KINDERBADPAK Gebreid met bijpassend vestje we er 3 st. bij (55 St.). Aan bet einde van de 22e en 23e naald maken we er 10 st. bij (75 st.). Aan het begin en einde van de 47e, 63e, 79e en 95e naald breien we 2 st. te zamen (67 st.). Zoodra we echter 94 naalden in patroon gebreid hebbed, volgen er 10 naalden waarbij we steeds afwisselend 1 r. verdraaid, 1 av. breien (altijd r. boven r„ av. boven av.). Door dezen band sluit het badpakje in de taille mooi aan. Vanaf de 105e naald breien we weer gewoon in patroontje verder. Zoodra we bij de 119e naald gekomen zijn, begin nen we de gele punt in te breien. We gaan dus als volgt te werk: 119e naald: 33 st. rood, 1 st. geel, 33 st. rood. 120e naald en volgende teruggaande naalden de stekenindeeling blijft hierbij steeds hetzelfde. 121e naald: 32 st. rood, 3 st. geel, 32 st. rood. 123e naald: 31 st. rood, 5 st. geel, 31 st. rood. 125e naald: 2 st. te zamen breien, 28 st. rood, 7 st. geel, 28 st. rood, 2 st. te zamen breien (65 st.). 126e naald: 29 st. rood, 7 st. geel, 29 st. rood. 127e naald: 2 st. te zamen breien, 26 st. rood, 9 st. geel, 26 st. rood, 2 st. te zamen breien (63 st.). 128e naald: 27 st. rood, 9 st. geel, 27 st. rood. (VOOR DEN LEEFTIJD VAN s—6 JAAR) Benoodigdheden voor dit aardige strandstelletje zijn: ongeveer 150 gr. roode vierdraads badpakken - wol, ongeveer 25 gr. blauwe vierdraads wol, ongeveer vierdraads wol, een paar lange aluminium breinaalden met knop nr. 3, een haaknaald nr. 3 en 2 sierknoopjes om het vestje te sluiten. We breien het badpakje en het vestje in het vol gende patroontjeeen oneven aantal steken opzetten hierboven breien we: le naald: (voorkant van het werk): 1 r„ draad naar voren halen, 1 r. afhalen, draad naar aehteren leggen. Vanaf de geheele naald herhalen en eindigen met 1 r. 2e naald: steeds afwisselend 1 r., 1 av.; we eindigen met lr. Deze 2 naalden moeten we nu steeds beurtelings herhalen. Hei badpakje (voorpand). We zetten met roode wol 15 st. op en breien hierboven in het bovenbeschreven patroontje. Aan het einde van de 2e, 3e, 4e, 5e, 6e en 7e naald maken we er 1 st. bij (21 st.). Aan het einde van de 8e, 9e, 10e, 11e, 12e, 13e, 14e en 15e naald maken we er 2 st. bij (37 st.). Aan het einde van de 16e, 17e, 18e, 19e, 20e en 21e naald maken 129e naald: 2 st. te zamen breien, 24 st. rood, 11 st. geel, 24 st. rood, 2 st. te zamen breien (61 st.). 130e naald: 25 st. rood, 11 st. geel, 25 st. rood. 131e naald. 2 st. te zamen breien, 22 st. rood, 13 st. geel, 22 st. rood, 2 st. te zamen breien (59 st.). 132e naald: 23 st. rood, 13 st. geel, 23 st. rood. 133e naald: 2 st. te zamen breien, 20 st. rood, 15 st. geel, 20 st. rood, 2 st. te zamen breien (57 st.). 134e naald: 21 st. rood, 15 st. geel, 21 st. rood. 135e naald: 2 st. te zamen breien, 18 st. rood, 17 st. geel, 18 st. rood, 2 st. te zamen breien (55 st.). 136e naald: 19 st. rood, 17 st. geel, 19 st. rood. 137e naald: 2 st, te zamen breien, 16 st. rood, 19 st. geel, 16 st. rood, 2 st. te zamen breien (53 st.). 138e naald: 17 st. rood, 19 st. geel, 17 st. rood. 139e naald: 2 st. te zamen breien, 14 st. rood, 21 st. geel, 14 st. rood, 2 st. te zamen breien (51 st.). 140e naald: 15 st. rood, 21 st. geel, 15 st. rood. 141e naald: 2 st. te zamen breien, 12 st. rood, 23 st. geel, 12 st. rood, 2 st. te zamen breien (49 st.). 142e naald: 13 st. rood, 23 st. geel, 13 st. rood. 143e naald: 2 st. te zamen breien, 10 st. rood, 25 st. geel, 10 st. rood, 2 st. te zamen breien (47 st.). 144e naald: 11 st. rood, 25 st. geel, 11 st. rood. 145e naald: 2 st. te zamen breien, 8 st. rood, 27 st. geel, 8 st. rood, 2 st. te zamen breien (45 st.). 146e naald: 9 st. rood, 27 st. geel, 9 st. rood. 147e naald: 2 st. te zamen breien, öst. rood, 29 st. geel, 6 st. rood. 2 st. te zamen breien (43 st.). 148e naald7 st. rood, 29 st. geel. 7 st. rood. 149e naald: 2 st. tezamen breien. 4 st. rood, 31 st. geel, 4 st. rood. 2 st. te zamen breien (41 st.). 150e naald: 5 st. rood, 31 st, geel, 5 st. rood. 151e naald: 4 st. afkanten (rood), 33 st. geel, 4 st. rood (37 st.). 152e naald: 4 st. afkanten (rood), 33 st. geel. We breien dus nu alleen met gele wol verder. Aan het begin van de 153e, 154e, 155e, 156e, 157e, 158e, 159e en 160e naald kanten we 1 st. af (25 st.). Aan het begin van de 161e, 162e, 163e, 164e, 165e en 166e naald kan ten we 2st. af (13 st.). Aan het begin van de 167e en 168e naald kanten we 3 st. af, ter wijl we bij de 169e naald de overige 7 st. in één keer af kanten. Nu zetten we met blauwe wol 5 st. op en breien hierboven 74 naal den in gerstekorrel (steeds afwisse lend 1 r., 1 av. en bij iedere naald verspringen, zoodat r. boven av. komt en av. boven r.). Dit blauwe randje naaien we boven over de gele punt heen en hechten de uiteinden boven de 4 afgekante roode steken aan weerskanten van de gele punt (zie afbeelding). Voor hei bandje rondom den hals zetten we eveneens met blauwe wol 5 st. op en breien hierboven 85 naal den in gerstekorrel. We naaien het aan het voorpand, zooals de afbeelding zien laat. Het rugpand. We breien dit tot en met de 118e naald hetzelfde als het voorpand. Bij de 119e naald gekomen, breien we 10 st., kanten dan de middelste 47 st. af en breien de overige 10 st. af. Boven deze laatste 10 st, breien we dan terug en kanten vervolgens aan het begin van de 121e naald 4 st. afaan het begin van de 123e naald 3 st.aan het begin van de 125e naald 2 st. en bij de 127e naald den laatsteu steek. Boven de overige 10 st. breien we het rechterge deelte op dezelfde wijze af. We persen nu de beide deelen luchtig onder een voehtigen doek op en naaien de zijnaden dicht. Vervolgens nemen we voor ieder pijpje 64 st. op en breien hierboven nog 5 naalden in ribbelpatroon (heen- en teruggaande geheel recht). Ten slotte naaien we ook den onderkant dicht. Om de armsgaten en den rug (alleen om het ge deelte dat met roode wol gebreid is) haken we nog een toer vasten met roode wol. Hierdoor wordt voor komen dat rug en armsgaten te veel uitrekken. Voor het ceintuurtje zetten we rnet roode wol 140

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 36