Wie liet Javaansche leven en de oostersche schoonheid in vollen rijkdom wil zien, moet maken, dat hij binnen den kraton is, als er feesten gegeven worden. Bijzonder interessant is het een wajang-voor- stelling bij te wonen, de serimpi's of bedaja's te zien dansen, de ga- rebeg-feesten mee te maken of bij een huwelijksvoltrekking tegen woordig te zijn. De serimpi- en bedaja-dansen worden alleen aan de Javaansche vorstenhoven gedanst. De bedaja's dansen met z'n achten, de sorimpi's met z'n vieren. De serimpi-danse- ressen zijn prinsessen van den bloede, die een ongeloofelijk moei lijken „trainingstijd" moeten door maken, eer ze voor haar kunst volle dansen, een prachtig spel van kleuren en lijnen, geschikt zijn. Wie ook maar een oogenblik zou den ken aan onze Europeesche dansen, vergist zich schromelijk. Deze zijn meer dan ruw en vormloos, verge leken bij deze oostersche kunst uitingen, welke in een enkel ge baar soms aanduiden gevoelens en gemoedsstemming. Liefde, haat, moed, angst uit zich in hand-, boen-,hoofd-, of armbewegingen van de danseres. Niet minder belangrijk zijn de wajang-voorstellingen. De wajang poerwa (of goena) waarbij kunstvol uit buffelleer gesneden figuren schaduwen op een wit doek werpen, wordt oven zeer bewonderd als de wajang-wong, waarbij menschen >cl_ vullen. De onderwerpen zijn voor wajang poerwa en wajang-wong niet essentieel verschillend. Ook de personen zijn dezelfde. De half-goddelijke held Ardjoena, die voor de goden tegen den Reuzen-ko ning strijdt en in de Javaansche letterkunde als een Adonis-Hercules geëerd wordt, zoowel als de ver De heilige graven van Imogiri, de begraafplaats der vorsten uit het huis Matararn. Zelfs de plechtigheden, die verband houden met be grafenis en doodenritueel, hebben in Indiê naar onze begrippen iets feestelijks. Rechts het brengen van spijzen voor de priesters van de kratonmoskee. rollen tot nar gedegradeerde vóór-Hindoesche berggod Semar, komen zoowel in de poerwa als in de wong ten tooneele. In de wajang wong, zooals deze in den Djocjaschen kraton vertoond wordt, treden meer malen leden der sultansfamilie in de hoofdrollen op. Hecht met het Javaansche tooneel verbonden is de gamelan, het Javaansche orkest, welks leider niet alleen voor een juisten gang van begeleidende en onderstrepende muziek zorgt, maar die ook als dalang (verteller) bij de wajang een voorname rol vervult. De ga melans in den Djocjaschen kraton zijn beroemd. Ook de Mohammedaansche fees ten worden in en bij den kraton met bijzonderen luister gevierd. Zoo'n feest is b.v. de garebeg-moeloed, ter viering van de geboorte van den grooten profeet Mohammed. Van grooten luister zijn de huwelijksfeesten van prinsen en prinsessen uit vorstelijken bloede. Wij herinneren ons een huwelijks plechtigheid toen vijf „paartjes" in den echt verbonden werden. Iedere bruid, gekleed als een serimpi-danseres en begeleid door twee oudere vrouwelijke familiele den, leek een on-wereldlijke ver schijning uit een oud Indisch sprookje. En een Hcllandsche brui gom in z'n zwarte jas en met z'n hoogen hoed zou een poover figuur maken naast een prinselijk-Javaan - schen bruigom ook al is diens borst niet bedekt met een zwarte jas maar slechts met een laagje donker-gele borèh de hofkleur voor lichaamsbedekking en mede dienend om het transpireeren tegen te houden. Een zéér bijzondere dag is de verjaardag van des sultans troon bestijging. Dan komen de familie leden van den sultan en de lioog- waardigheidsbekleeders don vorst gelukwensehen, terwijl de lagere ambtenaren in den kratonhof knie len. Er hebben dan aan Java's zuid kust bij zondere plechtigheden plaats, Een „ruiter", uit een wajang-ruiter- spel. De paarden zijn vqn gevlochten en beschilderd bamboe vervaardigd. Op den jaarlijkschen kroondag van Djocja's sultan worden zijn kleederen in de StiUe Zuidzee geworpen. Eerst worden de gewaden met wierook geheüiqd, een handeling, die men op bovenstaande foto ziet.- die waarschijnlijk nog wortelen in gebruiken uit den voor-Hindoesclien tijd. Zoo wordt er aan natuur krachten geofferd, als aan de vulkanen en de godin der Zuidzee. Het offer aan de Zuidzee bestaat in kleederen van den sultan, welke kleederen eerst met wierook worden geheiligd en dan in zee geworpen. Zoo is er in den kraton steeds aanleiding voor feesten en plechtigheden, zelfs de plechtigheden, die verband houden met begrafenis en dooden ritueel, hebben voor Europeesche oogen soms iets feestelijks. M. VAN DER HILST

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 33