MET DE WAPENEN DER MUZE ZOMERPRACHT Doodt Verhoog Uw vacantiegenot Prijs 60 ct. 37 Slot van blz. 31 beklaagden. En voor het eerst ook hoorde ik hen afkeurend over mijn vader spreken: het was verkeerd van Wilde Lajos, dat hij iemand van onzen stam liet mishandelen door een vreemdeling. En dit bewees wel, dat ook zij geen ver trouwen hadden in een overwinning van Bela. Bela zelf liet zioli intusschen wachten. Hij was in den corral bezig, om een van onze paarden te verlichten bij de ge boorte van een veulen en wij wisten dat hij niet eer zou komen voor alles goed en wel in orde was. Zulk werk liet hij nooit aan anderen over en hij verstond het beter dan een van ons allen. Hij ging er zacht en teerhartig bij te werk als een kind, dat haar zieke pop verpleegt en om die teerhartigheid hielden wij alle maal van hem de mannen, de vrouwen en de paarden en het zou moeilijk uit te maken zijn geweest, wie hem het meest aanhingen, onze menschen of onze paarden. Ongeduldig zaten we te wach ten en ik geloof dat vader wel het onge duldigst was van ons allen. Eindelijk echter verscheen hij. Ver schijnen is eigenlijk het goede woord niet, hij was er plotseling. Hij stond bij het vuur en misschien had hij daar al even gestaan, voor iemand erg in hem had. Zijn sluike, zwarte haren vielen over zijn voorhoofd en zijn blik was op Daphné gericht. Zoo stond hij daar, met zijn viool in de hand en den strijkstok onder zijn arm. En hij sprak geen woord. Een uitroep van één onzer maakte ons plotseling opmerkzaam op zijn komst. De Engelschman stond op en iedereen zweeg. Maar terwijl de Engelschman zijn jas en vest uittrok om te vechten, hief Bela zijn viool omhoog. Eenmaal, twee maal danste zijn strijkstok wild over de snaren en op hetzelfde oogenblik voelden we, dat het tweegevecht begonnen was. Zelfs de Engelschman moest het voelen! want hij kwam geen stap van zijn plaats. Toen begon Bela te spelen. Zijn oogen waren op Daphné gericht met 'n zachte, droomende uitdrukking en ik geloof niet, dat zij iets anders zagen dan dien gelen kelk van de poestabloem in Daphne's vingers. Maar misschien was ik de eenige die daarop lette, want de anderen waren reeds bewogen door de betooverende klanken, die hij aan zijn viool ontlokte. Liefelijk en teeder als een maagdenzang ruischten ze door den doodstillen avond, zwollen langzaam aan tot een lied van sterke bewogenheid en klommen al hooger e iooger naar de hartstochtelijke uitbarsting van een sterk mannenhart. Bela speelde en zijn spelen was een tooverzang. Hij tooverde Daphné den tuin voor oogen van zijn liefde een tuin zóó schoon, bekoorlijk en sprookjesachtig, dat alle rijkdommen van den Engelschman er bij in het niet verzonken. Het was een verrukking voor ziel en zinnen tegelijk en de uitwerking van dien tooverzang was wonderlijk. Onze mannen keken lum vrouwen aan en de vrouwen neigden het hoofd naar het hart van hun mannen. Vele oogen zag ik vochtig wordenvader streelde moeders handende Engelschman stond daar strak en onbeweeglijk en scheen ver geten te zijn, waar hij zich bevond, en Daphné's lief gelaat was nat van tranen. Hoelang die betoovering aanhield weet ik niet, ik geloof niet, dat een onzer er eenig besef van had. Wij werden ons pas bewust dat Bela uitgespeeld was, toen we in den corral het gehinnik van een paard hoorden. En toen gebeurde er iets vreemds. De Engelschman ging op Daphné toe en strekte zijn hand uit naar den gelen poestakelk, het symbool van liefde en huwelijkstrouw. Daphné trok langzaam haar hand terug, maar hij bleef haar glimlachend aanzien. En toen begreep zij hem eindelijk. Zij reikte hem de bloem toe en de Engelschman nam haar uit haar hand en bood haar Bela aan. Het was een nobel gebaar, waarmee hij zich overwonnen verklaarde en het ontlokte een daverenden bijval. Toen begon de Engelschman te spreken. „Bela," zei hij, „je hebt me overwonnen met de wapenen der muze. Een schoonere serenade heb ik nooit gehoord. Zou je haar nog éénmaal voor me willen spelen? Ik zou de muziek graag mee willen nemen. Maar Bela schudde het hoofd. „Slechts éénmaal, meneer de lord," ant woordde hij. „Het was mijn hart dat zong en nu is het uitgezongen Hij trad op Daphné toe en ging naast haar zitten. En de Engelschman verliet den kring en verdween in de dichte duis ternis van de poesta. Héél laat in den nacht pas hoorden wij hem terugkeeren in de tent. Zoo eindigde dit tweegevecht om Daphné de wonderlijkste kamp, met den wonderlijksten afloop, dien ik ooit heb meegemaakt Den volgenden dag ver liet de Engelschman ons dorp. Niet één vreemdeling had ooit zoo lang in ons midden geleefd en niet een had zich ooit zoo bemind gemaakt. De vrouwen had den zelfs tranen in hun oogen, toen hij afscheid van hen nam en toch is het uiterlijk van onze vrouwen van 'u sterke onbewogenheid en schreien zij niet gauw. In den weidschen einder van de poesta verloren wij hem en zijn paard uit het oog. Maar spoedig zouden wij weer van hem hooren. Dat was negen dagen later. Toen kwam er 'n bode langs de rivier en hij bracht Bela een papier, dat in Békés duizend pond waard was. Hoe véél geld dat was, wist alleen vader. „Tweehonderd paarden," zei liij tot onze groote verbazing. „Het is Daphné's bruidsprijs, schrijft meneer de lord. Dat is de bruidsprijs voor tachtig poesta- koninginnen. Ilij moet wél van haar ge houden hebben. En vader besloot: „Het is een huwe lijksgeschenk voor Bela en Daphné, want meneer de lord wist, dat ik afstand heb gedaan van den bruidsprijs. God zegene hem ervoor en verlichte zijn ver driet." Thans zijn Bela en Daphné al eenige jaren getrouwd. Zij hebben drie kinde ren en de eerste twee kregen familie namen. Maar de derde heet „Lord" van zijn voornaam. Het is een zeer vreemde naam in een Magyarenfamilie, maar Daphné is dat óók en men kan er toch wel gelukkig mee worden. Dat weet ik van moeder en ik zie het mijn zuster aan. Er ontbreekt slechts één ding aan hun geluk. Zij zouden graag willen dat meneer de lord wist, dat zij en Bela hem nog niet vergeten zijn en hem in dank baarheid gedenken. Daarom hebben zij hun pasgeborene „Lord" gedoopt. En alleen in de hoop dat meneer de lord dit misschien lezen zal, hebben zij mij ge vraagd, hun geschiedenis waarheid- getrouw en op schrift naar den verren einder van de poesta te dragen. Naai den westelijken einder, waar het land ligt, waarheen onze paarden gaan en hun zegenwenschen voor meneer den lord. UlaaroïH vliegen en muggen dadelijk sterven wanneer U spuit met FLIT Vliegen Muggen Kakkerlakken Wandluizen Moffen Mieren FHt riekt niet Flit doodt beslist, omdat Flit een combinatie is van onovertroffen insectendoodende middelen. Elke busFlit bevat een product, waarvan de kraehtige werking bewezen is. Eisch dus Flit en weiger ieder twijfelachtig namaakproduct. De Flit-soldaat is Uw waarborg. VERTEGENW.KERKHOFF Co. NASSAUKADE 373 AMSTERDAM wT/lAlvSHi door prettige en gemakkelijke kleeding het schitterend modeboek met 340 voorbeelden is bij uitstek geschikt om keus te maken uit een keur-collectie van flatteuze zomerjaponnen, sportieve mantels, tennisjaponnen, sportmantelcostuums, strandjurken, badjassen, prettige blouses, kinderkleeding enz. enz. Bovendien kunt U van de 340 modellen uit Zomerpracht 1939 knippatronen bestellen. Levering binnen 24 uur 20, 35 en 50 cent. EN NU DE VERRASSING! In elk modeboek vindt li een reductiebon welke recht geeft op een knippatroon naar keuze uit de 340 modellen, tegen sterk verlaagden prijs Bestel nog heden dit prachtige album, groot formaat, voorzien van schitterende gekleurde pagina's, kindermodeboek, bon proefpatroon, desgewenscht een gratis handleiding voor net zelf maken van kleeding enz. Bestellingen kunnen als volgt geschieden: door bemiddeling van Uw agent of bezorger; door girostorting op no. 293631; door toezending van het bedrag per postwissel of in postzegels aan PATRONENKANTOOR PANORA - Nassauplein 1 - Haarlem

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 35