TT" 7fat zcucLt U doen, 25 „Als je klaar bont." „Ik zit al te popelen." „Mooi," knikte Michael, en hij stak een nieuwe sigaret aan. „Dan maar eens zien, hoe hij 't er af brengt." Maisie stond op, deed haar oogen half dicht, drukte haar lippen op elkaar en hield haar hoofd schuin naar achter. Paul keek verstomd van den een naar den ander. „Vooruit, kussen!" beval Michael. „Maar dat kan ik niet doen!" „Probeer maar!" „Vooruit, jog," moedigde Maisie aan. „Je merkt er haast niets van." Aldus gedrongen kwam Paul dichterbij en raakte hij snel en beschroomd met een tuitmond de stijfdichte lippen van het meisje. „Ik zei kussen klonk het ongeduldig. Paul probeerde nog eens, want Maisie scheen niet eens gemerkt te hebben, dat hij al begonnen was. „Deugt nog niets van," riep Michael, die nu in zijn element was. „Kijk!" Ilij schoof zijn manchetten naar bo ven, vatte post naast Maisie, sloeg zijn armen om haar heen, boog haar naar achter tot een hoek van ongeveer vijf enveertig graden, en kuste haar met grimmige vasthoudendheid. „Zoo," hijgde hij, loslatend, „zoo moet 't." Paul staarde hem aan. „Dacht je, dat ik 't zoo doen zou?" „Als je den slag eenmaal beet hebt, is er niets aan." „Kan wel," bromde Paul. „Maar hoe denkt Maisie er over?" „O, die is in 't vak," zei de fiere minnaar. „Jawel," zei de geprezene, „maar dien greep heb ik je niet geleerd." „Nee, dien heb ik van Robert Taylor." „Zoo, en met wie heb jij geoefend?" Michael scheen die vraag niet te hoo- ren en wendde zich tot Paul. „Komt er nog wat van?" Paul, die het nogal veel bereddering vond voor een kleinigheid want vooi zijn onervaren geest was een kus een kus wou een eind maken aan die flauwiteiten; dus greep hij Maisie aan, zooals Michael 't gedaan had. Zijn op treden was een beetje zakelijk en over haast, en miste dus zekere fijne trekjes, maar hij spande in ieder geval al zijn kracht in, dus voelde Michael zich aan genaam verrast. „Dat gaat prachtig," straalde hij. „Reusachtig," zei Maisie met een donker gezicht, en zij hinkte naar een stoel en trok haar schoen uit. „Hij heeft maar op twee teenen gestaan loopen kan ik nog. hoop ik." „Maar hij begint 't te snappen," juichte Michael. „Hij begint 't zeker te snappen," klonk het vlak. „Behandel de dieren mot hardheid." „Prachtig," zei Michael, in zijn handen wrijvend. „Dus hoeven we alleen nog maar een ouderwetsch meisje te vinden." Hij zag den verbaasden blik in Maisie's oogen en lichtte toe: „Een meisje dat niet rookt, geen cocktails drinkt, niet tegelijk met den melkboer thuiskomt en glad haar met een knot draagt." „Jawel! Eén zoo'n kus en ze is wild." „'t Is geen gekheidzei Michael. „Dat zijn de eischen." „Over glad haar en knotten heeft oom het niet gehad," bromde Paul. „Nu ja, zij begrijpt me wel," zei Michael. „Sir Richard wil namelijk een schoonnicht hebben," vertelde hij Mai sie, „die precies lijkt op zijn vroegere liefste." „Nou nou, we hebben een beetje speling," beweerde Paul. „Niet om van te spreken," zei Michael ongeduldig; „we moeten dus beginnen met een lijstje te maken van de meisjes, die aan deze eischen voldoen." „Niet te veel hooi op je vork nemen," ried Maisie met een lieftallig lachje. „Zoek er eerst maar vast één." Michael keek op. „Je kent toch wel meisjes, die niet rooken en geen cocktails drinken?" „O ja zeker." „Non, die moeten we hebben." „De twee, die ik in mijn hoofd heb, niet." Na een stilte kwam er: „Wie zijn dat dan?" „Pauline en Diana." Michael's gezicht klaarde op. „Maar die zijn best!" riep hij levendig. „Vol komen geschikt." „Vind je?" Maisie bleef ontmoedigend kalm. Michael keek haar wantrouwig aan. „Nee," peinsde hij, „Pauline zal niet gaan. Geen weduwe met vier kinderen. Maar wat mankeert er aan Diana?" „Niets. Alleen heeft 't arme schaap een man op zee." Michael blies kringetjes en keek ze na. „Hm, nee," zei hij nadenkend, „dan wordt 't wel moeilijk." „Buitengewoon moeilijk," geeuwde Paul, wiens belangstelling in 't gesprek, al ging het over zijn aanstaande vrouw, werd doodgedrukt onder een onweer staanbaar verlangen naar slaap. ,,'t Is jammer," zuchtte Michael. „Ze was in alle andere opzichten best. We zullen iets anders moeten zoeken. Je bent volgende week vrij," berichtte hij Maisie, „en ik heb de eerste weken ook niet vee! te doen, denk ik, dus zullen we eens rondkijken." Een schaduw van twijfel bewolkte zijn voorhoofd en hij vroeg: „Oom betaalt zeker alle on kosten?" „Dat komt wel in orde," verzekerde Paid hem. Oom had niets gezegd over onkosten betalen, maar geldgebrek was er niet, want Paul had gespaard van zijn ruime toelage. In ieder geval had hij te veel slaap, om nog over financiën te redekavelen hij vond alles goed, dat helpen kon, om de visite te laten op stappen. „Mooi, dan zal de champagne stroo men," beloofde Michael opgelucht. „De mooiste meisjes van Londen zullen voor je oogen paradeeren. Een wervelwind van vroolijklieid, fonkelende oogen, luchtigen lach, betooverende meisjes en meesleepende muziek." Dit visioen prik kelde zoozeer zijn verbeelding, dat hij er met vertrouwen achter zei: „Je kunt wel haast aan je oom telegrafeerenBijna verloofd, denk ik!" „Ik drink geen champagne," hielp Paul hem onthouden. „Dat is 't juist," sprak zijn leider, met zijn wijsvinger de les inprentend. „Je moet mensch worden. Water is geen minnedrank; een paar glazen cham pagne, en Romeo is een kleine jongen bij je-" „Laten we maar opstappen." Maisie stond op. „Romeo wil naar bed." Michael keek verwonderd en raad pleegde zijn horloge. Hij keek nóg ver wonderd, en scheen protest te willen aanteekenen, maar Maisie was al in de vestibule; dus begon hij een gejaagde poging, het bier op te maken. Tussclien de teugen beloofde hij Paul, dat die den volgenden dag wel van hem zou lioorcn, en gaf hij nog eenige voorloopige wenken betreffende den omgang met meisjes. Paul gaf hem in alles gelijk, maar aan de buitendeur kreeg Michael nog meer ideeën, en praatte Maisie mee, dus werd het een luidruchtige uittocht. Paul kwam. in de kamer terug en staarde peinzend naar de overblijfselen van het feestmaal. Tilling kreeg een drukken morgen. Enfin, hij gaf gewoon Vervolg op blz. 28 L wilt Uw gasten iets lekkers aanbieden en grijpt naar een schaal met prachtige groote druiven. De gasten bedienen zich en nemen met een waar genot druif na druif. Slechts dc oude dokter aarzelt. Als U hem verzoekt, toch ook iets te - gebruiken, antwoordt hij glimlachend: ,.Hebt U het al vergeten? De tros een beetje afspoelen is toch niet voldoende! S Wat kan er niet allemaal tusschcn de druiven blijven zitten?" Wat zoudt l" in zoo'n «jeval «loon U zoudt Uw nauwgezette vriend direct een kommetje water laten brengen, opdat hij iedere druif nog eens behoorlijk kan wasschen. om ze onbezorgd te kunnen eten. Maar hoi' staat lift mei Uw eigen nau\vj|e/elheid Van veel grooter belang dan de schoone druiven zijn heel schoone tanden. Want niet het voor het oog prachtig uiterlijke beslist over het lot Uwer tanden, waarvan veel meer afhangt dan de werking van Uw glimlach op anderen, doch een behaaglijk gevoel, gezondheid en het besparen van vele rekeningen. Slechts de grondige reiniging kan Uw gebit in stand houden. Weten schappelijke onderzoekingen hebben geleerd, dat slechte tanden dikwijls de oorzaak van gevaarlijke sluipende ziekten zijn. Reinig Uw tanden grondig! Spoel Uw mond ter dege 's ochtends, 's mid dags en s avonds, ook tusschen de tanden, opdat alle etensrestjes zelfs uit de kleinste hoekjes en gaatjes weggespoeld worden. Een eenvoudige mjel: Gorgel steeds met ODOL ook tusschen de tanden. ODOU doodt de voor de gezondheid schadelijke bacteriën en desinfecteert mond en keel. Gebruik steeds ODOL voor het naar bed gaan en geniet 's morgens van de verkwikkende werking van een mondspoeling met ODOL. U zult dan den heelen dag een prettig en opgewekt gevoel hebben. Mot Odol pnai'f L Zindelijkheid aan Sehoonheid! ODOL, het antiseptische mondwater is een Neder- landsch fabrikaat van prima kwaliteit en in flacons voor resp. 1,25 en 1,95 overal verkrijgbaar. Het nieuwste: een handige reisflacon a 0,75.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 25