m
MISLUKTE VLUCHT, GESLAAGDE
ARRESTATIE
7
a
ft
E1DESA¥A^
kenne
Nte TAT 1
TAFEREELEN
UIT DE
FRANSCHE
R ËVO L UT I E
3
L AREOUH PENCF ACORUb'K A MR
UJIOL'ET EST DE 30 MILLE LIVHh:
ET A M* SAUCE 20 MILLE LIVRF.7
ARRESTATIE VAN
KONINKLIJKE FAMILIE IN HET PLAATSJE VARENNES OP 22 JUNI 1791
(Naar een gekleurde houtsnede uit dat jaar)
Toen Lodewijk XVI voortdurend werd bedreigd, trachtte de koning met zijn gezin
weg te trekken uit het vijandige Parijs. Deze poging werd echter verijdeld en
enkele maanden later was de koninklijke familie de gevangene der revolutionnairen.
n verschillende clubs vergader
den de drijvers. Daar werd
vooruit besproken, wat er in de
Nationale Vergadering zou wor
den voorgesteld en besloten.
Daar weerden zich vooral degenen,
die nVmeteen maar een einde wilden
maken aan het koninklijk gezag.
Dacht Lodewijk XVI hen tevreden te
stellen met toegeven, inzoover hij
toegeven kon, dan toonde hij zich
weer een lam tegenover de wolven.
Ieder stapje van toenade
ring werd 'n schrede naar
den ondergang.
De roerigste, machtigste
club vergaderde in het
voormalig klooster der Ja-
cobijner monniken in de
Rue St. Honoré. Dat .was
de club der „Jacobijnen".
We mogen gerust zeggen:
die club regeerde zoo
groot was haar invloed in
het parlement en tégen
het parlement. De derde
stand was de revolutie
begonnen, de vierde stand
rolde den steen verder,
verpletterend wie er vóór
kwam, en trok zich van de
stemmen der gematigden
niets aan. De Jacobijnen
droegen als onderschei-
dingsteeken 'n roode punt
muts, van oorsprong het
hoofddeksel der galeiboe
ven. Kopstukken onder hen
waren de wilde advocaat
Danton, een reus van
lichaamsbouw en van harts
tochtelijkheid; de ij dele
veearts Marat, 'n klein lee-
lijk scheefgegroeid kereltje,
dat zindelijkheid als een
aristocratische ondeugd be
schouwde; en de trotsche,
welbespraakte advocaat
Een Jacobijn. Als onderscheidingsteeken droegen
de Jacobijnen een roode puntmuts, oorspronkelijk
't hoofddeksel der galeiboeven
Robespierre. Ook buiten Parijs beston
den dergelijke clubs ruim tweehon
derd; die te Marseille telde duizend
leden.
Terwijl de Nationale Vergadering
met officieelen mond den koning
verheerlijkte als „den hersteller der
vrijheid", ontnam zij hem met de
wapenen der nationale garde in de
han'd alle koninklijke rechten en zelfs
alle vrijheid van beweging. De re-
publikeinschc clubs zetten géén
wankele stapjes zij
gingen vastberaden voort
op hun weg. Lodewijk
voelde, hoe hem de handen
gebonden werden, hij zag
de struikelblokken, die men
hem voor de voeten wierp,
en in de atmosfeer werd
hij de spanning gewaar van
een zoo zwaar onweer, dat
er iedere seconde een ver
nietigende bliksemstraal uit
kon neerkomen. Zoo kwam
hij, radeloos en hopeloos,
tot het plan, zichzelf en
zijn gezin in veiligheid te
brengen weg te trekken
uit Parijs.
Een Zweedsche officier in
Pranschen dienst, graaf
Axel Fersen, een vurig
bewonderaar van Marie An
toinette, had eenige jaren
te voren, in den „goeden
tijd", Frankrijk verlaten,
om de koningin niet in
moeilijkheden te brengen.
Nu er gevaar dreigde voor
haar, die hij vereerde, kwam
hij terug, om het konink
lijk gezin te helpen vluch
ten. Hij zorgde voor passen
- die gaf de Russische
gezant af, op naam van
„gravin Korff en gevolg",
en trof alle verdere toe-
befeidselen. In zijn bezorgdheid echter voor het
comfort der koningin trof hij wat erg uitvóérige
toebereidselen. En de koning aarzelde. En niet
allen, die in de omgeving van den "koning en de
koningin leefden, waren te vertrouwen, 't Was:
oppassen, afwachten. Dat gaf allemaal vertraging.
Terwijl de vlucht slechts slagen kon, als iedere pas
nauwkeurig op tijd
en uiterst behoed
zaam werd gezet!
Den twintigsten
Juni (1791) eindelijk
waren er geen hin
derpalen meer.Deko-
ning zond des avonds
zijn bedienden weg
met het bevel,
hem den volgenden
morgen om acht uur te wekken. Om twaalf uui
toen alles sliep, verlieten de vluchtelingen de Tuile-
rieën. Zij bereikten gelukkig de plaats, waar het
voertuig wachtte, dat hen weg zou voeren in de
richting der oostgrens. Voorbij Chalons zouden zij
worden opgewacht: door een gewapend geleide.
Vóórdien had men zich moeten houden aan twee
wachtwoorden: Spoed en Heimelijkheid! Maar die
werden beide vergeten. Het gezelschap (de koningin,
de koning als bediende verkleed - - zijn zuster
Elisabeth, de kroonprins, de prinses en haar gouver
nante) reed in een grooten, nieuwen reiswagen, die
heel zeker ieders aandacht moest trekken. De koning
stak herhaaldelijk zijn hoofd buiten het portier, om
te zien, of hij niet achtervolgd werd (waaghalzerij
voor iemand, wiens gelaat op het geld en de assignaten
stond afgebeeld!) en besteedde te Etoges twee uren
aan zijn diner. Fersen. die voor koetsier had ge
speeld, keerde naar Parijs terug, de koets reed verder
en bereikte St. Ménéhould nóg een wonder. Dat
was 21 Juni 's avonds om acht uur. In dat dorp
werden nieuwe paarden voorgespannen, en weer
reed de koets verder. Maar de menschen in St. Méné
hould praatten opgewonden met elkaar, toen zij het
rijtuig stonden na te kijkenhadden zij dat gezicht
niet méér gezien? Was (lat de koning niet?
Het was de postmeester Drouet, zegt men, die
alarm maakte. Maar natuurlijk had men 's morgens
te Parijs gemerkt, dat „de vogels gevlogen" waren,
en een ijlbode had liet spoor der reiskoets gevolgd.
Met Drouet of diens zoon galoppeerde hij naar Varen
nes en toen de koning daar aankwam, was do brug
gebarricadeerd, waren er geen versche paarden te
krijgen, drong er een menigte menschen om het rijtuig
heen. „Halt! De passen!" riep men den reizigers
toe. „Madame Korff, op weg naar Frankfurt," was
het antwoord. De aanwezige autoriteit, de zeepzieder
Sausse, vond het te laat, om de passen nog van een
visum te voorzien, zei hij - liet gezelschap moest