EEN KONING EN EEN ONTHOOFD KONINGIN TAFEREELEN UIT DE FRANSCHE R EVOL UTIË 4—- 32 Het afscheul van Lodewijk XVI van zijn echtgenoote en kindereu in den Temple. Den volgenden dag, op Dinsdag 21 Januari 1793, Plane de la Revolution onthoofd. Toen de verbonden legers van Oostenrijk en Pruisen Frankrijk binnenrukten, richtten de revolutionnairen te Parijs een waar bloedbad aan onder de royalis ten. Ook de koning werd in staat van beschuldiging gesteld en ter dood ver oordeeld. Nadat zijn hoofd onder de guillotine was gevallen, werd het doodvonnis over Marie Antoinette uitgesproken. „de Oostenrijksche" en haar man. Wat zonden de koningsgezinden en de priesters lachen! Die wachtten op de vreemdelingen, die ondermijnden Parijs, die pleegden verraad tegen het volk! Die redeneering sloeg de vonk uit den steen van den angst den kreet: „Dood aan de royalisten! Dood aan de verraders! Dood aan de aristocraten en de priesters!" Het blaadje van Marat eischte, dan kwam er plaats voor anderen in de zalen en cellen. Gewapende benden trokken rond en over vielen als kannibalen hun slachtoffers. Er werd nog een zekere vorm van proces in acht genomen: de „rechters" namen de lijst der gevangenen in handen, en constateerden, wie zij voorhadden. Na dit verhoor werden de verdachten aan de beulen overgeleverd en op de binnenplaats afgeslacht. De prinses de Lamballe, vriendin van Marie Antoinette, onderging een gruwelijken dood. Haar hoofd werd op een piek naar den Temple gedragen. De koning en de koningin moesten aan het raam komen, schreeuwde het gepeupel, en de koning zag met afgrijzen het hoofd der gewezen hovelinge; maar hij belette zijn vrouw, naar het raam te gaan en den gruwel aan te zien. Vijf dagen duurde het moord- feest; visehvrouwen droegen de ledematen van slachtoffers door de straten en beten in mensehen- vleeseh. Het bloedbad kostte bijna vijftienhonderd mensehen het leven. dat alle vijanden des volks uitgeroeid zou den worden. De gevangenissen waren propvol die moesten maar eerst leeg. Daar zaten de ergste verraders. Hun bloed moest de wor tels van den vrij heids - boom besproeien r waren al veel slachtoffers gevallen bij straatgevechten, de bestorming der Bastille, den opmarsch naar Versailles, de overweldi- ging der Tuilerieën maar de laaiende moordwoede. die het brandmerk der revolutie is gebleven, sloeg uit in September 1792. Terwijl de konink lijke familie in den Temple haar dagen in gelatenheid en betrekkelijke rust óinleefde, woelde het in stad en pro vincie. De onstui mige ommekeer in de staatsorde ging verder, en tegelijk moest er oorlog worden gevoerd. Want de spanning tusschen Frankrijk en Oostenrijk (dat Pruisen aan zijn zijde had), begon nen door de ont steltenis te Weenen Een deelnemer aan de moordpartij in Septem ber 1792, waarbij han derden op gruwelijke wijze werden afgeslacht. Op zijn hoed staat, met groote letters: Vrijheid. over de Fransohe gruwelen, verergerd door het lot en het woord der emigranten, en niet minder door het drijven van clubs, die „door den oorlog de vrijheid bezegelen" wilden, had reeds in April geleid tot een oorlogsverklaring, uitgegaan van het re volutionnaire Frankrij kEn terwijl de Fransche burgerij bezig was, afgevaardigden te kiezen voor het nieuwe regeerende lichaam, de Nati onale Conventie, trokken de verbonden legers der midden- Europeesche machten het land binnen. Zij namen den 2en September Verdun in. „Naar Parijs!" riep de hertog van Brunswijk, en den Parijzenaars sloeg de schrik om het hart. Een doodsschrik. Straks kwamen de Oostenrijkers en de Pruisen, de wrekers der familie, Capet.Wrekers Die het land in gehaald waren door de emigranten,door

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 32