MEI BRUIDJES De Zeeuwsche Ktüfiótóti EEN MAAND VAN ROMANTIEK T— En nauwelijks hooien de nieuwsgierigen de rijtuigen ratelen, of holder de holder komen ze aanhollen, zoodat de ■politie soms handen te kort komt om ze op eerbiedigen afstand te houden. En zelfs wordt te Vlissingen het raadhuis nog bestormd door degenen, die, willen hooren, hoe zenuwaehtig het jawoord wordt gefluisterd of onder wie de meest sensatiezuchtigen misschien nog verwachten, dat de paartjes op hei laatste oogenblik zieh nog zullen bezinnen. Het geviel vóór eenige jaren dat te Middelburg in 'u intel lectueel gezelschap, dat leden bevatte, die veel voor volkenkunde, natuurhistorie en geschiedenis voelden, de vraag werd opgeworpen, waaraan het verschijnsel derZeeuwsche Mei-huwelijken, dat speciaal op Walcheren voorkomt, is toe te schrijven. De folklorist zette dadelijk een hoogen boom, met veel blad en weinig vrucht, op over den Meiboom en de Meibruid. Hij gaf te kennen, dat in Zeeland ongetwijfeld het bekende gebruik, om een Meiboom te planten voor het huis waarin de beminde woont, dat in Limburg hier en daar nog leeft, vroeger algemeen hekend en gevolgd zou zijn. Niet na-wijsbare oorzaken zouden die gewoonte ten lange leste veranderd hebben in de traditie om in de Meimaand te trouwen. Na 'n half uur suggesties in dien geest te hebben geopperd, kwam de natuurhistoricus, ook '11 niet-Zeeuw, aan het woord. Deze niet minder knappe kop gooide het over een anderen boeg. Volgens zijn onderheide overtuiging had men het 't allereerst te zoeken in de richting van de natuur. Het landelijk volk is immers vergroeid met de seizoenen, met plant en dier. Ziet het in het voorjaar de aard ontluiken tot nieuw levenziet het zijn gevederde vrienden aan het houwen van een nest.... welnu, dan vaart in de Van ouds is in Zeeland en vooral op Walcheren de maand Mei de speciale maand geweest, waarin de paartjes in het huwelijksbootje stapten, al komen ze dan ook in met vurige paarden bespannen rijtuigen aan (Middelburg).

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 16