LUX 1 OVOM/ILTI NA 3 MAANDEN VERLOOFD TE ZIJN.. TOILET ZEEP tegen .VERMOEIDE HUID DOE ALS IK.... 25 zei Michael, „dan zal ik voor ons allen een woning huren. Dit geld en deze ju- weelen zijn meer dan genoeg om me tot zoo lang in het leven te houden. Ik sta dus weer bij je in 't krijt, Dimitri, voor meer dan ik je ooit kan terugbetalen." „Hoeveel jaar is het geleden, Michael, dat we elkaar in St. Petersburg hebben leeren kennen? Toch wel lang genoeg, oin onder elkaar niet over „in het krijt staan" te praten?" „Langer geleden, dan jij je herinneren kunt ten minste, de eerste maal, dat ik je zag. Toen droeg je nog rokken en je zat op je moeders schoot. Ik voelde me ver boven je verheven. Ik zal zeven geweest zijn. Toch herinner ik me nog heel goed, hoe vriendelijk je moeder tegen me glimlachte. Dimitri, Dimitri, wat spijt het me toch, dat zij dood is en ik nog in leven ben. En toch, hier weet ik weer. Hij voltooide den zin niet, maar keek naar den oplichtenden hemel, als wilde hij zien, wat voor weer het worden zou. Ze hoorden Stefan over den heuvel terugkomen. „Ik heb een geschenk voor je. Dimi tri." Michael zocht de zakken van zijn verrafelde jas na. „Mijn regimentsring. Toen jij den jouwen indertijd in Kiew verkocht, om patronen voor je revolver aan te schaffen, heb ik den mijnen behouden. Mijn laatste ijdelheidje, om dat hij het teeken was, dat ik eens tot de garde van den czaar zelf behoor de. Maar nu wou ik hem graag aan jou geven. Voor Constancia, als trouwring." „U moet nu gaan, voordat het lichter wordt," kwam Stefan zeggen. Hij vond, dat die twee eigenaardig veel op elkaar geleken. Vroeger had hij nooit eenige gelijkenis tusschen hen ontdekt. Enfin, zijn leven lang was hij bij aristo craten in dienst geweest, maar hij kon beslist geen hoogte van die lui krijgen. Barones Rostokof had geglimlacht toen ze haar neerschoten, zooals ze vroeger tegen haar gasten glimlachte. En deze twee, die altijd goede vrienden waren geweest en naar alle waarschijn lijkheid elkaar nooit meer zouden zien, glimlachten nu en namen afscheid, alsof ze elkaar den volgenden dag in de Adellijke Club aan tafel zouden ont moeten. „Dag, Michael." „Tot ziens, broedertje." Prins Nörmoff liep den heuvel af met het blonde hoofd zoo hoog geheven, alsof al het land zijn eigendom nog was en dat van zijn vriend, den baron, (teen enkelen keer keek hij om. „En nu gaan wij den anderen kant uit, baron Rostokof," zei Stefan toen. In Constantinopel vertelde men hem, dat hij alle Russen, die in Parijs ver bleven, in het Café des Deux F.scargots kon vinden: maar hij wist niet, of Mi chael nog in Parijs vertoefde. 'tWas meer dan een jaar geleden, dat ze afscheid genomen hadden. Constancia was zoo zwak geweest en soms zoo gevaarlijk ziek, dat ze telkens weken moesten rusten, als ze een eindje verder gereisd waren. Nu was ze bijna geheel hersteld. Vermoedelijk zou ze nooit meer heele- maal beter worden. Ze was slechts een schaduw van het meisje, voor wie hij zeven jaar geleden in de Krim liefde had opgevat. Hij hield nu van haar. maar dat was anders. Het was liefde, bestaande uit medelijden en teederheid. Haar roodgouden haar was nog even wondermooi als te voren en haar don kerblauwe oogen straalden nog even glanzend. Het scheen hem soms toe, dat ze hoe langer hoe rustiger werd, naarmate ze zich beter alles, wat zich tusschen hun eerste ontmoeting en hun huwelijksdag had afgespeeld, herinner de. In Constantinopel deed hij eenige moeite om aan werk te kotnen, omdat het goud en de juweelen, die hij nog had, maar net genoeg waren om de reis naar Parijs te betalen. Maar hij kon geen werk vinden, zoodat ze zich midden in den zomer inscheepten op een vracht boot, die voor Constancia weinig ge makken bood en waar het eten slecht was. Maar ze klaagde nergens over. Dat had zij nooit gedaan. Zelfs niet in de tijden, toen ze zich schuil moesten houden in de huizen van bevriende landlieden, noch in de dagen, dat ze van het eene toevluchtsoord naar het andere voortsjouwden. Zij scheen geheel ge broken, versuft. Na de lange bootreis en de hitte in den trein was ze uitge put, toen ze in Parijs aankwamen. Hij stopte haar in een goedkoop hotel te bed en ging zelf op zoek naar Les Deux Escargots. De eerste, dien hij aantrof, was een oude klasgenoot van hem aan de academie, die zijn glas wijn neerzette, om zonder eenig teeken van verbazing te zeggen: „Zoo, Dimitri! Ben je ook hierheen gekomen?" Hij trachtte, even nonchalant te doen. „Hoe lang ben jij hier al, Wladimir?" „Achttien maanden. Maar ik heb niet altijd aan dit tafeltje gezeten!" „Weet je soms, waar Michael Nor- moff ergens uithangt?" „Ja." Er gleed een heel eigenaardige uitdrukking over Wladimir's gelaat. „Hij zou niet in zijn schik zijn, als hij jou ontmoette. Maar, dat is waar ook, ik weet wel iemand, die drommels blij zal zijn, je te zien. generaal Pa- dalski. Hij woont hier ergens aan het eind van de straat. al denk ik wel, dat hij binnenkort naar een beter adres verhuizen zal. Want hij ligt op sterven. Hij heeft het vaak over je gehad. Heb je zin om hem even een bezoek te gaan brengen?" Het was onbegrijpelijk, maar Dimitri voelde, dat Wladimir op dat oogen- blik geen zin had, hem meer inlich tingen over Michael te verschaffen. „Ik zou generaal Padalski heel graag een bezoek brengen," zei hij na 'n kort stilzwijgen. „Nou, kom dan maar mee." De straat lag in een achterbuurt en vernauwde zich tot een slop. Ze gingen een huis binnen, dat er al net zoo slordig uitzag als de rest en beklommen een reeks donkere trappen. Wladimir klopte op een deur. Op de kamer stonden een bed en een waschtafel en naast het bed een keuken stoel. Op een wankele tafel walmde een prullige petroleumlamp. Wladimir sloeg de hakken tegen elkaar en salueerde. „Ik heb een ouden vriend meege bracht, die u komt bezoeken, generaal." De man in bed keek op en zei met een kinderlijk blij gezicht: „Dimitri!" Hij legde een boek, dat voor zijn oude han den te zwaar leek, ter zijde. „Als u het me niet kwalijk neemt, mijnheer," zei Wladimir, „dan ga ik maar. Dimitri zou graag hooren, hoe prins Normoff het maakt. Zeg, Dimitri, ontmoeten we elkaar weer in het café? Ik ben buffetchef op Montmartre, maar ik begin pas vanavond 0111 tien uur te werken. Je kunt me gewoonlijk om dezen tijd in Les Deux Escargots vinden." „Vertel eens over je rondzwervingen," zei de generaal. „Heb je dit boek wel eens gelezen.. Carlyle, over de Fran- sche revolutie? Heel onderhoudend bij gebrek aan iets beters, als 'n mensch zijn eigen ongeluk met dat van anderen wil vergelijken." Dimitri vertelde hem, dat hij getrouwd was. De generaal vroeg of Constancia Vervolg op blz. 28 begon Kareis belangstel ling al te verflauwen en letle hg meer op de krant dan op mij. Toen vertelde Toos' m y de oorzaak„Je hebt een 1 vermoeide huid'zei ze.Dal bederft je uiterlijkJe moet eens LUX TOILET ZEEP gaan gebruiken!" Nu zjn de gelukkige dagen weer teruggekeerd./ karei zegt. dal ik elke iSkf- dag mooier wordt!a /X Uw charme gaat verloren door een onaantrekkelijke huid laat daarom de moderne levenswijze geen nadelige invloed uitoefenen op Uw teint. Het dagelijks gebruik van Lux Toilet Zeep voorkomt een „vermoeide huid". Deze zuivere, witte zeep bevrijdt de poriën van elke onzuiverheid. Lux Toilet Zeep voor jeugd en charme neem dagelijks Ovo! Urenlang gonst de motorUrenlang blijft de aan dacht tot het uiterste gespannen. Een enkele seconde van verslapte aandacht kan fataal zijn. Automobilisten onderschat toch niet de inspanning, die goed autorijden vergt. En toch is er een methode om altijd fit en opgewekt thuis te komen. Ga eens een paar weken Ovo gebruiken. Weg is dat gevoel van vermoeidheid, weg is die bleeke gelaatskleur, die automobilisten dikwijls kenmerktOvo is niet alleen „voor de kinderen!" U als volwassene hebt Ovo meer dan noodig in dezen gejaagden, nerveuzen tijd2 koppen per dag doen wonderen voor Uw gezondheid! levenskracht

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 25