minste.... als men de groote verkeerswegen verkuil en het natuurschoon zoekt langs de vele prachtige wandel paden in ons land. Nieuwe plannen orden er binnenkort nog nieuwe wegen in gebruik genomen?" is onze volgende vraag. „Zeker, er is 'n mooie wandelweg door Zeeland in bewerking. Voorloopig gaat de tocht over Walcheren, waar heel wat moois te zien is. Later wordt de route misschien uitgebreid met 'n wandeling door Zeeuwsch Vlaanderen naar de Belgi sche kust. En dan zijn we juist gereed gekomen met 'n prachtigen tocht, die zeker bij alle wandelsport-enthousiasten in den smaak zal vallen. Half Juni wordt de wandelweg Den Boscli-Kanne geopend, liet eerste st.uk van een inter nationalen wandelweg, die naar de stad Luxemburg leidt. Dien weg hebbel we in kaart gebracht in samenwerking met de Touring Club de Belgique en de Touring Club Luxembourgeois. 't Is een prach tige wandeling, die door de mooiste gedeelten van de Ardennen leidt. Er bestaan zelfs plannen 0111 den weg door te trekken tot in de Vogezen en nog verder. Zoo ziet men, dat de A.N.W.B. er steeds op uit is nieuwe mogelijkheden te scheppen voor den wandel- toerist. Doch de bond doet meer, een groot aantal onzer prachtige landgoederen werd door bemidde ling van den A.N.W.B. voor den wandelaar openge steld. Vroeger bracht 't bezoek aan een landgoed altijd moeilijkheden mee, daar de wandelaar niet te voren wist tot wien hij zich moest wenden voor 't verkrijgen van toestemming. Thans heeft de A.N.W.B. met een groot aantal eigenaars een over eenkomst gesloten, waardoor de bond gemachtigd is een algemeen passe-partout uit te geven, het z.g. A.N.W.B.-wandelbewijs. Natuurlijk werd ook een speciale bondsuifgave samengesteld, waarin deze landgoederen werden beschreven. Thans is de bond bezig met het plaatsen van hordies aan oude ge bouwen. waarop enkele bijzonderheden en jaartallen van het bouwwerk staan vermeld. En dan is er nog een groot plan in voorbereiding: Kampeeren met den A,N.W,B, ..Maar," zeggen de heeren hij 't afscheid nemen, „daarvan komt U vandaag niets te weten! Maar tegen den zomer, als alles in kannen en kruiken isL. Zoo mooi is Nederland! de afdeeling Toerisme Binnenland, die ons op het hoofdkantoor te Den Haag ontvangt, legt het ons uit. „Eerst komt de kaartstudie, waarbij we vooral letten op de landschapsvorming. Een eentonige rechte weg, dwars door 'n landschap, dat weinig afwisseling biedt, kan natuurlijk nooit 'n honds- wandelweg worden. Ook moeten we zorgen, dat minstens één keer op elke dertig kilometer 'n dorp of stad in den weg is opgenomen, waar de wandelaars gelegenheid hebben onderdak te krijgen of van ver voermiddelen gebruik te maken." „En dun zet u de bordjes en de weg is klaar?" „Nog lang niet. Eerst gaan we 't uitgezochte tra ject eens zelf wandelen en soms valt zoo'n wandeling ons bar tegen! Dan beginnen we weer van voren af aan.Maar als we eindelijk den goeden weg ge vonden hebben, komt er nog een nieuwe moeilijk heid: Voor 't, plaatsen van onze bordjes hebben we toestemming noodig van de eigenaars van al die hoornen en palen. Vaak is er heel wat gepraat en geschrijf noodig. Zijn eenmaal alle moeilijkheden overwonnen, dan wordt de nieuwe weg in kaart gebracht en in onze wandelgidsen beschreven." Op deze wijze heeft de A.N.W.B. al heel wat wegen in ons mooie land tot bondswandehveg gemaakt. Samen hebben die wandelwegen een lengte van drieduizend kilometer en alle zijn ze voorzien van de bekende richtingbordjes. Maar als we dan nog even verder praten over die practische wegwijzers, schudden de heeren van den A.N.W.B. bedenkelijk het hoofd. Want die kleine, kleurige dingen bezorgen den bond- vaak allerlei last. Ergerlijk ran dalisme i' komt 'n booze brief: „Mijnheer, ik maakte een bondswandeling, maar heb enkele keeren uw weg wijzers niet kunnen vinden. Hoor al dat gezoek was m'n plezier danig bedorven...." En het erge is: de brief schrijver heeft gelijkToch is het niet de schuld van den A.N.W.B.. want die heeft wel degelijk gezorgd, dat de wandeling duidelijk was aangegeven. Maar de bond kan niet bel"1'1' dat de bordjes bij dozijnen verdwijnen. Steeds weer moet worden geconstateerd, dat de wegwijzers van de hoornen zijn gehaald of op ergerlijke wijze vernield werden. En ook de bekende blauwe emailborden, waarop, aan de grenzen der gemeenten, de plaats namen staan vermeld, moeten het vaak ontgelden. Het is eens gebeurd, dat een dergelijk bord om half twaalf was geplaatst en 'n uurtje later was er van de letter» al niets meer te lezen. Om twaalf uur was de dorpsschool uitgegaan en de jeugd had in het fonkelnieuwe bord 'n prachtig object gevonden voor 'n wedstrijd in het steenen gooien! „Dus het is de jeugd, die u al dien last bezorgt?" vragen wij. „Hm," zeggen de heeren en dan volgt er 'n verhaal, dat boekdeelen spreekt „We hebben eens zoo'n vandaal betrapt en die was de vijf kruisjes al gepasseerd. Midden in 't bosch stond hij een van onze bordjes van 'n boom te peuteren, 't Ding zat 'n beetje hoog en daarom was meneer op 't zadel van z'n fiets geklommen. Mevrouw was er ook bij, ze hielp zelfs 'n handje mee, want ze zorgde, dat de fiets overeind bleef. Toen 't bordje was buitgemaakt, keek meneer naar nieuwe bezigheden om en beklom 'n uitzichttoren, die daar in de buurt stond. En toen we 's gingen kij ken, wat hij daar uitvoerde, was hij op z'n gemak bezig met koeien van letters z'n naam te kerven in een bank. Dat was erg gemakkelijk voor de politie, want die kon hem prompt een pro- ces-verbaalthuis bezorgen Dit vandalisme maakt, dat de A.N.W.B. jaarlijks belangrijke bedragen moet besteden aan nieuwe bordjes, bedragen, die de bond natuurlijk veel liever voor andere doeleinden gebruikt. Tegen de vernieling door ouderen is weinig te doen, maar wat de jeugd betreft, die moet worden opgevoed. Daarom doet de bond het tegenwoordig zooals er gens nieuwe borden of aanwijzingen geplaatst worden en er is een school in de buurt, dan gaat er een vriende lijke brief naar het schoolhoofd met het verzoek of hij zijn leerlingen de beteekenis en het belang van die bor den wil uitleggen. Die methode heeft goede resultaten, 't aantal vernielin gen wordt minder. Toch doet de bond graag een beroep op de mede werking van allen. De wandelsport is weer populair. Een wandelaar, zooals we hem in den va, eantietijd op onze wegen ontmoeten. Een goede wandelaar moein wandelstok hebben. Daarom stelt de A.N .W .B. keu - rigen stok met bondsinsigne beschikbaar, die iHtgi reikt wordt aan alle leden, die in een jaar drie verschillende bondswandelingen maken elk ter lengte van minstens zestig km.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 3