EEN HUIS TE BEZ1CHTIGEN De natuur in met de natuurzuivere KING. xerh Elastisch Kleurecht/ Vervolg „O, Eva. zei hij. „Het is bijna vier uur, vader," zei Eva, alsof Jeremy niet bestond. „We moeten ons haasten." Jeremy verstrakte, zijn hand viel langs zijn zijde en zijn onderkaak stak plotseling naar voren. Hij draaide zich om en wendde zich tot den profes sor. „U zult waarschijnlijk de kamers in den linkervleugel willen zien, mijnheer. Dezen kant uit." Hij beende langs Eva heen de hall in en opende een andere deur. „Mijn slaapkamer," legde hij uit, terwijl hij hen met een gebaar van zijn hand uitnoodigde binnen te treden. „Ze ziet er nogal slordig uit, ben ik bang, omdat ik de neiging heb alles om mij heen uit te spreiden, wanneer ik aan het pakken ben." „Juist," zei de professor, knipperend. „Een aardige -kamer, nietwaar, Eva?" Maar Eva, die naar het raam was gegaan en stond uit te kijken, had blijk baar niets te zeggen. „Let op den bloemenbak," zei Jere my. „Dien geef ik er ook bij. Ik wilde er een reseda of een clematis in planten als verrassing voor mijn vrouw, maar..." Hij zweeg en zuchtte hoorbaar. „Het was een aardig meisje, weet u. Zij had donker haar en grijze oogen en als ze glimlachte trok ze haar eenen mondhoek op. Eva keerde zich plotseling om van het raam en richtte haar strakken blik op hemer was iets in haar oogen, dat een moediger man angst had kunnen aan jagen. „Ik ben bang," zei ze, „dat we niet erg belang stellen in uw herinneringen, mr. Forester. Hebben we nu alles gezien?" De professor keek zijn dochter be straffend aan met een verschrikte uit drukking op zijn welwillend gezicht. Hij was een vriendelijke oude heer en hoewel hij in het geheel niet begreep, waarom deze zonderlinge jonge man hen had uitgezocht voor zijn zwaarmoedige ontboezemingen, voelde hij, dat de goede toon hem voorschreef althans eenige belangstelling te toonen. „Werkelijk, kindlief. Dat is niet. erg beleefd. Ik moet bekennen, dat ik be paald ontroerd ben door mr. Forester's geschiedenis, bepaald ontroerd. Te den ken, dat twee jonge levens vernietigd zijn door een oogenblik van...." Eva bewoog zich rusteloos en maakte een flauw, onbeschrijfelijk geluid, van kwaadheid misschien, of van ongeduld, of van beide. Zij keprde weer naar het raam terug en hervatte haar ingespan nen beschouwing van een verderop ge legen gashouder. De professor kwam dichter bij Jeremy staan en sprak op gedempten toon. „U moet het zich niet aantrekken, mr. Forester. De kwestie is, dat mijn dochter kort geleden net zooiets is overkomen. Zij was ook een tijdje ver loofd, maar het ging niet door. Ik was in het buitenland, toen het gebeurde; ik heb dien man nooit gezien en ik weet niets van de bijzonderheden. Maar u begrijpt. „Natuurlijk," zei Jeremy en hij knikte heftig, „natuurlijk. Die kinderlijke ru zies, ze hebben zoo weinig om het lijf, nietwaar? In mijn eigen geval besefte ik op het oogenblik, dat ik thuiskwam, hoe dwaas ik geweest was en ik stuurde een briefje met mijn verontschuldi gingen. Ik smeekte. Ik vernederde mijzelf. Ik kroop in het stof. Ik bood haar aan altijd tapioca te eten." Hij zuchtte weer. „En wat was hot resultaat?" infor- w blz. 13 formeerde de professor vol belang stelling. „Geen resultaat. Zij antwoordde niet op mijn brief, dus. toen heb ik niet meer aangedrongen. Er bestaat ten slotte zooiets als zelfrespect, begrijpt uEn nu moet u nog de logeerkamer zien; kan gegarandeerd gemakkelijk en aangenaam een gast herbergen, die niet langer is dan één meter tachtig. Na u, mijnheer." De professor, klaarblijkelijk eenigszins in de war gebracht door de plotselinge wendingen in de conversatie van zijn gastheer, trad gehoorzaam de logeer kamer binnen. Maar toen Jeremy hem wilde volgen voelde hij een hand op zijn arm en toen hij zich omkeerde stond Eva naast hem met een eigenaardige uitdrukking op haar gezicht. „Waarom lieg je, Jeremy?" vroeg zij. Jeremy trok zijn wenkbrauwen op. „Bij mijn weten," zei hij koeltjes, „heb ik dat niet gedaan." „Die brief," zei Eva langzaam, „daar was een antwoord op." Jeremy schrok even en staarde haar gespannen aan; daarna schudde hij zijn hoofd. „Niet waar," zei hij. „Er was wel een antwoord op," her haalde Eva, „meteen. Maar jij hebt niet. Op dit kritieke oogenblik verkoos de professor, die vluchtig de logeerkamer had bekeken en deze aardig gevonden had, terug te komen en hij zorgde voor eenige ontspanning door over een toe gevouwen kleed te vallen en zich op een holletje in de armen van Jeremy te storten, die achteruit wankelde en met een plof op het bed ging zitten. Nadat hij weer op zijn beide beenen was komen te staan, zich betast had en geconstateerd had, dat hij er heelhuids afgekomen was, raapte de professor zijn hoed op, die onder een stoel gerold was, haalde een groot zilveren horloge te voorschijn, keek er op, maakte een paar opgewonden klikgeluidjes en kon digde aan „Werkelijk, we moeten gaan! Tsjk, tsjk! Wat vliegt de tijd. Ik had er geen idee van. Het bleek echter, dat Jeremy hier nog iets op te zeggen had. In de laatste paar minuten was het gedrag van mr. Forester anders geworden; het was alsof hij zoojuist een gewichtige tijding had vernomen of tamelijk verrast was. Zijn oogen schitterden eigenaardig; zijn onderkaak kwam meer naaf voren dan anders, zijn stem beefde eenigszins. „Nog niet!" zei hij vastberaden. „Voor u weggaat moet u den daktuin nog zien. Neen, neen.ik sta er op! De daktuin alleen is de huur al waard. Dezen kant op." Hij verliet met een vaartje de kamer en men zag hem in de keuken duiken, waar hij onmiddellijk weer uit te voor schijn kwam, een losse trap achter zich aan sleepend. Dit handige apparaat zette hij in de hall overeind en met een vriendelijk gebaar vestigde hij de aan dacht van zijn bezoekers op een vier kant luik -in het dak. „Toegang tot den daktuin. Gaat u naar boven, mijnheer." De professor bekeek de trap wantron- wig. „Ik ben bang, mr. Forester...." „Vlug, vlug!" drong Jerry aan. „Het wordt al donker en over een minuut kunt u het parlementsgebouw al niet meer zien. Niemand mag deze flat bezoeken zonder naar het parlements- Slot op blz. 18 L' De hele dag trappen met rugzak en tent, Is 't prettigst corvee, dat de padvinder kent. Hij vindt z'n comfort in z'n luchtige „woning", Want daar is hij baas en daar voelt hij zich koning. Z'n ransel bevat een onmisbare zaak: Zo'n fijne rol King vol van geur en van smaak. Verkwikkend, verfrissend en ook wee; tot slot: De polis voor zeker en heerlijk genot. Firma TONNEMA Ck. Fabrikanten von KING pepermunt en andere kwaliteitsartikelen Sneek

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 15