ÉÉN VERSTOKT VR'JGéZéL mggïtmjmsbïu ■WTTTTÏfTTWT In iedere damestasck te hoort... IEIEID MM. HKI)RV\VO\r» DAGGETT HUIS IIEII. Transpireerende, Brandende Voeten Trannosan Bruisend Voetbad 42 oo*K' omdat Odorono-Cream speciaal is samengesteld voor een vlugge be handeling die weinig tijd vereiseht. Odorono-Cream brengt men in enkele minuten aan en is na het gebruik direct kurkdroog, zoodat japonnen niet beschadigd worden en de huid niet kan schrijnen. Odorono-Cream is niet vet, maakt geen vlekken en doet de onaangena me geur (door het transpireeren ver oorzaakt) onmiddellijk verdwijnen. Onmisbaar voor de sportieve vrouw Een verrassing vacht U morgen bij het ontwaken, vanneer U vanavond volgende massagebehande ling toepast Zorgvuldig Uw gelaat masseer en met Coldcrcam, "$po dat dc^e goed in de huid doordringt. Na de massage de crèmesporen ver wijderen door betten met een propje wat ten, gedrenkt met Vivat one, de wonderlijke lotion. Gedurende Uv slaap heeft dan een verkelijke herleving van de huidveefsels plaats, die U des morgens als het vare verjongd doet voelen. Voor drooge huid bevelen Daggett Ramsdell een tveede lichte toepassing Coldcream na de Viva- tone aan. Tubes 0.40, 0.70. Potten 0.35, 0.55, 0.85, 1.75. Vivatone 0.50, 1.50, 2.50. Dagcrème Vanishingniet vet Coldcream, Vivatone. Imp. N V. CREMCO, Hoogstraat 30, Den Haag 1SHEbsH^^I maar kind. lees jij qeen kranten je loopt te hinken en te strom pelen. Zeker brandende voelen Ueerlijk is een Bruisend Trannosan Voetbad wanneer Uw voeten branden, transpireeren en zeer doen. 15 minerale zouten van geneeskrachtige bad plaatsen zijn in Trannosan Bruisend Voetbad vereenigd. Zij verwijderen de giftige stoffen uit liet bloed, versterken de pezen en spiereu en verkwikken de voetzenuwen. Stap nog hedenavond in zulk een bruisend, melk- w it voetbad, schuimend als champagne en trakteer Uw voeten er elke week minstens eenmaal op. Dat verfrischt en versterkt: U voelt zich als een nieuw mensch. W annccr de duizenden koolzuur- en zuurstofparels 0111 l w voeten dwarrelen voelt L" geen loomheid en vermoeid heid meer. De kracht der minerale zouten dringt in de poriën, herstelt den gezonden bloedsomloop en hergeeft Uw voeten de energie en veerkracht. Koop nog heden een pakje van 48 ct. voldoende voor 3-6 bruisende voetbaden. I krfjgt ze in elke apotheek en drogisterij. Vervolg van blz. 36 3iV r Bezit de kracht der Natuurlijke Bronnen ,11 ij rust alleen maar, hij komt aan tafel eten." Paul haalde opgelucht, adem-'twas blijkbaar niet zoo erg, als Martin's sombere gelaatsuitdrukking had doen vermoeden. ..Dan zal ik hem maar niet storen," zei hij, en toen Martin zijn oor in den beker van zijn hand nam, herhaalde hij de opmerking luider. ..Moest ik ook zeggen." „Wat?" „Dat u hem niet moest storen." Paul knikte, en Martin kwam, met eenig nadenken, tot de conclusie, dat bij zich ditmaal beter kon onthouden van liet luchtige praatje, waarmee hij meneer Paul gewoonlijk ontving. Hij nam den handkoffer op en besteeg de breede trap. Toen Paul alleen was, keek hij pein zend de hal rond. Er was niets, waarop hij zijn oogen met aandacht kon laten rusten, want hij was in de. bekende om geving zijner kindsheid: maar er was veel, dat de aandacht kon boeien van iemand, die daar voor 't eerst kwam. I)e hal maakte doel int van het. oude ge- houw en dateerde dus uil de zestiende eeuw. Het was een ruim vertrek met dikke eiken balken, eiken beschot over de muren en ramen met kleine ruitjes in lood. In liet, midden van den eenen muur was er een groolc gemetselde haard, in een nis, door een raampje verlicht, en aan weerszijden daarvan leidden deuren naar de kamers. Langs den linkschen muur liep een breede trap met 'makkelij ke treden naar een gaanderij, die recht door de hal giiig, naar een gewelfden doorgang, waardoor men de slaapkamers op de eerste verdieping kon bereiken. Er hingen olieverfschilderijen in vergulde lijsten, en talrijke jachttropeeën vorm den de verdere muurversiering. Paul moest een uur zoek zien te bren gen voor etenstijd, en al peinzend was hij een gang doorgeloopen, die "hem naai de wapenkamer bracht, en vandaar was hij den tuin ingegaan. Het was een groote tuin en in het zachte schemer licht had bij iets vreemds. Liep men hem door, dan kwam men aan een vervallen poortje, waarachter de boerderij lag, of liever, het restant je van een boerderij, dat aan ouden Jacob en zijn gezin een voorwendsel gaf, 0111 in de buitenlucht te lanterfanten. Niettemin genoot men er 's zomers een schilderachtig schouw spel; een kijkje in het kalme Engeland van het einde der vorige eeuw; want moderne werktuigen werden er niet ge bruikt. Zoover als de boerderij echter kwam Paul dien avond niet. Hij bleef staan kijken naar een meisje,- dat niet, kaar rug naar hem toe, en niet uitgestoken hand, onder een boom stond, in de tak ken luiend, en met getuite lippen lok kende en sjneekende geluidjes makend. Zij was plotseling zichtbaar geworden, en het zachte gras had zijn voetstappen gedempt, zoodat zij van zijn nadering niets had bemerkt; maar nu werd zij iets gewaar en keek om. „Hé, Molly, wat hen jij gegroeid," riep hij uit. Het meisje glimlachte flauwtjes, ver legen. Zij vond 't een tamelijk dwaze opmerking, want zij was haast twintig, maar zij was vier jaar jonger dan Paul, en hij had haar altijd als een kind be schouwd. Bovendien had hij deze ver ontschuldiging. dat ze anders was dan hij ooit, gezien had, alsof ze plotseling volwassen was geworden. Vroeger liep zij met korte rokken en bloote beenen, maar nu had ze zwarte, kousen aan, en schoenen, en een wit schort over een zwarte japon. Zij had echter nog het zelfde onwillige haar als vroeger, één van haar lokken krieuwelde aan haar neus, maar verder had ze iets verzorgds over zich, dal Paul nooit gekend had. Welke positie. Molly in het huis eigen lijk innam, was vroeger niet zoo makke lijk te zeggen geweest. Haar vader was jachtopzichter bij sir Richard geweest, en hij had zijn vrouw verloren, toen Molly vijf jaar was. Tïvee jaar later was hij, in de uitoefening van zijn plicht, door een strooper neergeschoten. Hij stierf den volgenden dag, zonder nog bij, kennis te zijn gekomen. Er werden eenige verdachten Verhoord, maar er was niemand gearresteerd de politie was van oordeel, dat een verdwaalde kogel den ongelnkkigen opzichter ge dood had, en derhalve was de zaak in liet vergeetboek geraakt. Sir Richard nam tie zorg voor de wees op zich; of liever, hij vertrouwde die zorg aan Susan toe. Susan was zijn huishoudster, een ongehuwde dame met een uitstekend karakter, maar zonder de minste ervaring in het opvoeden van kinderen. Kate, tlie toen pas drieën veertig was, had af en toe raad gegeven en Anne ook, en Martin ook, maar eigenlijk kon men zeggen, dat Molly zichzelf had opgevoed. Het was een ietwat eigenaardig meisje geweest met. groote bruine oogen. Zij was in die jeugdjaren een speelkameraadje voor Paul geweest, een slavin van zijn wen- schen. Den eenen keer werd zij ver smaad, den anderen keer mocht zij bijna op voet van gelijkheid deelnemen aan zijn bezigheden. Maar haar eigenlijke plaats was de keuken; en naarmate hij den ïnannelijken leeftijd naderde, kwam Liet verschil in maatschappelijke positie tusschen hen duidelijker uit, en voelde Mollv zich al vereerd met een vriende lijk woord of een knikje. Paul keek in de richting, waarin het meisje keek. „Wie z'n kat?" vroeg hij. I Is geen kat, 'I is een poesje," zei het meisje. „En 't is van mij." Paul keek naai- het poesje en toen naar Molly. „Wou je 'I er uit hebben?" „Ik kan er niét bij." Ze zei het klagend, en met een blik op haar japon. In vroeger jaren kon Mollv klimmen als een aap, en wijl ze lichter was dan Paul, had hij veel hulp aan haar gehad bij het verzamelen van vogel eieren. Ongetwijfeld kon zij nog steeds klimmen als een aap, en zou ze, in een wip in dien boom hebben gezeten, als dal smettelooze schort en die lange rok liaar natuurlijke neigingen niet, hadden ingetoomd. „Ik misschien wel." Hij deed een greep naar het poesje, voelde nagels iu zijn vleesch horen, maar trok het diertje van den tak af en wierp liet. in Molly's uitgestoken armen. „Vinnig klein mormel," schold hij, en hij zoog aan den rug van zijn hand. Molly's verlegenheid was nu pijnlijk. „Hij bedoelt 't zoo niet; 't, was maar spelen," zei ze zacht. „O ja?" ,,'t- Spijt me echt. H

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 40