D
4LS V° Y
v_ v
MENSCHEN1
Au de lente in't land is ge
komen, begint 't seizoen
weer waarin de zweef
vliegers hun sierlijke
sport beoefenen. Over de
zweefvliegerij vertelt on
ze medewerker Domijn
Keiler in bijgaand arti
kel enkele interessante
bijzonderheden.
wereld lieef; haastDage
lijks starten duizenden vlieg
tuigen op honderden vlieg
velden, over de geheele wereld
verspreid. Een diplomaat reist van
Londen naar Parijs, een camera
man van Bagdad naar Berlijn, een
journalist van Batavia naar Syd
ney. zij hebben haast, daarom
vliegen zij. Onze eeuw viel het geluk te beurt de rechte lijn in het transport
te kunnen benutten. In de blauwe lucht ronken de motoren monotoon en
het panorama beneden verglijdt tergend langzaam, alsof er geen snelheid
bestaat. Louter schijn; beneden kronkelt het verkeer in fantastische
bochten, kruipt alles als gezapige rupsen voort. Alaar wij vliegen, dat is prac-
tisch en snel, dat is het benutten van de rechte lijn tusschen twee punten,
dat is benutten van absolute ruimte, die fantastische snelheden toelaat.
De wereld heeft haast!
In dat beeld is het zweefvliegtuig een onding; een misschien wel sierlijke
maar onpractische stoel in een zakelijk vertrek met glanzende stalen meubels.
Waarom dan aandacht besteed aan het zweefvliegen' Omdat er nog andere
dingen in de wereld bestaan dan haast. Wie durft er aan het levensgeluk van
zigeuners te twijfelen? Maar ook omdat haast met nog andere begrippen
dan snelheid gediend kan worden. Zweefvliegen is meer dan een sport,
méér dan een zwerven in het uitgestrekte rijk van cumuluswolken en onweers
buien. Het is een pijler in de enorme brug, die de luchtvaart over de wereld
geslagen heeft! Waarom is dat zoo?
Gaat met een zeeman spreken en hij zal u vertellen, dat het deinende water
vlak een andere wereld is dan de wal. Wie in die andere wereld zich met succes
wil kunnen handhaven moet dat andere element, het water, leeren kennen.
Van jongs af moet zich bij hem een zesde zintuig vormen, dat alles speurt in
Ook het zweefvliegtuig wordt ge
stroomlijnd! De neus van een
Sperber-junior, speciaal gebouwd voor
de zweefvliegster Kanna Reitsch.
die golvende wereld waar een
„walmensch" geen benul van heeft.
Het geslacht der luchtvaarder*
(men vergeve dit woord ter wille
der parallel) is nog geen eeuwen oud
Het is moeilijk een ouden luchtrot
te pakken te krijgen, omdat zij
meestal ondergingen in het nieuw
veroverde element de lucht. Lang
zaam maar zeker echter vormt
zich het geslacht der vliegers, die
zich het zesde zintuig van 'n vogel
hebben eigen gemaakt. Vliegers, die
alles weten van de lucht zooals een
buizerd, die schichtig rondloert en
niet falen kan.
Méér dan met het motorvlieg-
uig leert de vlieger in een zweef-
kist de lucht in al haar grillige ge
dragingen kennen. Er is geen motor
van honderden paardekraehten, die
hem doe, alle „luchtmoeilijk-
heden" heen trekt. Hij vliegt bij
de gratie der luchtkrachten zelf.
Iedere stijgende luchtstroom moet
door hem uitgebuit worden om
hoogte te winnen. Zoo zien we
een zweefvlieger in de thermiek
onder een cumuluswolk omhoog
spiralen en weer wegzweven naar
een volgende wolk. Zijn weg in het
luchtruim kan nooit die der rechte
lijn zijn, maar het is een weg, die
hem veel leert, die hem tot iuehtkeiiner bij uitstek maakt. Dé man, die van
jongs af met het zweefvliegtuig opgroeide, beschikt als verkeersvlieger over een
enormen schat van ervaringen, die hij nooit in die mate had kunnen opdoen
achter de zware motoren, die hem met een vracht, die haast heeft, door het
De eerste start van 't jaar. Zoodra de mooie dagen aanbreken en 't weer „vast'
wordt, halen onze zweefvliegers hun toestellen weer te voorschijn. Met vereende
kracht wordt een zweefvliegtuig naar de startplaats gesleept. Nog enkele minuten
en dan zweeft de vogel boven het landschap.