-r/- t.-'.im
r*
bg&ftgg
s£ê.
r - -
ph
Sjt.: £-*?5»
luchtruim trekkenvan stad tot
stad, volgens de rechte lijn!
Onmiddellijk zal men hierbij ook
het voordeel zien, dat de defensie
van een land en wel speciaal liet
luchtwapen benutten kan. Het
zweefvliegen, mits in een land alge
meen beoefend, vormt een zich
steeds vernieuwend corps van jon
geren, die bij uitstek rijp zijn voor
inst ructie op motorvliegtuigen en in
overleg met de zweefinstructeurs zal
uitgemaakt kunnen worden voor
welke afdeeling van het luchtwapen
de meeste aanleg aanwezig is. Dooi
de zweefsport bereikt men dus
tevens automatisch een nauwkeu
rige selectie. Hoeveel eenvoudiger
zou tlians het probleem van opleiding
van nieuwe militaire vliegkraehten in
ons land zijn, indien wij over 'n hecht
georganiseerde, intensief werkende
zweefvliegerij beschiktenl Hiertoe is
een ruime subsidie de allereerste
eiseh. maar kan men het geld, daar
voor benoodigd, niet eerder een
goede, veilige belegging noemen?
Ook voor den vliegtuigóouic heeft
de zweefvliegerij haar nut. Het ex-
perimenteeren met nieuwe vlieg-
tuigconstructies en -vormen kan
met zweefvliegtuigen billijker en
met minder risico ter hand ge
nomen worden. Met name in
Duitschland, dat noodgedwon
gen jarenlang de zweefvliegerij als voornaamste
basis voor zijn vliegerij moest aanvaarden, neemt
men een sterken invloed van de ontwikkeling van
het zweefvliegtuig waar op de aërodynamische vorm
geving van groote motorvliegtuigen. En nog steeds
worden nieuwe wegen en mogelijkheden door de
zweefvliegerij verkend, die misschien eens hun toe
passing zullen vinden bij de groote luchtvaart.
Wanneer men den staat van ontwikkeling der
zweefvliegerij grafisch beschouwt, dan doet zich een
curve aan ons voor, die sterk stijgt en aan haar einde
bemoedigend omhoogwijst. Wij bedoelen dan althans
de zweefvliegerij over de geheele wereld genomen.
Men moge aan records weinig beteekenis hechten, als
mijlpalen op den langen weg der geschiedenis hebben
zij hun waarde. Zoo kan men momenteel de volgende
behaalde topprestaties waarnemen. Het duurrecord
voor tweezitters werd op 50 uur en 15 minuten
gebracht door de Duitschers Boedeeker en Zander,
terwijl het hoogterecord met 8600 m. boven start
punt werd gebracht door den zweefvlieger Ziller. De
Rus Victor Rastoruyev vloog in een zweefvliegtuig
van Moskou naar Jarygenskaya, een afstand van
652 km. Deze enkele grepen geven wel duidelijk aan,
dat het bereikte, ondanks de beperkingen door meteorologische omstadigheden,
wonderbaarlijk genoemd kan worden.
Terecht heeft men derhalve gemeend, dat thans de zweefvliegerij als sport
voor den Olympischen wedstrijd rijp is geworden. Reeds in 1936 begon men in
Berlijn bij gelegenheid van de toenmalige Olympiade voorbereidingen te treffen
om de zweefvliegerij in het Olympisch programma op te nemen. Veel is
nadien tot stand gebracht en het staat thans vast, dat in Helsinki ook zweef
vliegers om den titel van Olympisch kampioen zullen kunnen vechten. Het
ligt in de bedoeling de verschillende landen daarbij met een uniform type
zweefvliegtuig te doen deelnemen, het zgn. Olvmpia-zweefvliegtuig.
Onwillekeurig vraagt men zich daarbij af, welke kansen er zijn, ons land
JtoSB Mli imF i
Engelsvhe zweef kisten worden met een speciale trans-
portlier de helling opgesleept om vandaar voor een
zweefvlucht te starten.
De Duitsche zweefvliegster Hasina Beitsch in haar
toestel de „Beiher", dat juist startklaar gemaakt wordt
daarbij te doen vertegenwoordigen. Ongetwijfeld
hebben wij verschillende prominenten onder de
zweefvliegers, die voor deelneming aan de Olym-
K|(\ yj^H piade in aanmerking zouden komen. Het amateurs-
yJH begrip zal hierbij vermoedelijk echter een handicap
blijken te zijn.
In ieder geval zal het aanbeveling verdienen onze
zweefvliegers, waarvan men zeker is, dat zij voor
Olympische deelneming in aanmerking komen, nog
een geduchte training te doen ondergaan, zoo noodig
in het buitenland, waar de geografische en meteoro
logische omstandigheden voor het zweefvliegen dik
wijls zooveel gunstiger zijn.
Ondanks veel energie en enthousiasme staat de
zweefvliegerij in Nederland nog geenszins op het
peil, waarop zij thans reeds zou kunnen staan. Een
centrale straffe organisatie en ruime subsidie zijn
de voorwaarden, die zullen moeten worden vervuld, wil men op een hooger
en beter gefundeerd plan komen .te staan. Men beschouwt te onzent de
zweefvliegerij nog te veel als het buitenbeen der vliegerij in plaats van haar
als een onmisbaar logisch deel der geheele luchtvaartorganisatie te aanvaar
den. De prachtige prestaties, overlandvluchten van Holland naar Groningen
en Zeeland, enz. hebben bewezen, dat onze jongens het kunnen en dat de
vereisehte thermiek boven ons smalle land aan de zee aanwezig is. Een verzuim
van welken kant dan ook, dat den normalen en zéér gewenschten groei van
de Nederlandsche zweefvliegerij in den weg staat, kan nóch in het belang van
onze nationale luchtvaart, nóch in het belang van onze landsverdediging
verantwoord worden.
Ook door dames wordt de zweef vliegsport beoefend. Hieronder ziet men mejuffrouw
I eeve van de Botterdamsche Zweef vliegclub, die in 1936 haar brevet haalde.
De start van een „Condor". Duidelijk is de rubberkabel te zien, waarmede het
toestel op de helling wordt gestart.