k&t u/ai&Jii JSQEEEBZE zeilscheepje of motorboot Als vroeger „de gewone man" zich eens verstoutte om in een booije te stappen, dan was het een pieremegoggelmet vaste riemen, waarin hij en zijn gezin op gepropt zaten. Vader roeide in zijn hemdsmouwen, moeder zat met haar parasol boven haar hoed-met-blommen op het achterbankje. De kinderen moesten doodstil zitten, omdat hobbelen zoo gevaarlijk was en als er eens een stoombootje langs ging en 't familieschuitje even op de deining wiegde, dan klonken er angstkreten. ie tijden zijn voorbij. Nederland heeft L het water ontdekt, beoefent de fris- J sche sport op 'n heel wat eleganter 7 en gezonder manier dan een twin- tigtal jaren geleden het geval was. Dat hebben wij in de eerste plaats te danken aan de kano, 't ranke ding, dat we gevoeglijk kunnen beschouwen als de fiets van het water. Wat kost een kano? Voor velen niet meer dan een handjevol hout en wat knutseltalent. Talloozen hebben kano zelf gemaakt, op lange wint< avonden, ergens op zolder. Door gaans was het vervaardigen van het scheepje eenvoudiger dan 't te water laten. Want menig grootestadshuis is er niet op berekend om een wat royale kano langs de trap te ver voeren. De menschen met Een boeier onder zeil op het IJselmeer. minder handige vingers kunnen voor weinig geld een kano koopen en er van genieten, Zondagen achtereen. Zwer ven door het uitbundige Hollandsche polderland, onder verzadigde water- luchten, tusschen stralende weide land door, langs slooten, waar geen ander vaartuig kan komen. Stoutmoedige zwervers zijn er in geslaagd om heel Nederland per kano te bereizen, 's mor gens niet wetend, waar ze des avonds het zondoorstoofde hoofd zouden nederlegge In een boerenschuur, 'r hooiberg, onder het kleine, lichte tentje, dat overal is op te zetten. Dat is het sportieve avontuur! Dat is vrjj zijn van alle beslommeringen des dagelijkschen levens! Dat is jezelf ontdekken in de natuur! Dikwijls komt het voor, dat kanovaarders, het peddelen moe, hun verlangens wat hooger gaan stellen en zeiler willen worden. Zij hebben gemerkt, hoe 'n genot het is om een klein zeiltje op hun scheepje te zetten en daarmee bij den wind voort te glijden, zonder iets anders te bewegen dan de lijntjes van hun roertje. Wat een verovering op de natuur Zij moeten zich voelen als de oer- mensch, die op de geniale gedachte kwam om een groot palmblad op zijn uitgeholden boomstam te plaatsen en den wind het werk over te laten. Maar al spoedig merken zij, dat de mogelijkheden van 'n zeilkano toch wel zeer beperkt, zijn. Je kunt er nauwelijks mee laveeren en bent heel erg van het mooie weer en het vlakke water afhankelijk. Zoodra een behoorlijke bries begint te waaien en de golven kopjes gaan vertoonen, doet de kanosporter verstandig als hij zich niet te ver van den kant waagt. En dat is juist het weer, waar de zeilers het van hebben moeten! Hij ziet het nie tigste B.M.-etje, een larkje, 'n 12-voetsjol en andere dwergen van de zeilvloot met het grootste gemak over de golven snui ven. Goed zij buizen wel een beetje, maar ze kunnen wat hebben. En de grootere jachten, de Pampus-, Regen boog- en U-klassers om maar eens een paar kielschepen te noemen la chen eenvoudig om het geweld van wind en water. Het kan hun niet te hard gaan Dat is de ruige sport van de „zwaar - weer"-zeilers, die niet bang zijn van een beetje bries en zelfs juichen, als er een harde koelte doorzet en er gewerkt moet worden aan boord. Het is nog niet zoo lang geleden, dat de menschen met een smalle beurs er niet aan konden denken om zich een jachtje aan te schaffen. Ja in Fries land, waar het zeilen sinds jaar en dag een echte volkssport is, bezat de een voudige landman zijn schouwtje, dat hij meesterlijk hanteerde zoowel bij den wedstrijd als op toer. Waarlijk het is geen wonder, dat het goedkoope zeilscheepje in Friesland is geboren. Het was de fantasierijke kapper-sigarenwinkelier Bulthuis uit Bergum, die op de gedachte kwam om ook zijn niet-kapitaalkrachtigen landgenooten een scherp jachtje te bezorgen. Die wonderlijke Bulthuis had nog nooit een schip ontworpen. Het was een dichterlijke inval van hem om zijn B.M.-etje te scheppen. Wat moet hij heb ben genoten, toen hij den eersten den besten wed strijd won! Het regende aanvragen van de Friezen om óók zoo'n jachtje te mogen bouwen. Dat was nog eens een scheepje! Het stak niet diep, zoodat je er over de droogten van de Friesche meren gemakkelijk mee kon zeilen, en 't kostte werkelijk niet veel. Dat kwam door den „latjes-bouw". Met M - V - korte stuk- Wie de water sport beoefent moet kunnen zwemmen en zeker geldt dit voor de kanovaarders. jes hout was de scheepshuid te vervaardigen. Was 't wonder, dat de B.M. stormenderhand de zeilerswereld veroverde? Al spoedig werd zij ge volgd door de 16 M2, die wat meer schip was. Hon derden van deze vaartuigen treft men thans aan op meren en plassen van Friesland en Holland. Arbei ders en kleine middenstanders kunnen nu naar hartelust genieten van de gezondste, nobelste sport, die er is: het zeilen! Het wordt werkelijk druk op het water. Het een zame, statige jacht stoffeert niet langer onze wate ren. Het wordt omkrield door allerlei klein goed. Kom op een Zondag eens naar de Kaag, de West- einder, de Kralingsche plassen, Loosdrecht, de Bel ter Wijden, het Sneekermeer en het schemert er van de blanke zeiltjes.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1939 | | pagina 6