HAAK EERSTE NEDERLAAG
H
DOOR URSULA PARROTT
r
22
Ze is ook heel lief en knap," antwoordde
Andrea. „Men zegt, dat ik meer op vader
gelijk. Hij is met de Lusitania omgekomen,
'n paar dagen voor mijn geboorte. Hoe
oud was jij toen?"
„Zeventien. Michael en ik waren die heele Mei
maand op den aftocht door Galicië."
De bediende bracht den champagne binnen.
„In orde, Philip. Wel te rusten. Zeg, Dimitri,
maak jij even 'n flesch open."
Zij bleven 'n poosje zwijgend tegenover elkander
zitten. Dimitri keek in den gloed van het vuur en
naar den glans over het prachtige haar van Andrea.
„Hoe voel jij je eigenlijk bij dat verlangen om
den menschen aanleiding te geven tot ergernis en
om iemand te ontmoeten, die niet weet, wie je
eigenlijk bent?" vroeg Dimitri vrij onverwachts.
„Echt geamuseerd. Maar soms toch heel een
zaam en altijd min of meer onrustig. Ik zou zoo
graag
„Watt" drong hij benieuwd bij haar aan.
„Alles willen hebben.... niet alleen datgene wat
ik heb, maar ook wat ik nog niet heb. Ik wil
niet voor anderen leven, zooals voor lui van mijn
positie schijnt te passen, voordat ik eerst geheel en
al voor mezelf geleefd heb."
„Heb je dat dan nog niet gedaant Ik zou denken,
dat je alles hebt gehad, wat je maar kón verlangen."
„Je mag me zeker niet graagf" zei Andrea
plotseling op 'n geheel anderen toon.
„Ik vind je charmant," antwoordde Dimitri
even snel als openhartig.
„Laten we maar 'n ander spelletje beginnen,
Dimitri. Dit is wel wat afgezaagd. Ik zal mijn
masker afleggen en precies zeggen, wat ik meen,
ten minste als jij dat dan ook doet."
„Het spijt me, Andrea, maar ik heb 't mijne al
veel te lang gedragen. Ik ben bang, als ik het zou
afleggen, dat er dan iets afschuwelijks te voorschijn
zou komen. Misschien wel 'n afgrijselijk doodshoofd."
Zij keek hem doordringend en onderzoekend aan.
Toen zei Andrea en 't maakte op hem den
indruk, dat dit 't eerste oprechte woord- was, door
haar gesproken „Dat weet ik nog zoo niet."
En vervolgens„In elk geval zal ik ermee beginnen
en 't erop wagen, dat jij het dan ook zult doen. Ik
heb zoo'n behoefte aan allerlei ouderwetschen onzin.
Ik zou graag iemand zóó liefhebben, dat ik voor
hem zelfs zou willen sterven. Maar dan moet 't
iemand zijn, dien ik kan respecteeren."
Zij zweeg en toen Dimitri geen antwoord gaf,
vroeg ze met 'n plotselinge wending„Hoe dikwijls
ben je al verliefd geweest?"
„Eén keer."
„Michael heeft ons een en ander over haar ver
teld." Haar stem klonk nu zachter. „Ze had net
zulk haar als ik. En nadien nooit meer?"
„Nee."
Ze staarde in de vlammen. Dimitri dronk van
zijn champagne en voelde zich opgewonden.
„Ik ben nu eenmaal Andrea Durane," ging zij na
'n poos verder, „en dit schijnt een der beproevingen
te zijn van m'n overigens zorgeloos bestaan. Heusch,
geloof me, ik vind 't allesbehalve prettig. Ik zal er
nu maar eerlijk mee voor den dag komen: jij zelf
zou 't nooit durven bekennen, omdat ik krankzinnig
rijk ben en jij, naar ik vermoed, krankzinnig arm.
Nee, val me nu niet in de rede, laat me uitpraten.
Verliefd worden vind ik 'n afgrijselijke uitdrukking.
Die gebruiken ze in te veel gedichten en goed-
koope liedjes. En dus. ze hief het hoofd op en
haar stem klonk zacht en helder: „Ik ben op jou
verliefd geworden, plotseling, hals over kop, alsof ik
in diep water ben gedokenZou ikiets voor
jou kunnen beteekenen, Dimitri?"
Hij stond op. Haar blauwe oogen bleven strak
op de zijne gericht.
„Dimitri, liefste, ik kan er niets aan doen, dat ik
die afgrijselijke uitdrukking moest gebruiken, maar
't is nu eenmaal zoo. Ik heb zooiets nog nooit
eerder gedaan." Toen begon ze te lachen.
„Vooruit, baron Rostokof, nu zeg jij ook 'ns ten
volle wat je meent."
„Dat is verschrikkelijk moeilijk, Andrea. Ik zou
meer van je kunnen houden dan ik gedacht heb. ooit
KORTE INHOUD VAN 'T VOORAFGAANDE:
De Amerikaansche mïllionnair Andrew Durane ver
trekt in 1915, tijdens den wereldoorlog dus, ondanks
het groote gevaar dat daaraan verbonden is, met de
Lusitania naar Engeland. Hij wil deze zakenreis
benutten om z'n kapitaal voor zijn erfgenaam, die zeer
spoedig ter wereld zal komen, te vergrooten. Op het
zelfde moment neemt de zeventienjarige baron Dimitri
Rostokof op een Russisch station afscheid van zijn
moeder om zijn vaderland als officier ie dienen.
Terwijl in New York Durane's eerste kind, een
meisje, Andrea geheeten, het levenslicht aanschouwt,
vindt haar vader den dood in de golven. Eenige jaren
later hertrouwt Isabel Durane met Mark Henderton,
een vroegeren zakenvriend van Andrew. Dimitri
Rostokof keert na dertien maanden met z'n vriend,
prins Michael Normoff voor een verlof van twee weken
naar het landgoed van z'n moeder in de Krim terug.
Hij ontmoet daar de zestienjarige knappe Constancia,
een verre nicht van zijn moeder. In 1922 trekken
Dimitri en Michael als arme zwervers in boerenkleeren
naar huis. Dimitri is inmiddels met Constancia ge
trouwd. Zij zijn naar Parijs gevlucht, waar hij ver
neemt, dat Michael ter wille van 't geld met een
schatrijke Amerikaansche in 't huwelijk is getreden.
Henderton verwent Andrea, die inmiddels tien jaar
geworden is, tot in den grond. Isabel besluit daarom,
zelf voor de opvoeding van haar kind te zorgen. Ze
vertrekt met Andrea tijdelijk naar Europa. Dimitri
is nu taxichauffeur te Parijs. In 1929 sterft Con
stancia. Hij besluit daarom naar Amerika te ver
trekken. In dat zelfde jaar overlijdt Mark Henderton.
Eerst in 1938 ontmoet Dimitri te New York z'n
ouden vriend Michael. Bij een diner dat Michael
geeft, maakt Dimitri kennis met Andrea Durane.
Hij begeleidt haar 's avonds naar haar woning.
nog te kunnen doen. Maar dat is niet genoeg. Omdat
voor mij zooveel dingen voorbij zijn, die voor jou nog
moeten beginnen. Ik zal m'n best doen, je de waar
heid te zeggen, al zal me dat heel slecht afgaan."
Hij bleef voor haar staan en vervolgde„Ik ben 'n
schim, de schim van den jongen, dien Michael ge
kend heeft. Een schim uit 'n wereld, die in het
jaar van jouw geboorte op sterven lag. Ik heb me
er reeds lang bij neergelegd. Maar jij bent 'n levend
mensch, bruisend en vol brandende hoop op de toe
komst. Je biedt me 't leven aan, maar dat is
alleen bestemd voor de gezonden. Ik ben te oud
en te vermoeid, om mij 't leven nog duidelijk te her
inneren. Als jij zoo ongelukkig zou zijn op mij
verliefd te wordenals wij elkaar na dezen
avond nog vaker zouden ontmoeten, als wij in
nauwer contact met elkaar zouden komen, dan zou
ik je met mijn wanhoop en levensmoeheid besmetten.
Als ik je nog slechts één stap nader kwam, als ik je
kuste en veinsde, dat het heerlijkste leven ter wereld
vóór ons open lag, dan zou ik uit mijn schimmen-
droom op pijnlijke wijze ontwaken. Wat erger is:
misschien, dat ook jij ontwaken zou en zelfs 'n
beetje pijnlijk. Daarom zal ik dien stap niet doen.
Ik zal je goedennacht zeggen en afscheid nemen."
Andrea was ook opgestaan. Ze deed een stap naar
hem toe en legde haar handen op zijn schouders. Ze
glimlachte.
„Ik ben niet bang. Ik ben niet bevreesd voor
verdriet en verlies in de toekomst!"
„Je hebt nog niet veel verdriet gekend en nog
geen groote verliezen geleden."
„Laat die mettertijd maar komen, éérst het
geluk. Doe dan maar alsof je van me houdt, Dimitri,
als je dat liever wiltikik meen het oprecht."
Toen kuste hij haar. In die enkele oogenblikken
meende hij zijn jeugd te hervindenlang ver
geten vreugde, opzijgeschoven verwachtingen.
Andrea leunde met haar hoofd tegen zijn schouder.
„Kijk, buiten sneeuwt het," zei ze zacht. „Maar
voor ons is 't lente, met het zekere vooruitzicht op
den zomer. Dimitri. ik heb altijd geweten, dat
liet zijn zou zooals nu, als ik echte liefde vond."
Hij kuste haar glanzende haren zonder antwoord
te geven, omdat hij op dat oogenblik zoo volkomen
hetzelfde dacht, wat hij kort te voren gezegd had:
Ik wist niet, dat ik nog ooit iemand zóó lief zou
kunnen hebben.
Toen hij even later naar huis ging, had 't opge
houden te sneeuwen. De straten zagen wit en het
was er ongewoon stil. Hij dacht aan Andrea en ziji,
heele, vroegere leven, zóó kalm en rustig, alsof
hij er reeds mee had afgedaan.
't Was 'n droom, dat vroegere leven: een droom
ook deze heerlijke avond.
Hij sliep tot laat in den morgen en ging toen
naar z'n werk. Hij schreef de nieuwe maandreke
ningen uit en stempelde met „onbetaald" de vele,
die de vorige maand onvoldaan teruggekomen waren.
Hij verkocht 'n tweedehandsauto voor honderd
dollar, en verzekerde den kooper, dat hij er mee naar
Florida zou kunnen komen, zonder zwaren aanhang
wagen altijd. Hij was bijna met de administratie
klaar, toen de wagenwasscher zijn hoofd om de
deur van het schamele kantoortje stak. „Dame om
je te spreken," bromde hij.
Andrea, kwam meteen binnen. Ze was voor haar
doen erg eenvoudig gekleed. Zij droeg een felgroen
sportpakje met een bevermanteltje er losjes overheen
en alleen haar parels.
„Hallo! Ik had gedacht, dat je er wel wat voor
zou voelen, met. je werk op te houden om samen
wat te gaan drinken. Of misschien dineeren?"
„Nee. Ga liever mee naar mijn kamer om daar wat
te gebruiken," zei Dimitri na 'n korte aarzeling.
„Uitstekend. Ik heb den wagen bij me."
„Stuur dien naar huis. Die zou de straat, waarin ik
woon, heelemaal versperren."
Ze glimlachte. ZEVENDE
„Je vindt 't toch leuk, hè,
dat ik gekomen ben?" a
„Ja. Maar eigenlijk had
je het niet moeten doen."
„O, ik zal je wel gauw van die malle meeningen
over wat kan en niet kan afhelpen."
Ze was intusschen op den eenigen stoel gaan
zitten, die in het kantoortje stond.
„Wat ziet 't er hier zakelijk uit, Dimitri. Vind
je dat gezellig?"
„0, dat gaat wel. Hoor eens, Andrea, je moet
niet probeeren mijn ideeën over een en ander te
veranderen."
„Geef me 'n sigaret. Ik heb de mijne in den wagen
laten liggen.... Zoo, zal ik dat niet kunnen? Ik
ben vandaag anders echt vol jeugdig vertrouwen.
Moet ik soms ook nog om 'n zoen vragen? Het is al
zoo lang geleden."
„Nee. Als we eenmaal thuis zijn.... Voel je er soms
iets voor met mijn compagnon kennis te maken?
Hij is een Ier, werkelijk heel aardig en 'n optimist."
„Och, als het jou 't zelfde is, dan kan die kennis
making nog wel even wachten. Of moet 't soms
vandaag nog?"
„Nee. Kom, dan gaan we hier meteen maar van
daan, anders loop je hem tegen het lijf. Hij kan elk
oogenblik uit het kroegje op den hoek terugkomen.
Ik zou niet weten, hoe ik jonw aanwezigheid hier
moest verklaren. Heusch, je hebt heelemaal niets
weg van onze gewone klanten."
„Mij best. Laten we dan maar naar jouw kamers
gaan."
Ze hield zich goed, dat zag hij duidelijk en zij
sprak geen woord over de kale meubileering van z'n
woning. Hij mengde een paar cocktails.
„Kijk eens, erg lekker zul je het wel niet vinden!"
zei hij, toen hij de glazen gevuld had.
Ze proefde even.
„Het smaakt beter dan ik verwacht had."
„Kun je 'n poosje blijven, Andrea?" vroeg hij,
na zelf ook te zijn gaan zitten.
„Natuurlijk, ik blijf eten en ik zal je den heelen
avond gezelschap houden, als je 't goed vindt ten
minste."
„Nee. We moeten oppassen, je niet in opspraak
te brengen. Ik zal je aanstonds meenemen om te
gaan eten in 'n restaurant, waar je een diner van
een dollar kunt krijgen. Dat zal iets nieuws voor jou
zijn. Ik ga daar altijd eten, als ik 'n wagen ver
kocht heb."
„In opspraak! Wat klinkt dat ouderwets!"
Hij lette niet op haar woorden, al herinnerde
hij zich later tóch wel, dat ze dit gezegd had.
„Je mag nog een cocktail voor me mengen,"
zei ze toen.