A IS S
v.
N Z E T U I N E N
Meer dan anders was er dit jaar het verlangen naar de lente,
die zoo lang op zich liet wachten en waar we na de door
stane koude van dezen winter zoozeer behoefte aan hadden.
ii zoo genieten we thans
weer met volle teugen van
de bloemenweelde die zij
0111 zich heen gespreid
heeft. E11 al is er veel
schoons door de strenge vorst verloren
gegaan, we verheugen er ons toch ook
weer op dat de tuin er dit jaar weer ge
heel anders uit zal zien, door de ver
jongingskuur die we hem daarna lieten
ondergaan, door liier en daar een nieuw
heestertje en enkele frissche toefen
rotsplantjes in het geheel te verwerken.
Wonder boven wonder hebben de
bolgewassen van den winter heelemaal
niet geleden; waar zware Coniferen
het moesten ontgelden, werd dit kleine
goedje gespaard en zoo vieren op het
oogenblik de bloembollen in onze tui
nen hoogtij. Narcissen zijn er nog volop,
de kortkronige soorten hebben de
Trompetten opgevolgd en zij mogen
er ook zijn met hun witte of gele bloem
blaadjes en helder oranje, abrikoos-
kleurige. zalmrose, goudgele of witte
kroontjes. Ook de hyacinten zijn er
nog, imposante verschijningen met hun
zware bloemtrossen.
De vroege enkele en dubbele tulpen
vormen fleurige plekjes in den border,
gevolgd door de Mendel- en Triumph-
tulpen, die in hoogte en bloeitijd tus-
schen de vroege en late soorten instaan.
De late tulpen als Cottage, Breeder,
Darwin en leliebloemige soorten be
sluiten de rij en hoewel zij Meibloem
ende tulpen genoemd worden, kunnen
we er dikwijls in Juni nog van genieten.
Haast verblindend is de witte bloe
sempracht van de pereboomen, die in
de zon staan te pronken en waartegen
de rose tulpen zoo mooi uitkomen. Hier
en daar ontluikt ook reeds de teere
appelbloesem, waarvan de zacht rose
tint zich zoo prachtig laat combineeren
met hemelsblauwe Myosotis, die in
groote toefen hier en daar den appel
hof sieren. Niet
alleen in de. boom
gaarden, ook in
onze kleine stads
tuintjes kunnen
vruchtboomen de
echte blijde lente
sfeer brengen, een
enkele decoratieve
hoogstam, een rijtje
snoeren of een lei
boom tegen schut
ting of muur, er is
altijd wel een mo
gelijkheid te vinden
Voor den rotstuin
en het muurtje is
nu ook de beste
tijd aangebroken,
vroolijke plekken
geel, paars, rose en
wit trekken van
verre reeds de aan-
dachtenlioe grooter
de verschillende
bloementapijtjes
zijn, hoe mooier de
kleureffecten. Door
te veel plantjes
van verschillende
soorten bijeen te
zetten, hetgeen voor
ons door de uitge
breide catalogi zoo
verleidelijk ge
maakt wordt, zul
len we nooit een be
vredigend resultaat
verkrijgen, het ge
heel wordt dan te
veel verbrokkeld.
Ook voor het klein
ste rotstuintje of
hordertje is werke
lijk een minimum
van drie planten
van dezelfde soort
noodzakelijkom ons
doel te bereiken.
De meest weelde
rige verschijning op
het muurtje is wel
de Alyssurn; over
laden met goud
gele bloemtrosjes,
kan zij geruimen
tijd, soins weken
achtereen, de eer
van het muurtje
hoog houden, naast
Aubretia's in ver
schillende paarse en purperen kleur
nuances. Saxifraga's op ranke stengel
tjes boven hun keurige bladrozetten
komen hier en daar tusschen de steenen
te voorschijn en de voorjaarsasters
prijken in al hun glorie, de laagblijven-
de Aster alpinus met groote margriet-
achtige bloemen in de kleuren wit,
lichtblauw en violetblauw.
Voor de Primula veris is het nu ook
de ideale tijd, prachtig zijn haar nieuwe
vormen en kleuren, waaraan wel een
heel artikel te wijden zou zijn. Dat
ze niet altijd even succesvol zijn in den
liefhebberstuin is te wijten aan een
verkeerde standplaats. Hoe gaarne
we de planten ook op het muurtje
in het zonnetje zouden zetten, we doen
er onze Primula's allerminst een ge
noegen mee. Bij voorkeur hebben zij
1 Nartdssen
2 Tulpen
3 Flagstonepad
in het voorjaar
4 Lente op het
muurtje
5 Primula veris
acaulis