HAAK EERSTE NEDERLAAG
DOOR URSULA PARROTT
32
KIRXH6ACH.
I HOE ONZE MEDEWERKER F.
KIRCHBACH DE LENTE ZIET
Ik had zoo gedacht," zei mevrouw Gallovan, ,,ik
zou Isabel willen voorstellen, als ze weer in
staat is er eens rustig over na te denken, oin
de kleine Andrea te noemen."
„Andrea Durane. Dat is een aardige naam," ant
woordde Henderton goedkeurend. Er kwam dus
geen Andrew Durane in de firma, als hij en Andrew
zoo oud geworden zouden zijn, dat ze de zaak
aan een ander wilden en konden overdragen! Hij
zelf had zich nooit tijd gegund om te trouwen en
was een verstokte vrijgezel geworden.
De baby werd wakker en begon luid te schreien.
„Daar zit kracht achter," zei Henderton. „Mis
schien wordt ze net zoo wilskrachtig als haar vader."
Het was Maandag 9 Maart. Een week lang trok
ken ze nu al terug, al had Dimitri ook het gevoel.
dat ze een eeuwigheid lang aan het terugtrekken
waren. Geheel zijn vroeger bestaan scheen hem een
vervaagde droom toe, behalve die paar laatste dagen.
Ze verloren paarden, ze verloren kanonnen. Ze
verloren menschen, maar die waren gemakkelijker
aan te vullen dan kanonnen. Door de bergpassen
heen. heuvel op, heuvel af, trokken ze al vechtend
terug, tot ze geen munitie meer hadden; ze vluchtten,
tot spaarzaam aangevoerde am munitiezendingen
hen weer bereikten, vochten dan weer, vluchtten
opnieuw. Het derde leger was uiteengeslagen en ver
strooid. De achtergebleven afdeelingen wisten dat
wel, maar ze bleven toch schermutselingen voeren
in de achterhoede. Er was hun gezegd, dat acht Duit-
schei divisies tegenover hen stonden, een Oostenrijksch
legerkorps en een afdeeling Hongaarsche cavalerie.
De twee laatste dagen had hij naast Michael
gevochten en was met hem gevlucht. Samen hadden
ze de troepen voorbijtrekkende vreemde soldaten
met medelijdende woorden of met grappen geplaagd
en Michael had daarbij zijn blonden kop zoo over
moedig achterover geworpen, als toen hij zich, in liet
nu bijna vergeten St. Pétersburg, gereed maakte
om te fuiven.
In den namiddag van den E R STÏ1
negenden hielden zij, omdat
ze te uitgeput waren om VFiRVOIi«
verder te trekken, halt op
(>on heuvel, waar ze. over de
vallei heen, konden zien liggen de heuvels, die ze
den vorigen dag gedwongen werden te ontruimen.
De soldaten hadden hun geweren weggeworpen,
omdat er geen aunitie meer was. Michael en Dimitri
bezaten hun revolvers nog. Michael had een knapzak
vol voedsel, gestolen uit een hut, die ze
voorbijg komen waren; zwart brood, wat
gedroogd hertenvleesch en halfgesmolten
boter.
Hij verdeelde het voedsel zorgvuldig in
porties en zei tegen de soldaten
„Jongens, er is net genoeg, om jullie in
staat te stellen, over een uur weer verder
te loopen."
Ze begonnen te lachen en namen gretig
het voedsel aan. Een hunner zei bij wijze
van verontschuldiging; „Als uwe hoogheid
dan ook met ons mee zou willen doen
het is natuurlijk maar goedkoope wodka."
„Geef maar op!" zei Michael. Blijkbaar
hadden de mannen twee veldflesschen vol.
Michael zei zachtjes tegen Dimitri: „Dat
zijn officiersveldflesschen. Ze hebben ge
vallenen uitgeschud. Och, waarom eigen
lijk niet?"
Hij gaf de kleinste veldflesch niet terug,
doch dronk er ook niet uit. „Dit is voor
vanavond, broedertje," zei hij. „Dan zul
len we het harder noodig hebben."
„Broedertje", dat was de half spotten
de, half vriendschappelijke manier, waarop
hij gewoon was Dimitri op de academie
aan te spreken.
Boven de heuvels in de verte ging de
zon rood onder.
„De zonsondergang over het heilige
Rusland.. het zou me niets verwonderen,
Dimitri. Hoe denk jij daarover?"
„Op het moment kan het me geen snars
schelen. Ik ben veel te moe."
Michael begon zachtjes te schelden op
de officieren, het hof en Raspoetin.
„De troepen zijn wel goed. Maar in de
hoogere rangen heerscht corruptie.
Broedertje, ik wou, dat we bezig waren
ons te kleeden voor tafel op jullie prach
tige buiten in de Krim. Wanneer denk je.
dat we daar weer eens zullen dineeren?"
„Mettertijd."
Beneden hen slopen langzaam gedaanten
langs het heuvelpad omhoog.
„Nee," zei Michael tegen de soldaten,
„dat zijn geen vijanden. Die lui loopen niet
als overwinnaars."
Hij stond op ei. stelde zijn veldkijker
beter in.
„Groote goedheid, Dimitri! Daar komt
de oude Padalski aan!" Padalski, de
vroegere commandant van de academie,
voerde nu het bevel over een half dozijn
mannen met één machinegeweer. Michael
salueerde, als stond hij op het exercitieveld.
„Tot uw orders, excellentie!"
Generaal Padalski was oud, dik en
driftig.
„Je bent altijd zoo loslippig geweest,
Michael. Dimitri, wanneer hebben ze jou
van school laten gaan? Hebben jullie