CHARMANT VEST IN WEEFSTEEK 36 BOVENWIJDTE 88-92 cm. Dit aardig geheel wordt gebreid van lichtbeige vierdraads crêpe-wol. De garneering kan dan gemaakt worden van groen, evenals de ritssluiting. Benoodigdheden zijn: 275 gr. beige vierdraads crêpe-wol. ongeveer 25 gr. groene wol voor garneering en een ritssluiting in dezelfde tint (4(1 cm. lang), 1 paar breinaalden nr. 3. .1 laten Bovenwijdte 88 cm.-92 cm., lengte achter 43-45 cm., lengte voor 55 cm., taille 72 cm., mouwlengte 30 cm. RUGPAND We zetten 76 si op en breien hierboven eerst 4 nld. afwisselend I r. 1 av. Vervolgens breien we verder in den z.g. weefsteek. Ie naald. 1 r.. draad naar voren leggen, 1 st. r. afhalen, draad naar achteren leggen. l)it wordt nu vanaf het begin voortdurend herhaald. 2e naald: geheel av. ■3e naald: 2 r„ draad naar voren leggen. 1 st. r. afhalen, draad naar achteren leggen. 1 r. Vanaf herhalen. 4e naald: geheel av. Deze 4 naalden worden nu verder voortdurend afwisselend herhaald, zoodat de lusjes steeds ver springen. Aan het begin en einde van de 15e, 25e. 35e, 45e, 55e, 65e. 75e en 85e naald zetten wc 1 st. bij op (92 st.). Boven deze 92 st. breien we verder tot we in het geheel ongeveer 25 cm. hebben gebreid (onge veer 100 naalden). We kanten vervolgens voor het armsgat aan het begin van de 101e en 102e naald 5 st. af (82 st.), aan het begin van de 103een 104e naald 3 st. (76 st.). aan het begin van de 105e en 106e naald 2 st. (72 st.). Aan het begin en einde van de 107e naald breien we 2 st. te zamen (70 st.). Boven deze 70 st. breien we nu verder tot het armsgat een diepte heeft Van 18 ent. Daarna kanten we voor de schouders aan het begin van de 169e, 17(ie. 171e en I72e naald 5 st. af. Aan het begin van de 173e, 174e, 175e en 176e naald kanten we 6 st. af. De overige 26 st. kanten we bij de 177e naald in één keer af voor den hals. VOORPAND We zetten 3 st. op en breien in patroon verder doelt zetten tegelijkertijd aan het einde van iedere naald 1 st. erbij op. We gaan op deze manier verder tot wc in het geheel 31 st. op de naald hebben (28e tAtfivS, SmSSz!1 is - x s.vV- iajïïSt vs nld.) Aan het einde van de 30e, 32e, 34e. 36e. 38e. 40e en 42e nld. zetten we er 1 st. bij op (38 st.) We breien nu verder in patroon. Aan het begin van de 51e. 59e, 67e, 75e, 83e, 91. 99e, 107e, 115e, 123e. 131e en 139e naald zetten we er 1 bij op. Vervolgens kanten we bij de 145e nld. 7 st. af voor het armsgat (43 st.). Bij de 147e nld. 3 st. afkanten (40 st,). Bij de 149e nld. 2st. afkanten (38 st.). Bij de 151e nld. en 153e nld. kanten we I st. af (36 st.). Boven dit aantal steken breien we nu verder tot den hals. Voor het zakje kanten we bij de 154e nld. 14 st, af, die we er bij de volgende naald weer bij opzetten. Bij de 188e nld. kanten we voor den hals 5 st, af. (31 st,). Bij de 190e nld. 3 st. (28 st,). Bij de 192e nld. 2 st. (26 st,). Bij de 194e. 196e, 198e en 202e nld. kanten we I st. af. (22 st.). Voor den schouder kanten we bij de 209e en 211e nld. 5 st, af. Bij de 213e en 215e nld. kanten we 6st. af liet andere voorpand wordt hetzelfde doch tegen gesteld gebreid. MOUW We zetten 16 st. op. Aan het einde van (1e le en 2c nld. zetten we er-3 st. hij op (22 st.). Aan het einde van de 3e, 4e, 5e. 6e. 7e, 8e, 9e en 10e nld. zetten we er 2 st. bij op (38 st.). Aan het einde van de 1 le en 12e nld. zetten we er 1 st. bij op (40 st.). Aan het einde van de 13e en 14e nld. zetten we er 2 st. bij op (44 st.). Aan het einde van de 15e en 16e nld. zetten we er 1 st. bij op (46 st.) Aan het einde van de 17e en 18e nld. zetten we er 2 st. bij op (50 st.). Aan het einde van de 19e. 20e. 21e, 22e, 23e. 24e. 25e, 26e, 27e, 28e, 29e, 30e, 31e, 32e. 33e, 34e. 35e en 36e nld. zetten we er 1 st. bij op (68 st.). Aan het einde van de 37e, 38e. 39e, 40e, 4le en 42e nld. zetten we er 2 st, bij op (80 st.). Aan het einde van de 43e en 44e nld. zetten we er 3 st, bij op (86 st.). Aan het begin en einde, van de-49e. 51e. 53e. 55e, 57e, 59e, 61e. 63e. 65e, 69e, 73e, 77e. 81e. 85e, 89e, 93e. 97e, 103e, 107e en 111e nhl. breien we 2 st. te zanten (46 st.). Boven dit aantal steken breien we nog 18 naalden afwisselend I r.; I av. en kanten dan af. De verschillende deelen worden nu opgeperst en in elkaar genaaid. Vervolgens zetten we de mouwtjes in. Voor het boordje zetten we 21 st. op en breien hierboven afwisselend I r.. 1 av., tot we in het geheel een lengte van 35 a 36 cm. hebben gebreid. We kanten af en slaan het boordje dubbel, waarna het opgenaaid wordt. Voor (le zakjes nemen we (le 14 st., die we opnieuw opgezet hebben, weer op en aan iederen kant nog 2 st. extra. Boven deze 18 st. breien we een lengte van ongeveer 8 cm., kanten dan af en naaien het zakje aan den binnenkant tegen. Rond den geheelen omtrek haken we nu nog 1 toer vasten en naaien vervolgens de ritssluiting in. Voor de garneering kunnen we gehaakte motieven nemen, doch ook van stof (zie teekening). Voor de gehaakte motieven zetten we 22 lossen op. Daarna in de 4e losse van achteren af 1 st. Daarna nog twee stokjes in hetzelfde gaatje. Vervolgens 2 stokjes op de volgende losse, 3 dubbele stokjes op de volgende losse. 1 dubbel stokje op de volgende losse, 2 dubbele stokjes op de volgende losse. Verder afwisselend 1 st. en 2 st. op de overige lossen, tot er nog 5 lossen over zijn. Op de eerste van deze 5 lossen 2 dubbele stokjes, op de volgende losse I dubbel stokje, daarna 3 dub)>ele stokjes op de volgende losse, dau nog 2 stokjes op de volgende losse en ten slotte nog 3 y„ stokje op de laatste losse. Op deze manier haken we 10 bogen en naaien deze op. op de manier die de foto laat zien.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 40