De Mont Pelé, zooals de berg er nu uitziet. Dit houten huis is gebouwd op de ruïne van eenoud steenen huis, dat in 1902 verwoest werd. De steenen trappen zijn nog van het oude gebouw. Hechts: Frank A. Perret, de wachter van den Mont Pelé, restaureert een beeld, dat beschadigd was bij de uitbarsting van 1902. Hen inboorlinge bewondert, zijn werk. De foto is genomen in den tuin van het Vulcanologisch Museum, dat onlangs op initiatief van mr. Perret werd gebouwd. Het is natuurlijk onmogelijk een uitbarsting te voorkomen, maar men kan deze wel voorzien. Van daar dan ook, dat de geologen van den vulkanischen dienst eiken dag naar den top van den berg klimmen om de temperatuur op te nemen. Zij staan onder leiding van den Amerikaan Frank Perret; een vulca- noloog van meer dan zeventig jaar, die zijn gelieele leven gewijd heeft aan de studie van den Mont Pelé. Het is geen gemakkelijk werkje, dit opnemen van de temperatuur, want de nieuwe krater ligt in een ravijn van honderd meter diepte, dat men alleen kan bereiken door zich met behulp van touwen te laten zakken. Te midden van de zwavel dampen, strompelend door het losse puimsteen en over het zwarte basalt, bereiken zij eindelijk den kratermond om den hittegraad op de daar geplaatste thermometers af te lezen en als ze terug komen, weten de inwoners van Saint Pierre of de toestand verontrustend is ja of neen. Niet lang geleden, na een lichte aardbeving, is een aantal menschen midden in den nacht het land op gevlucht. De burgemeester, die de bevolking wilde geruststellen, liet bulletins aanplakken„In geval er gevaar dreigt, moet men niet op straat blijven, maar naar huis gaan. Als men aan zee woont, dan moet men zich naar de eerste verdieping be geven om veiliger te zijn voor vloedgolven, die op kunnen treden. Doof vuur en licht, enz. enz." Dit bulletin, dat de menschen had moeten kalmeeren, heeft juist de ongerustheid doen toenemen. Maar om te beseffen, in welke spanning de be woners van Saint Pierre leven, moet men zich de uit barsting van Mei 1902 herinneren, waarbij de stad als 't ware van de aarde werd weggevaagd. Om acht uur in den morgen vond 'n geweldige ontploffing plaats en een stroom lava schoot uit den krater te voorschijn, terwijl een regen van vuur op de plaats neerdaalde. Men veron derstelt, dat ten gevolge van de uitbarsting de luchtdruk zoo snel toenam, .dat de menschen dezen niet konden verdragen en onmiddellijk gedood werden. Dit zal ongeveer in drie minu ten gebeurd zijn en daarop kwam het vuur en verkoolde de lijken. Slechts een gevangene, die opgesloten was in een onderaardsch cachot, werd, zij het ook met brandwonden bedekt, levend aan getroffen. Vrijwel de geheele beschaafde wereld deed mee aan de hulpactie voor de nabestaanden der slacht offers en den wederopbouw van het stadje. Koning Eduard VII van Engeland gaf vijfentwintigduizend francs, de paus twintigduizend francs, keizer Wilhelm II van Duitschland twaalfduizendvijf honderd francs en de Amerikaansche regeering De eenige overlevende van veertigduizend inwoners was de gevangene, wiens foto we hiernaast afdrukken. Geheel rechts de eel, waaraan hij zijn behoud te danken had. twee millioen vijfhonderdduizend francs. In 1929 echter scheen het, dat weer een uitbarsting plaats zou vinden, de bewoners begon nen hun haardsteden al te ver laten, maar Frank Perret, die zijn geheele leven aan de studie der vul kanen had gewijd, voorspelde, dat de erupties van 1929/1932 de stad geen kwaad zouden doen. En wat hij zei kwam uit: de Mont Pelé dreigde drie jaar lang, doch er vond geen groote uitbarsting plaats. Van dien tijd af stelde men on beperkt vertrouwen in den Ameri kaan en onder zijn toezicht kwam het Vulcanologisch Museum te St. Pierre tot stand. Jonge geologen controleeren den toestand van dag tot dag en hieruit trekt Perret zijn conclusies. Wat er dus ook mocht geschieden, men is op het oogen- blik gewaarschuwd en kan zijn maatregelen nemen. Tenzij de na tuur nog verrassingen voor de be volking van Martinique in petto heeft, die de menschelijke weten schap niet kan voorzien, zal deze streng bewaakte vulkaan niet de kans krijgen nogmaals het leven van duizenden te bedreigen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 3