GEBREID PAKJE
Ook kleine broer komt aan de beurt
VOOR DEN LEEFTIJD VAN 1—2 JAAR
38
12e naald: als 2e naald.
We herhalen nu de 3e tot en met de 12e naald
voortdurend. De 13e naald is dus weer gelijk aan
de 3e naald, enz.
Voor de armsgaten kanten we aan het begin van
de 83e, 84e, 85e, 86e, 87e en 88e naald telkens 2
st. af, zoodat voor ieder armsgat 6 st. geminderd zijn.
Bij de 121e naald kanten we de middelste 10 st.
voor den hals af en breien dan verder iederen schou
der afzonderlijk boven 25 st. af. Aan den kant van
den hals minderen we bij elk der volgende 5 naal
den nog telkens 1 st., en breien boven de overige
steken verder tot en met de 135e naald, waarna
we alle steken in één keer afkanten.
Het rug-pand. We breien dit tot en met de 95e naald
hetzelfde als het voorpand. Bij de 96e naald breien
we slechts 33 st. van de naald af en keeren om.
Boven deze 33 st. breien we dan eerst den linker
schouder af.
Bij de 107e, 119e en 131e naald breien we 2 st.
vanaf den kant gerekend een knoopsgaatje in door
eenige steken af te
kanten en deze bij de
volgende naald weer
op te zetten. Voor den
hals kanten we aan het
begin van de 133e
naald 10 st. af en aan
het begin van elk der
pand). Met witte wol zetten we 72 st. op. Hierboven
breien we als volgt
le naald (voorkant van het werk): 7 r., 2 av.,
2 r., 2 av. Vanaf herhalen. De naald eindigt met 7 r.
2e naald (achterkant van het werk): desteken,
die we bij de vorige naald recht gebreid hebben,
breien we nu averecht; de steken, die we bij de
vorige naald averecht gebreid hebben, breien we
nu recht. M.a.w. we breien dus r. boven r. en av.
boven av.
3e naald: 3 r., 1 av., 3 r., 2 av., 2 r., 2 av. Vanaf
herhalen. De naald eindigt met 3 r., 1 av., 3 r.
4e naald: 7 av., 2 r., 2 av., 2 r. Vanaf herhalen.
5e naald2 r., 1 av., 1 r., 1 av., 2 r., 2 av., 2 r.,
2 av. Vanaf herhalen.
Ge naald: als 4e naald.
7e naald: 1 r., 1 av., 3 r., 1 av., 1 r., 2 av., 2 r.,
2 av. Vanaf herhalen.
8e naald: als 4e naald.
9e naald: als le naald.
10e naald: als 2e naald.
11e naald: als le naald.
Wanneer we het aardige pakje van onze af
beelding uitvoeren in wit en lichtblauw
zullen we werkelijk een snoezig geheel
verkrijgen.
Benoodigdheden zijn: ongeveer 85 gr. lichtblauwe
driedraads babywol, 100 gr. witte driedraads wol,
een paar lange aluminium breinaalden met knop
nr. 2y2, twee groote knoopen voor het broekje
en drie kleine knoopjes voor het bloesje.
Maten. Lengte van het broekje: 27 cm.; lengte
van het bloesje: 30 cm.; bovenwijdte: 56 cm.;
mouwlengte (aan den binnenkant gemeten): 5 cm.
Proeflapje: 25 st. in de breedte en 45 naalden in
de hoogte meten elk 10 cm.
Het broekje. We breien eerst ieder pijpje afzon
derlijk af. Met de blauwe wol zetten we 70 st.
op en breien hierboven steeds afwisselend 2 r.,
2 av. (altijd r. boven r. en av. boven av.). Aan
het begin en einde van de 8e, 16e, 24e en 32e
naald meerderen we 1 st. Boven deze 78 st. breien
we dan door tot en met de 36e naald.
Vervolgens breien we het tweede
pijpje ook zoover, nemen dan de ste
ken van beide pijpjes op één naald en
breien hierboven verder. Aan het begin
en einde van de 72e naald en aan het
begin en einde van iedere volgende 4e
naald minderen we telkens 1 st. We gaan
op deze wijze met minderen door tot
en met de 120e naald. Vervolgens breien
we nog 2 naalden zonder minderen en
kanten bij de 123e naald alle steken af.
Voor het kruisje zetten we 16 st. op
en breien hierboven 20 naalden steeds
afwisselend 2 r., 2 av., waarna we af
kanten.
Voor de schouderbandjes zetten we 8
st. op en breien hierboven in ribbel
patroon (heen- en teruggaande recht),
tot we een hoogte van 36 cm. bereikt
hebben. Dan vormen we een knoopsgat
door het aantal steken even in twee
gelijke helften te splitsen en beide
helften eenige naalden hoog (de lengte
van het knoopsgat) afzonderlijk verder
te breien. Daarna voegen we de steken
weer te zamen en minderen verder
aan begin en einde van iedere volgen
de naald 1 st., zoo
dat een puntje ge
vormd wordt.
De pijpjes naaien
we vervolgens tot
op 3 cm. hoogte
dichtvervolgens
zetten we het
kruisje in het
broekje en naaien
den achternaad
dicht. De schou
derbandjes naaien
we aan den voor
kant van het broek
je vast, kruisen ze
dan op den rug
en sluiten ze met
knoop en knoops
gat.
Het bloesje (voor-