belangstelling in sport of spel, gaan uw zenuwen U parten spelen? P.K. helpt U uw gedachten te concentreeren en uw energie te verhoogen. Maak er een gewoonte van om regelmatig P.K. te kauwen. Koopt vandaag nog enkele pakjes en houdt er steeds een paar bij de hand, zoowel thuis als wanneer U uitgaat. Vergeet ook vooral de kinderen niet. Ze zijn er dol op en... P.K. is zoo goed voor hun gezondheid. WRIGLEY De beste grondstoffen - de fijnste smaak. H.T. 36 Veel genot 5 cent per pakje.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 15