Van de arena naar lief er achteraf van het hart, dat. het resultaat ons deerlijk tegenviel. Was het de verandering van omgeving, van dieet of mogelijk het inferieure j»eil van zijn familieleden? Het is ons niet bekend, maar weldra stond voor ons vast, dat zijn kunst - zinnig kunnen tot minimale af metingen ineengesehrompeld was. Slechts op dringend verzoek, en dit dringend moet hier eenier letterlijk dan figuurlijk worden opgevat, bleek meneer bereid tot 't maken van een knieval. Van recht opzitten was geen sprake rneer en om nog eens op zijn stellage plaats te nemen, daar was hij in het geheel niet meer toe te bewegen. Slechts een kort ritje op zijn rug werd ons toegestaan. Wie meer genoot, uw verslaggever of Gaston, blijve hier in 't midden Gaston maait ons zijn opwachting met een hoffelijken knieval. Gaston is verzot op bier. maar op z'n tijd waardeert hij "n tleschje melk ooi irel Gaston trad op in Carré, in Circus Houcke, van den winter nog, en hij wist er de harten van al zijn bezoekers te veroveren. Hij zag er welgedaan uit, had voortreffelijke manieren en hij kende z'n vak. Zig-zag liep liij tusschen de bee- nen van zijn „collega's", de menschen en de paarden, die eveneens in het pro gramma optraden, door. wist een bevallige révé rence op zijn voorpoot en te maken, verstond de kunst om - deftig gezegd zittend op z'n hammen zijn publiek eens aan te kijken en slaagde er zelfs in om, staande op een stellage, die voldeed aan de hooge eischen, die zijn lichaamsgewicht stelde, een flesch melk of nog liever bier, te consumeeren. Toch was Gaston maar een doodgewoon varken. Geboren en getogen op een boerderij in de Haarlem mermeer onder den rook van Amster dam. Daar werd hij - het groote mo ment in het leven van iedereu kun - stenaar door den dresseur van het circusontdektEen - maal van eigenaar verwisseld onder ging zijn leven een belangrijke veran dering. Uit was het met het kluchtige spel met zijn soort - genooten, met het vrij rondwandelen in de wei en met het onder het motto van „vieze varkens worden niet vet" naar hartelust leegslobberen van den trog met voer, die door den boer steeds weer opnieuw gevuld werd, zonder dat hij er omkijken naar had. Voortaan zou hij zelf zijn brood moeten verdienen, daartoe in staat ge steld dank zij een opleidingsschool, die anders door zijn familieleden maar hoogst zelden wordt bezocht. En gedachtig aan de oude, maar wijze spreuk van „Straf is mijn hand, maar liefelijk mijn gemoed" leerde de dresseur hem de verschillende kunststukken, net zoolang tot hij ze 's avonds vlot en vaardig voor een bewonderend publiek kon vertoonen. Daar kwam ook een stok bij te pas. Echter, en dit t er geruststelling onzer dieren beschermende lezers en lezeressen, hard ge- 'n Tragedie uit 't leven van een kunstenaar Hen iorte rondrit op 't erf. Uw verslaggever, die hier ah ruiter optrad, had de grootste moeite z'n even - wieht te bewaren en niet de modder te duikelen slagen werd er niet en bovendien beschermde een dikke laag van meer of minder doorregen spek hem tegen de pijnlijke gevolgen. Een circus trekt de wijde wereld door. Zoo ook het circus, dat Gaston geëngageerd had. Xaar Denemar ken ging de reis en het leidt geen twijfel of ook in dat land zou hij de afgunst en de bewondering van zijn soortgenooten hebben opgewekt, indien daarop het allerlaatste nippertje geen kink in den kabel was gekomen, toen bleek dat in dat land geen varkens, zelfs geen gedres seerde, niogen wor den ingevoerd, zoo dat hij ten slotte in ons land moest, ach terblijven. Reeds vreesde hij toen de arbeidsbeurs hem weigerde als werk zoekende in te schrijven en hij ook buiten allestcunbe- palingen viel, bij „llulp voor Onbe- huisden" te moeten aankloppen, toen de boer van het land, waar hij zijn prille jeugdgesleten had, hem weer een gastvrij onderko men aanbood, op conditie, dat hij als gelijke met zijn minder geleerde zusters en broers zou willen omgaan en afzag van bier en dergelijke dranken. Zoo bevindt hij zich thans weer in den schoot zijner familie en ontvingen wij, na voorafgaand- overleg, verlof tot hem te intervie wen. „Aangemoedigd" door het latje, waarvan hierboven reeds sprake was, pro beerde hij ons zijn talenten te demonstreeren. En hoewel wij ons in zijn bijzijn beleefdheidshalve van iedere aanmerking wilden onthouden, moet liet ons Tot hel beklimmen van de stellage, zooah hij eens avond aan avond in het eireus placht te doen, is hij met geen mogelijkheid meer te bewegen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 29