?$bb9
Iti Liefde bloeiende
in huil stemmige stijfgesneden Zeeuwsche pakken
en bovenal door de rijk-overdadige costumes van
kant-omhuifde vrouwen en meisjes, die fleurig en
kleurig het kostelijk landschap stoffeeren.
Opgetogen uitroepen waren niet van de lucht en
dan weer werden de gidsen bestormd niet honderd
vragen over honderd raadsels opgenomen langs heg
en steg. Waarom zien die hoornen zoo blauw?
Waarom zitten die papieren zakjes om de takken?
AVat doen die witte kringen 0111 den voet van de
hoornen? Wat is nu het verschil tusschen de kap
pen van ile protestautsche en katholieke boerinnen?
Waarom zit er op den toren van 's-Gravenpolder
een haring, in plaats van 'n haan? Waarom heeft de
toren van Kapelle vier kleine torentjes?
Een initrailleurvnur van vragen knetterde op de
gidsen af, die echter h 1111 mannetje stonden.
Lot de grootste attracties behoort ook liet bezoek aan bloeiend Zuid-Beveland, met als hoogtepunt het
bestijgen van den vliedberg in den tuin van oud-burgemeester Wabeke te Wemeldinge.
Zuid-Beveland en in de wonderwereld der vrije
natuur.
Het was een genot apart om te liooren en te zien
hoe deze asphalttreders reageerden op al wat zij
aanschouwen en beleven mochten.
Daar waren natuurlijk allereerst de bloesembe-
sneeuwde hoornen, de hagelwitte kerse- en pereboo-
men en de rose-bebloosde appelaars, soms in enkele
tientallen pronkend met hun teere pracht, dan bijeen
in dichte breede rijen als reusachtige, wondere struik-
bouquetten, ineengegroeid tot een ontzaglijk bloe-
menbed.
Maar daar was ook de geheele sfeer van het land,
het rustieke land, eenzaam en niet verlaten, wijd
en toch niet eentonig, stil en toch niet doodsch. E11
of men in 's-Gravenpolder kwam dan wel in Kwaden-
damme of Oudelande: overal het pittoreske van
machtige hofsteden niet markant belijnde schuren
of eenvoudige arbeidershuisjes, schuilgaand in
bloesem, proper tot in de puntjes.
Bijna al deze reizigers werden getroffen door de
Zondagsche rust op de wegen; auto's of fietsen zag
men amper op de baan, alleen in de dorpen stoof
menig door zooveel „donder"-bussen opgeschrikt
bewoner naar buiten om nieuwsgierig na te oogen
tot de eerste de beste bocht. '11 Klein feest was het
voor al die stadsbewoners om 'n paar loome koe
beesten in de weiden te zien staren over 'n hek of
paarden met veulens, dartel en onvast op de beenen,
waar te nemen tusschen de stammen van de be-bruid-
sluierde hoornen. Geestdrift verwekte iedere toom
kippen, die met den hanigen haan aan het hoofd
rondscharrelde op de erven dan wel op „verheven
heden" waarvoor men den neus pleegt op te halen.
Getroffen ten slotte werd men met minder door de
stoere landbouwers met hun doorkorven koppen en
Ierseke was na Wemeldinge met. zijn beboschten
vliedberg en idyllische wandelpaadjes een attractie
op zich. Glorieus is het oester- en mosseldorp niet,
maar zijn bekendheid is zoo groot, zijn product zóó
bijzonder, dat aller aandacht gespitst was op dit
reisdoel.
Bij twintigtallen stortte men zich in de oesterloods;
ondernemende lui slobberden '11 paar „imperiaals"
naar binnen, anderen wroetten tusschon bergen leege
schalen, niet zoozeer in de, hoop een parel te vinden
dan wel met de bescheiden verwachting een mooie
schelp te bemachtigen, die dan in een boterhammen-
papiertje in een damestaschje verdween - souvenir
d'Ierseke! Dan volgde voor de waaghalzen nog een
excursie langs de smalle dijkjes tusschen de oester
putten, waar de volgroeide dieren op hun consument
liggen te wachten met een souvereine minachting
voor hun griezelig lot en de putten zelf het spiegelbeeld
geven van den hemelkoepel en het bijzondere
wereldje dat Ierseke is.
'11 Half uur lang genoten de „Ontdekkers van
Zeeland" dan nog weer eens de milde heerlijkheid
van ons ontluikend gewest, om vervolgens neer te
strijken op de Goesche terrassen, die wij op Zondag
nog nimmer zoo druk bezet zagen als gedurende de
laatste drie dagen des Heeren.
Misschien dat het succes van deze tochten de
Spoorwegen den moed geeft om Nederland ook in
de tweede schoonheidsperiode Zeeland te laten
bewonderen
Bezoek aan de oesterputten te Ierseke
•waar de „Hollanders" oesters heren eten. en levende kreeften kunnen bewondert