njïïnïf
In de Krabbendijksche druivenkassen is nu druk werk bij '1 krenten, dat is het uitdunnen
van de druiventrossen om de vruchten gelegenheid te geven, voldoende uit te groeien.
Op de veilingen van Goes en Kapelle
staat nu de klok den heelen dag niel stil...
en de koopers stroomen er van alle kanten toe.
In 't aardbeienland van Kapelle maakt
de gelegenheid soms wel eens den dief
hem is het een tijd van hard en lang
werk. Maar ook een tijd van verdienste,
van winst. Maar oen lui en lekker leven
verlangt hij ook niet - als de oogst
maar niet te gering, de prijzen niet te
laag zijn, dan kunt u Luilekkerland van
hem cadeau krijgen.
Maar goed, laat den bezoekers hun
waan van een Luilekkerland. Voor hen
is het riu louter feest in onze bevlagde
tuinen en boomgaarden, waar de gloed
van het roode voor-zomerfruit vonkt
en lokt tussehen het groen. Zij komen
uit de steden naar onze polders om te
rusten en zich te goed te doen. Voor hen
is de natuur niet zooals voor ons een
ongeduldige meesteres, die op haar
wenken en op al haar grillen door ons
bediend moet worden, wil zij ons niet
straffen door een mislukten of bedorven
oogst. Voor hen is de natuur een gulle
vriendin, die hen overlaadt met haar
kostelijkste gaven, en die hen noodt tot
ontspanning en rust.
Voor hen zijn onze boomgaarden het
Luilekkerland voor één dag. Voor ons
beteekenen ze ons leven en bestaan.
Wel, laat hun den droom. En laat ons
ons leven, niet in Luilekkerland, maar
in een land, dat ons werk en zorg, maar
ook ons bestaan en onze verdiensten,
voldoening en belooning geeft. Laat
ons de vrijheid en de blijheid vatt V.ci,
landleven voor 't heele jaar wij
gunnen hun den droom van een Lui
lekkerland vpor één dag.