TEGEN ZIEKTE
IS NOG WEL KRUID
GEWASSEN
Wacht- en spreek
kamer van den In
disch en dokter zijn
één. Iedere patiënt
geeft, op zijn beurt
een verslag van zijn
ku-alen en de andere
fxitiënten zijn aan
dachtige toehoorders.
Ook de pariavrouw
wordt door den Mo
hammedaan sche n
arts als elke andere
patiënt behandeld,
daar hij het kasten-
vooroordeel der Hin
does niet kont.
Wie zijn klachten niet in het openbaar wil vertellen, schrijft de symptomen van zijn ziekte
op een stukje [tapier, dat door den dokter gelezen wordt, terwijl hij den patiënt den pols voelt.
l 'oor de wachtende
patiënten aan de
beurt komen, behan
delt de dokter de.
schriftelijke verzoe
ken om advies. Het
groote (vantal brie
ven, hem gezonden
door hooggeplaatste
personen, bewijst
dat hij een groote
reputatie heeft.
COXSILT MET HINDERNISSEN
Als een Europeaan over Indische geneeskunde hoort,
spreken, dan denkt hij misschien onwillekeurig
aan fakirs, die op een of andere wonderbaarlijke
wijze kreupelen laten loopen en blinden het gezicht teruggeven. Fakirs zijn immers
een soort wonderdoeners: als ze op een bed met spijkers kunnen liggen en over gloeiende
kolen kunnen loopen, dan moeten ze toch ook de lijdende menschheid kurmen helpen.
In werkelijkheid is dat heelemaal niet waar. Fakirs spelen niet zoo'n geweldige rol in do
Indische samenleving als wij wel eens denken en met, de geneeskunde bobben zij niets
te maken. Toch is de Britsch-Indische arts een heel ander soort dokter dan een Euro-
peesclie geneesheer.
De Britsch-Indische dokter bedient zich van geneeswijzen, die eenerzijds berusten op 'n erva
ring van duizenden jaren in het land zelf en anderzijds verband houden met de Arabische
i Een Indische
dokter houdt
i spreekuur